De doorbraak van schaliegas op het wereldtoneel betekent dat er wereldwijd voor de komende 200 jaar genoeg gas is.
#gasvoorraad
Dat stelt Bart van de Leemput, algemeen directeur van de NAM. "Dat gas is bovendien wijdverbreid over alle continenten. Vroeger dachten we dat onze natuurlijke voorraden ruim binnen de honderd jaar op zouden raken. Dat scenario is verouderd. Het hele voorzieningsvraagstuk heeft daarmee veel van zijn urgentie verloren. Gas heeft de toekomst."
De Nederlandse gasvelden bij Groningen bevatten ook nog voldoende gas voor minimaal de komende 50 jaar, stelt Van de Leemput. "Daar komen de Nederlandse voorraden aan schaliegas nog bij. Maar waar het gas precies in de grond zit, of dat nou bijvoorbeeld in Nederland of Duitsland is, maakt voor de beschikbaarheid niet heel er veel uit. We hebben een goed functionerend wereldwijd bevoorradingssysteem."
Spaarzaam
Toch blijft de NAM, goed voor de productie van zo'n 75 procent van al het Nederlandse aardgas, een spaarzaam winbeleid houden. "Dit zogenaamde kleineveldenbeleid houdt in dat eerst de kleine, moeilijk winbare velden worden aangeboord. Dat beleid, ingesteld door de Nederlandse overheid, stamt nog uit de oliecrisis van de jaren '70. Het enorme Groningen gasveld sparen we zoveel mogelijk. Die laten we achter voor onze kinderen en kleinkinderen. De NAM heeft nu een lijst van 100 ultrakleine veldjes. Vroeger zouden we zo'n veld links hebben laten liggen, maar nu gaan we er achteraan. Dankzij nieuwe geavanceerde technieken en lagere kosten. Het boren van putten doen we nu voor de helft van het geld van tien jaar geleden. Dat doen we al op land, en om dat ook offshore te doen hebben we net een nieuwe boortoren voor op zee in werking gesteld, de Swift."
De NAM is steeds beter in staat om zoveel mogelijk gas uit de velden te halen. Zo maken we optimaal gebruik van de Nederlandse bodemschatten en wij profiteren er ook van omdat we zo meer gas uit bestaande velden halen. "Bij gasvelden verschilt het winpercentage van zo'n 60 tot 95 procent. Een 60-procentsveld proberen we nu naar een 90-procentsveld te krijgen. Een probleem is dat als een veld wat ouder wordt, er altijd water meekomt met het gas. Op een zeker moment komt er zoveel water mee, en zo weinig gas, dat de put gewoon verstopt. Wat we dan doen is wat zeep toevoegen, je kunt het vergelijken met een theelepeltje Dreft, waardoor het water gaat schuimen en het gas weer kan stromen. Bij verschillende gasvelden die bijna aan het einde zijn van hun levensduur worden daarom nu installaties voor zeepinjectie gemonteerd."
Vasthouden
Van de Leemput vindt dat de Nederlandse overheid vast moet houden aan het huidige kleine velden beleid voor gas, dat is namelijk de optimale strategie om het zoeken naar nieuwe manieren van gasproductie te stimuleren. "Onze voorraden zijn te belangrijk om mee te gokken. In de jaren '60 hadden we ook zo'n strategie. Toen moest het gas zo snel mogelijk op, omdat we dachten we dat we binnen tien jaar allemaal enorme kerncentrales zouden bouwen. Als we dat beleid hadden volgehouden, was het Groningerveld nu waarschijnlijk leeg geweest en was de kleine velden bijdrage aanzienlijk lager dan die nu is. Alle kleine velden samen zijn produceren namelijk net zoveel als een half Groningen gasveld. Ik denk daarom dat het belangrijk is om scherp te blijven. Nu veronderstellen dat we straks dat gas niet meer nodig hebben, is gevaarlijk. We mogen niet achterover leunen."
Twee trends op wereldniveau zijn volgens Van de Leemput belangrijk: "De wereldbevolking groeit en de welvaart neemt toe. Daarmee heeft die bevolking energie nodig. Ik denk daarom dat we én moeten investeren in nieuwe, duurzame technieken én zuinig moeten omgaan met onze bestaande voorraden." Gas is een ideale brandstof in elektriciteitsopwekking: het kan pieken opvangen die ontstaan om wind en zon nu eenmaal niet altijd leveren, en het is de fossiele brandstof met de laagste CO2-uitstoot van allemaal.
Volg ons op Twitter: @energiepodium