Zoeken

Afzet energie reden gasinvesteringen Rusland in Nederla

Rob de Wijk: "Vraag waarom Russen in Nederland investeren wordt nauwelijks gesteld"

De berichten over spraakmakende Russische investeringen in de Nederlandse energiesector volgen elkaar in hoog tempo op. In november 2007 kopte NRC Handelsblad dat Nederland de deur open zet voor Gazprom. Het ging hier om een contract van het Russische staatsgasbedrijf met de Nederlandse Gasunie. Gasunie kreeg voor 750 miljoen euro een belang in de Nord Stream pijpleiding door de Oostzee, in ruil voor een optie op een belang van negen procent in de Balgzand-Bacton pijpleiding tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk.

Spraakmakend was ook de ondertekening van een contract, onder het toeziend oog van president Dmitry Medvedev en premier Mark Rutte vorig jaar oktober, voor een grote Russische olieterminal in de Haven van Rotterdam. De overeenkomst tussen Shtandart TT en de Haven van Rotterdam ging over een investering van een miljard euro. Recenter werd het Rotterdams oliebedrijf Argos door de Russen overgenomen. Koper Sistema is een van de grootste oliebedrijven en schijnt in Argos te willen investeren als onderdeel van een groeistrategie gericht op uitbreiding van de activiteiten in West-Europa. En zo zijn er meer voorbeelden, die goed nieuws voor de betrokken partijen zijn.

Maar wat wil Rusland met die investeringen? Interessant is dat die vraag eigenlijk nooit expliciet wordt gesteld. Laat staan dat de mogelijke politieke risico's die aan deze Foreign Direct Investments kunnen zijn verbonden voor de Nederlandse regering aanleiding zijn een deal tegen te houden. Sterker, Nederland is een van de weinige landen die die afweging niet maakt. De reden is dat Nederland zweert bij het traditionele marktdenken. Daarin moet je niet interveniëren, luidt het dogma.

Maar gelden de marktwetten ook voor een land dat in wezen een autocratie is, met een economie die te zwaar op energie export leunt, en waarin het staatkapitalisme steeds meer vorm krijgt? Ik denk het niet. Aan Russische investeringen zit per definitie een politieke kant. Dat werd duidelijk met de deal inzake de Balgzand-Bacton pijpleiding. Rusland kreeg daarmee invloed op een deel van het West-Europese distributienetwerk.

Ik herinner me die cartoon van president Poetin met de gaskraan van Gazprom in zijn werkkamer. Zo kon hij handig over het lot van Wit-Rusland en Oekraïne beschikken. De dreigementen die Rusland de jaren voor deze deal aan het adres van die landen uitte deden bij vele West-Europese regeringen de alarmbellen rinkelen. Want zouden de Russen niet de macht over het distributienetwerk willen krijgen waardoor de politieke afhankelijkheid van het regime in het Kremlin tot ongekende proporties zou toenemen?

Deze vrees zou kunnen worden gevoed door een recente studie van het HCSS New Players, New Games. Hieruit bleek dat Rusland van alle BRIC-landen het hoogste scoorde in termen van protectionistische maatregelen. Dat is in lijn met de verwachting dat het Russische politieke systeem een politiek van energienationalisme in de hand kan werken.

Wat kunnen die politieke bedoelingen zijn? Nord Stream by-passed de voormalige Warschaupactlanden door rechtstreeks gas vanuit Rusland aan Duitsland en Nederland te leveren. In die voormalige Warschaupactlanden ontstond dan ook de angst dat Rusland door die pijplijn de gaskraan zou kunnen dichtdraaien zonder dat Duitsland dat als een halve oorlogsverklaring zou zien.

Voorlopig lijkt het manipuleren van de gas- of oliekraan om politieke redenen niet het primaire doel van al die miljardeninvesteringen te zijn. Het gaat veeleer om verzekerde afzet van energie. Dat is belangrijk voor een economie die te sterk rust op de energiesector. Terugval van de vraag brengt de economie van Rusland in gevaar, met mogelijk dramatische gevolgen voor de maatschappelijke veiligheid en politieke stabiliteit. Dat maakt hoge prijzen een vitaal Russisch belang. Dit verklaart ook waarom Gazprom ervan wordt verdacht in Oost-Europa de prijzen op te drijven en concurrentie op ongeoorloofde wijze tegen te werken. Om die reden startte in september 2012 de Europese Commissie een formeel onderzoek naar marktmisbruik van deze energiegigant. De politieke reden van al die investeringen lijkt dus meer een binnenlandse dan de wens om voor elkaar te krijgen wat het Rode Leger tijdens de Koude Oorlog niet lukte, namelijk de onderwerping van Europa.

Volg Energiepodium op Twitter: @energiepodium

Rob de Wijk

Rob de Wijk is directeur van het The Hague Centre for Strategic Studies (HCSS) en professor Internationale Betrekkingen aan de Universiteit Leiden. In zijn column gaat hij in op de energievoorziening in het licht van de internationale verhoudingen.