"Hans Altevogt, Greenpeace: Spaarlampen leveren woekerrendement van 1600 procent in 8 jaar"
Zomer 2006: ik weet niet meer of
het kabinet aan het ziggen of zaggen was, maar er veranderde weer iets
rond de financiële stimulering van schone energie. Aanleiding voor deze nieuwe
ronde stop-and-go was een dreigend
verlies aan koopkracht. Om een onbeoogde lastenverhoging voor gezinnen te
compenseren, beloofde Balkenende II dat alle 7 miljoen huishoudens eenmalig € 52
konden cashen, uit te keren via de
gemeentelijke netbeheerders.
Dat kon anders, béter, vonden wij bij Greenpeace. We maakten van de spaarlamp
een financieel beleggingsproduct: als je die € 52 zou uitkeren in de vorm van
tien spaarlampen, dan ging de CO2-uitstoot omlaag en de koopkracht
drastisch omhoog. We berekenden dat die € 52,- uit 2006 in potentie een vette €
860 in 2014 waard werd als je tien gloeilampen van 60 Watt verving door
evenveel spaarlampen van 13 Watt (*).
Met een woekerrendement van 1.600 procent op je spaarlamp was dit verdienmodel
vooral aantrekkelijk voor gezinnen die geen cent te makken hadden.
"In de toekomst te behalen
resultaten zijn gegarandeerd beter dan die in het verleden", zo grapten we intern. En inderdaad: leuker
konden we het niet maken. Met deze
aanbevolen winkelnering zagen veel van de aangeschreven gemeenten ons licht en
verzilverden dankbaar het idee.
De homo ecolonomicus van 2006 voelt die extra koopkracht nu natuurlijk
niet meer in de portemonnee. Tussen 2000 en 2012 stegen de gemiddelde
energiekosten voor een huishouden van € 1.100 naar € 1.800 per jaar. In 2013
wordt de energienota voor huishoudens opnieuw € 110 hoger. De energielasten
stijgen inmiddels harder dan huur- en andere woonlasten en er is geen zicht op
structureel dalende energieprijzen. Volgens het ‘Armoedesignalement 2012' (**) zit 10 procent van alle gezinnen op de armoedegrens. Een op de twintig
huishoudens geeft aan niet voldoende geld te hebben om hun huis goed te
verwarmen, terwijl vorig jaar 15.000 en 20.000 huishoudens onvrijwillig werden
afgesloten van respectievelijk gas en elektriciteit. De Voedselbank is, naar
eigen zeggen, ‘de snelst groeiende
bank zonder overheidssteun', met meer dan 60.000 ‘rekeninghouders' en
hun aantal stijgt explosief.
De aanhoudende energieverspilling in woningen houdt kille cijfers als deze in
stand. Dat maakt ons idee uit 2006, samen met de aanhoudende economische crisis,
blijvend actueel. Beide vormen een extra motief om energie- en klimaatbeleid
opnieuw te verbinden met inkomenspolitiek. Het komende Nationaal Energie
Akkoord van de SER biedt ruimte voor een
nieuwe comedy of the commons, waarin verlichting van woning en woonlasten duurzaam hand in hand gaan. Ook de klanten van de Voedselbank moeten
zich immers kunnen koesteren in warmwit LED-licht, evenals Henk & Fatima en
Ali & Ingrid.
En dus: schuldsaneerders, gemeenten, netbeheerders, incassobureaus, Meer met Minder, NIBUD, MilieuCentraal: claim je plek aan
tafel van het Nationaal Energie Akkoord en agendeer acties om de energiearmoede
definitief de wereld uit te helpen. Doe je het niet voor het klimaat, doe het
dan voor onze portemonnee.
Hans Altevogt is campagneleider bij Greenpeace
Volg Energiepodium op Twitter: @energiepodium
*: Aannames: 1.000 branduren/jaar; levensduur spaarlamp: 8 jaar; levensduur gloeilamp: 1 jaar stroomprijs: € 0,23/kWh. Voor de ongelovige: zie nl.wikipedia.org/wiki/Spaarlamp
**: Armoedesignalement 2012 is een uitgave van het Sociaal Cultureel Planbureau en het Centraal Bureau voor de Statistiek, december 2012.