Zoeken

Klimaatverkiezingen

Auteur

Martien Visser

Martien Visser geeft de lezers een waarschuwing en vier tips over het aanstaande PBL-rapport waarin de klimaatplannen van de politieke partijen worden doorgerekend.

Nog eventjes en de doorrekening van de klimaatplannen van de politieke partijen verschijnt bij het PBL. Het ongetwijfeld dikke rapport staat vol nuances en voorbehouden. Vergeefs. Politieke partijen kraaien victorie. Ngo’s schreeuwen moord en brand. Marketeers en lobbyisten maken overuren. Arme burgers en journalisten. Bestudering van het rapport vergt dagen. In deze column een waarschuwing en vier tips, zodat u straks snel de essentie kunt vinden.

“Waarschuwing: verscheur alle persberichten”

De ervaring leert dat persberichten zelden een goede weergave zijn. Niet alleen verdwijnen de nuances, ook worden essentiële elementen weggelaten. Vorige maal had een aantal politieke partijen enorm veel CO2-opslag (CCS) in hun 2030-plannen verstopt. In de persberichten van die politieke partijen en de Ngo’s daarover geen woord. Tegelijk ontkende een Kamerlid van een van die partijen op Twitter dat haar partij CCS had opgenomen, terwijl in het verkiezingsprogramma van een andere partij CCS zelfs expliciet werd afwezen. Ondertussen werd het PBL met andere ‘feiten’ opgezadeld.

Deze waarschuwing geldt ook voor het persbericht van het PBL. Die harde les leerden we uit het PBL-persbericht bij de Klimaat en Energie Verkenning 2020. Daarin schrijft PBL dat Nederland met zijn voorgenomen klimaatbeleid slechts 34% CO2 in 2030 reduceert en geen 49%. Zonder daarbij te vermelden dat het PBL in haar analyse het Klimaatakkoord niet als voorgenomen beleid zag. Vrijwel de gehele Vaderlandse pers werd op het verkeerde been gezet. Met uitzondering van Remco de Boer en Henri Bontenbal, bij Studio Energie. Hulde voor die twee heren. Dan nu de vier tips.

“Tip 1: vergeet 2030, kijk naar 2040”

Het klimaatbeleid tot 2030 is vrijwel in beton gegoten. De EU gaat geen 40% maar 55% CO2-verminderen. Nederland anticipeerde daarop in het Klimaatakkoord. Mocht dat onvoldoende zijn, dan zal dat nog iets worden aangescherpt, ongeacht welke partijen er in de regering komen. Dat is al beloofd aan onze EU-partners. Bovendien kunnen we niet toveren. Van plan tot realisatie vergt al snel 10-15 jaar. Tot 2030 is dus nauwelijks meer iets significants te doen.

Het komende kabinet neemt wel belangrijke besluiten voor de periode 2030-2040. Wil Nederland evenals Biden een CO2-vrije elektriciteitsvoorziening in 2035? Willen we na 2030 geen houtachtige biomassa meer verbranden? Willen we in 2040 vliegverkeer vervangen door snelle treinen? Dat alles vraagt komende jaren al actie. Kortom: zoek in het rapport naar concrete plannen voor de periode 2030-2040 en leg alle claims voor het jaar 2030 glimlachend terzijde

“Tip 2: kijk naar de plannen met biomassa, CCS en energiebesparing”

Zon en wind zijn nu goed voor 4% van de Nederlandse energievraag en het elektriciteitssysteem kraakt al in haar voegen. Tot 2030 moet 45 miljard euro geïnvesteerd worden om een aandeel 16% zon en wind mogelijk te maken. Een schier onmogelijke opgave. Tevens is er in Noordwest-Europa nu al regelmatig zoveel aanbod van wind en zon, dat elektriciteitsprijzen negatief zijn, terwijl ook de andere Noordwest-Europese landen de komende jaren fors inzetten op zon en wind. Tenzij de netbeheerders garanties geven, wat ik betwijfel, kunt u politieke plannen voor significant meer zon en wind in 2030 direct wegstrepen.

Kijk daarom naar de plannen voor biomassa, CCS en energiebesparing, en eventueel ook naar kernenergie. Minder populair dan zon en wind, maar essentieel om klimaatdoelen te halen. Niet alleen in 2030, maar ook daarna. Gaat men bij biomassa en CCS uit van uitbreiding of snelle afbouw? En wat wil men met energiebesparing? Domweg via hogere energiebelastingen, wat alleen in spreadsheets werkt, of met gerichte maatregelen?

