Zoeken

De energietransitie als ultiem vakantiegevoel

Hans van Cleef: "Laten we doen wat er in ieders vermogen ligt"


Enkele maanden geleden zijn we verhuisd. Ons nieuwe paleisje is een mooie jaren-zestigwoning met een leuke tuin en uitzicht op een weilandje. Een verhuizing naar een nieuwe, wat oudere woning biedt gelijk de mogelijkheid om wat efficiëntieslagen door te voeren. Nieuwe kozijnen met HR++ glas, spouwmuurisolatie en de geplande open haard vervangen door een hoogrendement houtkachel. Niet slecht zou je denken. Nog iedere dag hebben we het gevoel dat we met vakantie zijn. Toch wordt er flink aan dat gevoel geknaagd.

Houtkachels mogen straks mogelijk niet meer. Hoewel de verbrandingsefficiëntie met ruim 80% aanzienlijk hoger ligt dan de maximaal 20% bij een open haard raakt de houtkachel langzaam maar zeker uit de gratie. En dat terwijl het toch al niet zo hoge percentage duurzame energie in Nederland voor een zesde deel wordt opgewekt door dit soort geavanceerde houtkachels. Dat is vier keer zo hoog als het huidige aandeel van zonnepanelen. De reden dat dit soort kachels straks wellicht niet meer mag, is luchtvervuiling door de uitstoot van fijnstof. Het spreekt voor zich dat als het windstil of mistig weer is je de houtkachel niet moet branden. De lucht blijft dan immers hangen en kan zorgen voor overlast bij de buren. Dat wil niemand. Maar tussen bewust, matig gebruik en het continue stoken van zo'n kachel zit een groot verschil. De stad Utrecht wil het echter helemaal gaan verbieden.
““Sommige koplopers zijn het peloton volledig uit het oog verloren””

En er zijn meer voorbeelden van dingen die flink ter discussie staan: de auto, de gasgestookte CV-ketel, de buitenlandse vakantie met vliegtuig of cruiseschip, de terrasverwarmer, de scooter, het stukje vlees bij het eten, en ga zo maar door. Voor al deze dingen geldt dat ze het comfort wellicht verhogen, maar dat dit direct of indirect gepaard gaat met meer CO2-uitstoot. En dat kan niet als we de klimaatdoelstellingen willen halen zoals afgesproken in Parijs. Dit past in het plaatje dat we al kennen over de energietransitie. Iedere optie voor een duurzamere energiemix kent tegenstanders en heeft naast voor- ook nadelen. Zo willen we geen kolencentrales meer, moet de gasproductie in Nederland zo snel mogelijk omlaag, is import van gas omstreden - ongeacht of dit uit Rusland komt, of in de vorm van LNG uit bijvoorbeeld de VS - zijn zonneparken in sommige gemeenten omstreden, stuit wind-op-land op verzet, zou wind-op-zee de horizon vervuilen en is kernenergie al helemaal uit den boze. Dus zien we weerstand tegen al deze opties.

Regelmatig hoor je dat draagvlak en betrokkenheid nodig zijn om de klimaatdoelstellingen wel te halen. Ik pleit daar zelf ook sterk voor. En ja, dat mag best wat kosten. Wij kunnen ons in Europa de discussie niet alleen veroorloven, maar kunnen zelfs voor de maatregelen betalen. De vraag is echter hoe je op de juiste manier het grootste draagvlak creëert én de meeste CO2-reductie kunt bewerkstelligen. Bewustwording is een zeer belangrijk instrument om mensen mee te krijgen en ze tot maatregelen aan te sporen. Sommige mensen zullen dit als een achterhoedegesprek kwalificeren. Maar in gesprekken met klanten en collega's blijkt dat veel mensen deze stap naar bewustwording rondom de impact van hun consumptiegedrag nog steeds moeten zetten. Dat geldt voor de mensen in Nederland. Dan kun je wel raden hoe de situatie is in opkomende landen waar overleven, of opklimmen van armoede naar de middenklasse, vaak het belangrijkste doel is. Volgens mij is het dan ook geen achterhoedegesprek, maar zijn sommige koplopers het peloton juist volledig uit het oog verloren.

Is de energietransitie gebaat bij het verbieden van dingen? Is het niet verstandiger om in plaats van te zeggen wat we allemaal niet meer mogen, juist te benadrukken welke maatregelen een positieve bijdrage kunnen leveren? Zou daarnaast meer aandacht vragen voor een juiste beprijzing van CO2-uitstoot niet een betere oplossing zijn dan het verbieden van consumptie? Volgens mij zouden we meer moeten inzetten op het gelijk blijven of verhogen van comfort met geen of een lagere CO2-uitstoot. Maar het helpt dan natuurlijk niet als je voor twintig euro ongeveer heel Europa door kan vliegen. Het laatste wat we willen is een stap terug zetten van de middenklasse naar armoede. Maar dat wil ook zeggen dat een treinreis van Amsterdam naar Maastricht niet duurder moet zijn dan een retourtje Milaan. Meer comfort is prima, maar alleen tegen een eerlijke prijs.

Ik pleit ervoor om te doen wat er in ieders vermogen ligt. Om te investeren in verduurzaming en te blijven werken aan bewustwording van wat de gevolgen van ons consumptiegedrag zijn. Maar hierbij moet je ook accepteren dat sommige mensen nu eenmaal sneller kunnen en willen gaan dan anderen. Verboden leiden niet tot draagvlak. Hoger comfort en technologische ontwikkelingen wel. Een veelgebruikte uitdrukking is dat het stenen tijdperk niet is gestopt door het gebrek aan stenen. Als je dat vertaalt naar de huidige tijd dan zou je kunnen zeggen dat het fotorolletje niet uit de mode is geraakt door het gebrek aan rolletjes, maar omdat technologische ontwikkeling heeft geleid tot betere en goedkopere alternatieven. Het verhogen van comfort, het liefst tegen vergelijkbare of lagere prijzen, zorgt ervoor dat mensen geneigd zijn om nieuwe technologieën te omarmen. Streef er daarom naar dat de energietransitie bij iedereen, inclusief het peloton, leidt tot het ultieme vakantiegevoel. Of dat nu thuis is, in de auto, op de fiets, op kantoor, op reis, zittend naast de houtkachel of waar dan ook. Bewust genieten zou ik dat willen noemen.

Hans van Cleef is senior sectoreconoom energie bij ABN AMRO Bank, @ABNAMROeconomen. Op Twitter is hij actief onder @hansvancleef. Hij schrijft zijn columns op persoonlijke titel.

Hans van Cleef

Hans van Cleef is Hoofd Energy Research & Strategy bij Publieke Zaken. Op Twitter is hij actief onder @hansvancleef. Hij schrijft zijn columns op persoonlijke titel.