Directeur Bill Cooper van het Centrum voor LNG: "Export heeft amper effect op Amerikaanse gasprijs."
Amerika zit zo ruim in zijn aardgas, dat het gerust vloeibaar aardgas (LNG) kan exporteren. Dat drijft de gasprijs in Amerika amper op, zegt directeur Bill Cooper van het Centrum voor LNG in Washington, een belangenorganisatie van gasexporteurs en energiehandelaren.
"Het aanbod van aardgas in de Verenigde Staten is veel groter dan de vraag", zegt Cooper. De afgelopen jaren zijn grote voorraden schaliegas exploitabel geworden door nieuwe boortechnieken. Het overaanbod verdwijnt niet snel. "Maatschappijen laten momenteel winbare voorraden met rust of pompen niet voluit, omdat ze hun gas niet kwijt kunnen. Amerika heeft dus ruimte voor export." Volgens ramingen heeft het land genoeg aardgas om honderd jaar aan de binnenlandse vraag te voldoen.
Eerste vergunning
Afgelopen voorjaar gaf de federale energieregulator FERC voor het eerst in decennia een energiebedrijf een vergunning om een LNG-exportterminal te bouwen. Het bedrijf denkt rond 2015 met de bouw aan de kust van Louisiana klaar te zijn. Het heeft reeds leveringscontracten afgesloten in Spanje, India en Zuid-Korea. Dertien andere bedrijven hebben een vergunningsaanvraag lopen.
Al die exportplannen heeft tot een verhit debat in Amerika geleid. Consumentenorganisaties, utilities en chemiebedrijven willen de huidige, ongekend lage aardgasprijzen, een gevolg van het overaanbod, beslist niet kwijt. Twee belangrijke Democratische Congresleden hebben een wetsvoorstel ingediend om tot 2025 geen vergunningen voor LNG-terminals af te geven. Export jaagt de binnenlandse gasprijzen de hoogte in en berooft Amerika van een belangrijk concurrentievoordeel, stellen zij.
Beperkte prijsverhoging
Cooper bestrijdt dat. "Alle studies maken duidelijk dat LNG-export weinig effect op de gasprijs binnen Amerika zal hebben. De Amerikaanse samenleving als geheel gaat profiteren van die export. Die levert bedrijven geld op, zorgt voor extra inkomsten in de schatkist en schept banen." Export kan volgens een ruwe analyse 65.000 banen opleveren, beweert Cooper.
Dat de tegenstanders wel geloven in forse gasprijsverhogingen komt volgens Cooper "omdat zij uitgaan van het worst case scenario: wat gebeurt er Amerika plots heel veel gas uitvoert, terwijl zijn gasreserves veel kleiner blijken dan nu gedacht?" Sommige tegenstanders vrezen een scenario waarbij Amerika met zijn terminals probeert Qatar, nu 's wereld grootste LNG-exporteur, naar de kroon te steken.
Steun Witte Huis
Cooper gelooft daar niet in. "Niet alle dertien aanvragen voor nieuwe exportterminals zullen worden toegewezen. En niet alle terminals waarvoor de vergunning wordt afgegeven, worden echt gebouwd. De export wordt misschien eentiende van de binnenlandse productie. Dat is substantieel, maar beduidend minder dan Qatar." Bovendien stelt hij dat het vijf tot tien jaar kan duren voordat de gasexport op gang komt. In de tussentijd kunnen maatschappijen de binnenlandse gaswinning opvoeren.
Een commissaris van de energieregulator FERC waarschuwde onlangs de gasmaatschappijen om niet te overhaast miljarden in nieuwe LNG_terminals te steken. Amerika kan zijn technologische voorsprong bij schaliegaswinning op de rest van de wereld snel kwijt zijn, wat export minder lucratief maakt. "Niemand kan aangeven hoe de schaliegaswinning buiten Amerika zal lopen", reageert Cooper. "Steeds moeten we de aannames daarover bijstellen. Zo dacht een half jaar geleden iedereen nog dat Polen flinke reserves had. Maar onlangs trok Exxon Mobil zich uit dat land terug omdat zijn boringen er tegenvielen. Wij vinden dat als Amerikaanse gasbedrijven het commerciële risico van een LNG-terminal willen nemen, Washington niet in de weg moet lopen."
Cooper heeft goede hoop dat de regering-Obama, ondanks het verzet uit een deel van het Congres, snel meer vergunningen voor LNG-terminals afgeeft. "Het Witte Huis wacht nog op een nieuwe studie naar de ontwikkeling van de gasprijzen. Maar een regeringsadviseur heeft al gezegd dat het Witte Huis beperkte gasexport logisch vindt en die steunt.
Volg Energiepodium op Twitter: @energiepodium