Joris Wijnhoven over dat minister Wiebes serieus werk moet maken van 55 procent reductie
Aan de vooravond van Koningsdag stuurde minister Wiebes de langverwachte notitie van het Planbureau voor de Leefomgeving over de kosten van de omslag naar schone energie naar de Tweede Kamer. De sommetjes waren al een maand klaar, maar kennelijk is er nog een fiks potje politiek touwtrekken aan te pas gekomen, voordat het kabinet zo ver was ook de consequenties te trekken voor de verdeling van de klimaatopgave over de verschillende onderhandelingstafels van het Klimaat & Energieakkoord.
Het goede nieuws waarmee het PBL op de proppen kwam, is dat we al verder op schema liggen, dan zij ten tijde van het regeerakkoord aannamen. Geheel onverwacht kwam dat niet, want nog geen drie weken nadien meldde het PBL al dat de onderhandelaars zich (noodgedwongen) hadden gebaseerd op oude cijfers: 12 Megaton van de 56 die de regering zich als extra reductieopgave ten doel had gesteld, bleek bij nader inzien al binnen. Inmiddels zouden er al méér maatregelen in de pijplijn zitten met een flink effect. Bovendien waren de verwachtingen over de in- en export van elektriciteit geactualiseerd.
We hoeven dus kennelijk minder extra maatregelen te nemen om tot 49 procent reductie te komen. Maar het nieuws werd nog mooier. Het Planbureau heeft nog eens serieus naar haar eigen aannames gekeken over de prijs van bijvoorbeeld elektrische auto's, de bouw van windmolens en het neerleggen van zonnepanelen. En kwam tot de conclusie, dat die kosten veel sneller dalen dan ze eerder aannamen. Goed nieuws, want dan zijn we goedkoper uit en blijft er meer geld over voor andere nuttige dingen.
“Met de beperkte opgaven voor die sectoren, ligt het voor de hand om juist in de gebouwde omgeving en landbouw de extra Mtonnen te zoeken om richting 55 procent te gaan.”
Zijn de nieuwe inschattingen van het PBL een reden om op onze lauweren te gaan rusten? Nou, nee. Het is mooi dat we op verder op koers liggen voor de 49 procent doelstelling. Maar daarmee zijn we er niet. Minister Wiebes is namelijk druk doende om EU-lidstaten mee te krijgen in het nog ambitieuzere kabinetsdoel van 55 procent CO2-reductie (bij voldoende steun). Het staat buiten kijf dat 55 procent sowieso nodig is om aan de anderhalve graaddoelstelling te gaan voldoen, de planbureaus spraken eerder over een noodzaak van 60 procent reductie in 2030.
Wiebes weet dat hij bij dat pleidooi serieuzer wordt genomen als hij zélf een pakket maatregelen in de achterzak heeft, waarmee hij laat zien dat ook 55 procent reductie haalbaar is. In zijn brieven aan de Kamer en de onderhandelende partijen staat dan ook steeds braaf dat hij onderhandelaars uitnodigt met verdergaande reducties te komen, om niet voor verrassingen te komen staan, mocht zijn pleidooi in de EU in vruchtbare aarde vallen. Wanneer het VN-klimaatpanel IPCC in oktober haar nieuwe rapport presenteert over noodzakelijke ingrepen om aan de anderhalve graaddoelstelling te voldoen, zouden de geesten in méér landen daar wel eens rijp voor geraken.
Zo streng als minister Wiebes heeft beloofd te kijken naar het realiteitsgehalte van de voorstellen voor 49 procent van de onderhandelingstafels, zo vaag en vrijblijvend is hij over de eisen aan pakketten voor 55 procent. Een teken aan de wand is dat de recente PBL-notitie daar helemaal geen sommetjes over bevat. Te vrezen valt dat het zonder extra druk op de ketel blijft bij wat gebrainstorm en ‘doorkijkjes'. Cruciaal is de vraag welke sectoren zich nou speciaal aangesproken zouden moeten voelen. Want het ligt niet erg voor de hand die extra opgave gelijkmatig over alle sectoren uit te smeren. Dan doen we om 49 procent te halen immers ook niet: daar wordt de grote hap gehaald door de elektriciteitssector (202 Mton), op enige afstand gevolgd door de industrie (14,3 Mton) en daar weer achter mobiliteit (7,3 Mton). Met een opgave van slechts 3,4 Mton voor de gebouwde omgeving en 3,5 Mton voor landbouw, ligt het voor de hand om juist in deze sectoren de extra Megatonnen te zoeken om van 49 richting 55 procent te gaan. Eens temeer omdat het PBL juist in de landbouwsector veel goedkope opties ziet met een hoop potentieel. Het zou goed zijn om nu die extra opgave precies ter verdelen, zodat iedereen weet waar die aan toe is. Met alle meevallertjes die het PBL vorige week te melden had, moet dat een haalbare kaart zijn.
Joris Wijnhoven
is Campagneleider klimaat en energie bij Greenpeace. Op Twitter is hij actief
onder @JorisW_GP