Ingezonden brief van Hans van Cleef
Eerder deze week maakte u de Energieagenda bekend. Een agenda die de basis wil leggen voor het Nederlandse energiebeleid in de komende decennia. De reacties erop waren niet mals. Forse kritiek valt u ten deel. Volledig onterecht in mijn optiek. Het is ook niet makkelijk. De energiemarkt is onzeker want de toekomst laat zich moeilijk voorspellen. Altijd al, maar tijdens een mondiale transitie nog veel meer. Een transitie die veel verder gaat dan alleen het simpelweg sluiten van een paar kolencentrales. Een transitie die iedereen, maar dan ook echt iedereen, gaat merken. Want niet alleen het aanbod van energie moet op de schop om de CO2-uitstoot te verlagen. Ook de consument is genoodzaakt stappen te zetten om een bijdrage aan het voorkomen van een te grote temperatuurstijging te leveren. En dat kost geld, heel veel geld, dat uiteindelijk huishoudens moeten betalen. Om de transitie betaalbaar te houden en een groot draagvlak te creëren, is een stevige en tijdige basis belangrijk.
Nog maar vier jaar bent u nu verantwoordelijk voor het energiebeleid. En
al vier jaar wordt er gesteld dat het niet snel genoeg gaat, niet ambitieus
genoeg is en dat Nederland hopeloos onderaan allerlei lijstjes bungelt. En dat
klopt. Op sommige lijstjes komt Nederland niet goed uit de bus. Maar dat ligt toch
niet aan het recente beleid? Hoe kan iemand zeggen dat het niet snel genoeg
gaat als: het aandeel van duurzame energie in tien jaar bijna zal
verviervoudigen, Nederland enorme windparken tegen een bijzonder lage prijs
gaat aanleggen, de gasproductie in slechts een paar jaar is gehalveerd, de
helft van de kolencentrales is gesloten. Er ligt een basis waarop al uw
opvolgers dankbaar kunnen voortborduren.
Verbazingwekkend is het dan ook dat alles en iedereen over elkaar heen lijkt te
buitelen om maar iets te vinden van de Energieagenda. Een agenda die nota bene
vooral is gebaseerd op de inbreng die dezelfde iedereen kon leveren tijdens de
energiedialoog eerder dit jaar. En waar deze agenda niet veel verrassingen
bevat - simpel omdat verreweg meeste onderwerpen tijdens deze dialoog al waren
uitgewerkt - zijn degenen die input leverden nu ineens zogenaamd zwaar
teleurgesteld.
Het is natuurlijk ook niet makkelijk voor NGO's, politici en energie-experts om
toe te geven dat er bij zo'n grote transitie soms wat water bij de wijn moet,
dat technologische ontwikkeling nu eenmaal minder snel gaat dan wij
doelstellingen kunnen verzinnen en dat ook een lange wandeling - doelstellingen
halen over 35 jaar - nu eenmaal stap voor stap gaat. Ambitie is mooi, maar
blind rennen is bij voorbaat kansloos. Een goede basis is daarom cruciaal. De
geschiedenis leert dat als technologische ontwikkeling, kostendaling en
maatschappelijk draagvlak het toestaan, de versnelling vanzelf volgt. Niet voor
niets stelt het Internationaal Energieagentschap haar verwachting voor duurzame
energie jaarlijks naar boven bij. En dat is maar goed ook. Daarmee geeft zij de
basis aan van waarop de energietransitie kan plaatsvinden en hopelijk versnellen.
En dat is ook precies waarom deze energieagenda zo belangrijk is. Om het
minimale tempo te bepalen. Natuurlijk mogen we- of eigenlijk moeten we- versnellen
zodra het kan. Dat versnellen vereist wel dat we geen onverantwoorde risico's
nemen met betrekking tot energieleveringszekerheid, maar de tijd nemen om
technologie door te ontwikkelen, maatschappelijk draagvlak te creëren, kosten
te verlagen en efficiëntie te verhogen. Nu hoop ik dat de rest van Europa uw
voorbeeld gaat volgen. Beste minister Kamp, als deze zogenaamde ambitieloze
agenda net zo'n succes wordt als de ingezette transitie van de afgelopen vier
jaar, zal de rest van Europa vast snel aanhaken om niet onderaan de bekende
lijstjes te eindigen. Nederland mag zich gelukkig prijzen met zo'n stevige basis.
Met vriendelijke groet,
Hans van Cleef
Hans van Cleef is senior sectoreconoom energie bij ABN AMRO Bank. Op Twitter is hij actief onder @hansvancleef. Hij schrijft zijn columns op persoonlijke titel.