Recent is de klimaatwet aangenomen. We beloven elkaar dat we onze CO2-uitstoot decimeren. De overheid krijgt de regie. Tussentijds kan de samenleving het transitieproces door onder andere verkiezingen bijsturen. De klimaatwet lijkt op een trouwbelofte. Een prima start om met het echte werk te beginnen.
“Niet elke burger wenst zonneweides”
Dat wordt een uitdaging. Niet elke burger wenst zonneweides, bio-installaties en windparken in de achtertuin. Ook kost de transitie nogal wat geld. En tot slot is gedragsverandering nodig. Minder vliegen, minder vlees, minder nieuwe spullen. Gedragsverandering zal zeker gebeuren, maar is een traag proces. Al weer meer dan 10 jaar geleden stopte minister Klink het roken in cafés. Welke politicus durft als volgende stap roken op terrassen te verbieden?
In onze liberale traditie proberen linkse en rechtse partijen gedragsverandering te sturen via de portemonnee. Bij sigaretten lukt dat. Energie is anders, want eerste levensbehoefte. De kritiek op de stijgende energierekening is daarom luidruchtiger dan op duurdere pakjes sigaretten. Burgers kunnen veelal ook niet kiezen voor een goed geïsoleerd huis, maar moeten blij zijn als ze een huis hebben. Regelgeving moet bij energie dus een grote rol spelen. Bijvoorbeeld via het Europese Ecodesign programma, waardoor onze apparaten steeds zuiniger worden. Ook de isolatie-eisen voor nieuwbouw woningen werken prima. Kenmerk is dat als je iets nieuws koopt, dat het dan zuiniger is.
Dat gaat niet op bij verwarming van bestaande woningen. Op zichzelf een overzichtelijk probleem. Zo produceren cv-ketels slechts 8 procent van onze CO2-emissie. Toch staan kranten en sociale media er vol van. Aan de klimaattafels is een wijkgerichte aanpak voorgesteld. Gemeenten gaan dan per wijk een plan maken waarin staat welke verwarmingstechniek wordt gekozen en wanneer de wijk aan de beurt is.
“Oplossingen op wijkniveau, zijn vaak niet optimaal voor individuele woning”
Dat wordt geen sinecure. Twintig jaar lang hebben we de burger verteld dat keuzevrijheid en concurrentie nuttig is. Nu krijgt men een warmte-monopolist opgedrongen. Met of zonder biomassacentrale. Even verderop moeten alle huizen zwaar worden geïsoleerd, want er komen warmtepompen. In weer een andere wijk wordt het groen gas. Oplossingen die op wijkniveau optimaal zijn, zijn dat voor individuele woningen vaak niet. Er komen dus winnaars, verliezers en schrijnende gevallen. Niet iedereen heeft een gevulde bankrekening. En afgunst. Recent vertelde een Amsterdammer mij dat het hem ernstig stoorde dat de gemeente in de buitenwijken warmtenetten ontwierp, terwijl de grachtengordel werd gespaard.
En er komen verrassingen. Het warmtenet in Hengelo kost achteraf geen €2 miljoen, maar €22 miljoen. Foutje. Wie gaat dat betalen? En dan het lobbycircuit. De warmtetransitie is een miljarden business. Wie kun je nog vertrouwen? En dan is er voortschrijdend inzicht, waardoor plannen moeten worden bijgesteld. Degenen die eerder aan de beurt waren, hebben dan pech gehad. Arme overheid, je zult maar de regie hebben!
“Verplicht leesvoer: Rekenkamerrapporten van Rotterdam en Nijmegen”
Veel gemeenten hebben besloten om in 2030 of 2040 energieneutraal te zijn. Nu wordt het menens. De warmtetransitie is wellicht de grootste opgave. De Rekenkamerrapporten van Rotterdam en Nijmegen vormen verplicht leesvoer. “Prima dat mijn gemeente aan de gang gaat met warmteplannen, als mijn wijk dan maar als laatste aan de beurt is”, zo hoor ik nogal eens.
Er wordt gewerkt aan proefwijken. Het zijn zorgvuldig uitgezochte woonwijken en er is veel geld beschikbaar. Over een jaar of vijf weten we het resultaat. Misschien valt het allemaal mee. Misschien ook niet. En dan de rest, de minder perfecte wijken? Het lijkt me nuttig alvast een plan B te ontwikkelen.
Het Britse Committee on Climate Change (CCC) kiest in haar Net-Zero advies niet voor een wijkgerichte aanpak. Zij adviseert hybride warmtepompen, als reguliere vervanging van hr-ketels. Dit leidt direct tot een halvering van het aardgasverbruik. Via doorontwikkeling van deze techniek wordt dat meer. Verdergaande isolatie is ook nuttig, maar niet afgedwongen per wijk, maar op een moment dat het de bewoners en verhuurders uitkomt. Verder wil het CCC een stijgend percentage groen gas. En vanaf 2035 moeten de hybride warmtepompen waterstof-ready zijn. Je weet immers maar nooit.
“In 2040 functioneert merendeel Britse woningen met hybride warmtepomp”
De Britse burger behoudt in dit model keuzevrijheid. Het staat hem of haar vrij de woning op zeker moment fors te isoleren en een full-electric warmtepomp te kiezen. En prima wanneer er lokale warmtenetten komen. Dat kan dan van onderop via burgercoöperaties worden geregeld. Regie van de overheid met afgedwongen oplossingen zijn onnodig. Goede kans dat in 2040 in het merendeel van de Britse woningen een hybride warmtepomp functioneert. Het aardgasverbruik is dan in elk geval gehalveerd. Daarbovenop komen nog de effecten van verbeterde apparatuur, verdergaande isolatie en een stijgend aandeel groen gas.
Het CCC adviseert hybride warmtepompen ook vanuit systeemdenken. Zo hoeven de elektriciteitsnetten niet grootscheeps uitgebouwd te worden, inclusief back-up voor koude winterdagen zonder wind en zon. Evenzo moeten de hybride warmtepompen een belangrijke rol gaan spelen bij de balancering van het elektriciteitssysteem bij toenemend wind en zon.
Al met al is de Britse aanpak van de gebouwde omgeving zo gek nog niet. Men bereikt een forse CO2-besparing en het maatschappelijk afbreukrisico is gering. We zouden er in ons land nog eens over kunnen nadenken. Al is het maar als een plan B voor het geval onze wijkgerichte afgedwongen aanpak in de praktijk minder effectief is, dan we op papier hebben uitgedacht.