Zoeken

Amerika steunt olieboringen in Golf van Mexico weer voluit

Twee jaar later lijkt BP op weg om grote milieuramp Deepwater Horizon achter zich te laten

De olieramp met de Deepwater Horizon vond twee jaar geleden plaats, maar lijkt nu al weg te zinken in de herinnering. De steun in Amerika voor boringen in de Golf van Mexico is weer even groot als ervoor. Oliemaatschappij BP lijkt de nasleep relatief snel af te kunnen wikkelen.

Het was de grootste olieramp uit de geschiedenis. Nadat op 20 april 2010 het boorplatform Deepwater Horizon in de Golf van Mexico ontplofte, stroomde in bijna drie maanden tijd zo'n vijf miljoen vaten in zee. Het Amerikaanse ministerie van Energie stelde als reactie een tijdelijk moratorium in op nieuwe boringen in de Golf. De steun onder de Amerikaanse bevolking voor diepzeeboringen klapte ineen.

Oliemaatschappij British Petroleum, eigenaar van de Deepwater Horizon, raakte door de ramp in zwaar weer. Het concern leed in 2010 zware verliezen. De aandelenkoers zakte weg. Het bedrijf moest vrezen voor miljardenclaims van particulieren, de federale overheid en staten aan de Golf. Congresleden kondigden een wetsvoorstel aan om het concern zeven jaar uit te sluiten van alle nieuwe vergunningen in de Golf.

Steun op het oude niveau

Nog geen twee jaar later is de steun onder de Amerikaanse bevolking voor diepzeeboringen weer op het niveau van voor de ramp. Tweederde van de Amerikanen is voor extra boringen in de Golf, evenveel als voor 2010, blijkt uit recent opinieonderzoek. In juni 2010, ten tijde van de ramp, kantte 52 procent zich nog tegen boringen. Met name de snel gestegen benzineprijzen van de laatste maanden hebben Amerika van gedachte doen veranderen.

Het moratorium op zulke nieuwe boringen werd meer dan een jaar geleden weer ingetrokken. Volgens de olie-industrie traineert de regering-Obama nog altijd het verlenen van vergunningen. Maar in de praktijk lijkt dat mee te vallen. In het jaar na het opheffen van het moratorium kende het ministerie van energie 61 nieuwe vergunningen toe, tegen 67 in het jaar voor de ramp. BP deed gewoon en voluit mee in de race om nieuwe boorvergunningen in het gebied.

Schikking voor honderdduizend slachtoffers

Het concern slaagde er onlangs ook in een deel van de schadeclaims af te wikkelen. Het trof een schikking van zo'n 7,8 miljard dollar met zeker hondderdduizend particuliere slachtoffers. Die krijgen daardoor vrij snel geld in handen.

De beurs ontving het nieuws van de schikking goed. Het aandeel-BP heeft nog niet de waarde van voor de ramp, maar komt intussen al aardig in de buurt. Het is beleggers niet ontgaan dat BP een jaar na de ramp al weer winst boekte (5,3 miljard dollar), terwijl het ook zijn balans flink versterkte. Ook de hoogte van de schikking viel beleggers niet tegen. Zo werd bovendien een rechtszaak vermeden, waarvan de lengte en de uitkomst niet te voorspellen leken.

BP wil boeken sluiten

Nog altijd is onduidelijk welk effect de vervuiling op het milieu en de volksgezondheid zal hebben. Ook onderhandelt BP nog altijd met de Amerikaanse federale overheid over milieuclaims van misschien wel 17,6 miljard dollar. Daarnaast eisen vijf staten rond de Golf part compensatie. BP zette eerder 20 miljard dollar opzij voor claims.

De olieramp met de Deepwater Horizon kan dus nog een lange nasleep krijgen, in en buiten rechtszalen. Toch zijn insiders voorzichtig optimistich dat BP ook met Washington en de staten een schikking bereiken kan. BP wil de boeken graag snel sluiten. Dankzij de hoge olieprijzen van de afgelopen maanden heeft het daar extra financiële ruimte voor.

Volg Energiepodium op Twitter: @energiepodium