Technieken als aquathermie, geothermie en waterkracht zullen zeker tot 2040 een ondergeschikte rol spelen. Prima als marketinginstrument, we gaan onze CO2-doelstellingen er niet mee halen, zo zullen de berekeningen van het PBL uitwijzen. Let tot slot ook op het administratief opkopen van CO2-rechten. Tot mijn verbazing accepteerde het PBL dit de vorige keer als klimaatmaatregel. Of het PBL dat opnieuw doet weet ik niet. Het zal u niet verbazen dat van dat rare plan nooit meer wat is vernomen. Wegstrepen, is mijn advies.

“Tip 3: accepteer geen greenwashing”

Wanneer we klimaatverandering willen beperken, dan moet onze CO2-emissie omlaag. Mondiaal wel te verstaan. Het verschuiven van emissies van Nederland naar het buitenland helpt niet. Toch doet Nederland dat volop. Volgens de Monitor Brede Welvaart is de werkelijke CO2-voetafdruk van Nederlanders al 50% hoger dan wat er, inclusief voor export, vanaf Nederlands grondgebied de lucht in gaat.

Toch betroffen de vorige keer veel voorstellen het verschuiven van CO2 in plaats van verminderen. Een voorbeeld zijn minder koeien in Nederland, terwijl we evenveel melk, kaas en vlees blijven consumeren. Aangezien Nederland zeer efficiënt produceert, leidt zo’n maatregel zelfs tot meer mondiale CO2-emissies. In 2017 berekende het PBL niet alleen het effect van maatregelen op de CO2-emissie in Nederland, maar ook het effect op de mondiale CO2-emissies. Vergeet de impact op Nederland, zet er een dikke streep door, en beperk u tot de kolom met het effect op de mondiale CO2-emissie.

Overigens zou onderscheid moeten worden gemaakt tussen ETS en non-ETS. Het ETS, waar elektriciteitscentrales, grote industrieën en Europees luchtverkeer onder vallen, werkt Europees. Voor non-ETS (de rest minus intercontinentaal luchtverkeer en scheepvaart) zijn er nationale doelstellingen. Verstandig nationaal beleid concentreert zich op de non-ETS sectoren. In Nederland gooien we ETS en non-ETS helaas op een hoop met als gevolg spraakverwarring en ineffectief beleid.

“Tip 4: let op kosteneffectiviteit”

De energietransitie moet betaald worden door u en mij via energiebelastingen, nettarieven en duurdere diensten en producten. Bedrijven zullen hun transitiekosten immers in hun producten moeten doorberekenen. Dat geld kunnen we niet uitgeven aan zorg en onderwijs of sparen voor onze pensioenvoorziening. Daarom is van belang wat het kost per ton vermeden CO2. Vorige maal presenteerde PBL de nationale kosten per jaar per partij. U kunt die kosten delen door het mondiale effect op de CO2-emissie en op die manier de kosten per ton vermeden CO2 berekenen. Welke partij heeft het efficiëntste pakket verzonnen?

Let daarbij absoluut niet op koopkrachtplaatjes! Klimaatmaatregelen vallen veelal buiten de zichtperiode van het CPB. Voor politieke partijen een perverse stimulans om maatregelen naar achteren te schuiven. Met het risico dat er vertraging optreedt en doelen niet worden gehaald. Hopelijk kijkt het PBL daar ditmaal goed naar.

Tot slot. In 2017 speelde het klimaat nauwelijks een rol in de verkiezingen. Toch nam het kabinet vergaande maatregelen. Kenners wisten dat al van te voren. Het grote publiek dacht dat er wat te kiezen was. Ditmaal is dat vermoedelijk anders. De doorrekening van de verkiezingsprogramma’s door het PBL wordt daarom belangrijker. Alle reden het rapport met veel aandacht te lezen. Hopelijk helpt deze column daarbij. Zo niet: volg mij op Twitter!

Martien Visser

Martien Visser is lector energietransitie & netintegratie, Hanzehogeschool Groningen en Manager Corporate Strategy bij Gasunie. Hij schrijft zijn column op persoonlijke titel. Zijn mening komt niet noodzakelijkerwijs overeen met die van de Hanzehogeschool of Gasunie. Martien is te volgen via Twitter op @BM_Visser