FME-manager Hans van der Spek over hoe zware industrie meer energie-efficiënt wordt
Hoe spelen bedrijven die veel
energie gebruiken in op de energietransitie? Hoe pakken ze CO2-reductie
aan en hoe krikken ze hun energie-efficiëntie op? In dit artikel spreekt
Energiepodium met Hans van der Spek, programma manager energie van FME, de ondernemersorganisatie
voor de technologische industrie.
Hoe goed is de energie-intensieve industrie in energiebesparing en
verduurzaming?
"Je moet een onderscheid maken tussen wat de industrie op dit
punt al doet in het kader van bestaande meerjarenafspraken en het
Energieakkoord, en wat bedrijven nog meer zouden kunnen doen als ze daarvoor de
mogelijkheden hadden. Volgens die meerjaren convenanten realiseert de industrie
gemiddeld 1,5% tot 2% energie efficiency-verbetering per jaar. In het
Energieakkoord is een extra besparing afgesproken van 100 petajoule en energie-intensieve
bedrijven nemen daarvan 9 PJ voor hun rekening. Bij elkaar is dat niet niks. Maar
er zou meer kunnen als de overheid hielp bij het mogelijk maken van energiebesparende
investeringen met een wat langere terugverdientijd."
Aan wat voor financieringsconstructie
denkt u?
"Er moet voor de industrie een stimuleringsfonds komen voor energiebesparende investeringen met een terugverdientijd van
twee tot vijf jaar. In de praktijk blijkt gewoon dat zulke investeringen het in
de boardroom niet halen omdat tegen de tijd dat ze aan de beurt komen het geld
al besteed is aan projecten met een kortere looptijd, bijvoorbeeld voor productontwikkeling
en marketing. Met zo'n fonds zorg je er als overheid voor dat bedrijven wel nog
geld hebben voor extra energiebesparende maatregelen. Bovendien past de Europese
Investeringsbank het bedrag wat je als land inlegt in zo'n fonds nog een keer
bij. En feit is dat zonder die extra investeringen het halen van de 100 PJ
doelstelling heel moeilijk wordt. Dan zal het resultaat achterblijven, zo
simpel is het."
Waarom is zo'n fonds al niet in het Energieakkoord
geregeld?
"In het Energieakkoord zijn er bij Tafel 2 over grootschalige
energieproductie wel afspraken gemaakt in die richting, maar is daar nog geen gevolg
aan gegeven. Het onderwerp staat bij beleidsmakers in Den Haag nog onvoldoende
op het netvlies. Daardoor blijft financiële innovatie achter in het akkoord,
terwijl zonder financiering de hele energietransitie hapert. Als FME zijn we
hier nu over in gesprek met de kwartiermaker die onlangs door EZ is aangesteld
voor het halen van de 2020-doelstellingen. En we praten met de banken. Die willen
wel bewegen. Al zullen ze bij leningen aan bedrijven niet het onderste uit de
kan moeten willen hebben. Want de rente moet voor die bedrijven wel aantrekkelijk
zijn. Hopelijk komt het met die leningen en dat fonds zover, in aanloop naar de
evaluatie van Energieakkoord die voor volgend jaar op de agenda staat."
Wat voor energie efficiency-projecten
blijven er nu bij de zware industrie nog liggen?
"Er zijn allerlei mogelijke investeringen met een terugverdientijd van
tussen de twee en vijf jaar die nu bij bedrijven op de plank blijven liggen. Zoals
toepassing van hoge temperatuur warmtepompen, maar ook eenvoudige dingen als
betere isolatie van leidingwerk en afsluiters. Het Energieakkoord vertoont
trouwens wel meer witte vlekken. Zo bleef warmtekrachtkoppeling in het akkoord
van 2013 volledig buiten beeld. Terwijl bijvoorbeeld de 4000 megawatt aan WKK's
die in de tuinbouw staat opgesteld bij de groei van duurzame energie prima
bruikbaar is als strategisch flexibel reservevermogen. Bij de revisie van het
akkoord moet daar dus ook naar worden gekeken. Zeker als je ziet dat de
regering miljarden stopt in wind op zee. FME is niet a priori tegen meer
duurzame opwek. Maar de Trias Energetica leert dat investeren in
energiebesparing altijd verreweg te verkiezen valt boven het neerzetten van
nieuwe opwekcapaciteit."
Namens FME zit u in de stuurgroep van Voltachem. Wat beoogt dit
samenwerkingsplatform?
"Voltachem is opgezet door TNO en Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN). Het
heeft als doel de CO2-impact van de chemie te verlagen door bijvoorbeeld elektrificatie
en toepassing van membraantechnologie in plaats van te werken met krakers
en katalysatoren. ISPT (topconsortium voor duurzame procestechnologie)
doet ook onderzoek naar elektrificatie van productieprocessen. In de aanloop
naar een toekomst waarin energie niet meer zoals nu altijd en
onbeperkt beschikbaar is. Op momenten dat energie heel duur is, schakelen
bedrijven dan liever de productie tijdelijk af dan dat ze de volle mep betalen.
Een bedrijf als Akzo kijkt al heel serieus naar dit flexibiliseren van het
productieproces. Aan de tafels van het Energie Akkoord wordt er ook over
gesproken. Maar voor veel bedrijven is dit toch nog totaal nieuw. Het vergt een
mentale omslag en er staat ook nog een enorme hoeveelheid aan assets gebaseerd
op deels oudere technologie. Over dat bedrijven in Nederland die omslag maken
en in die toekomst willen investeren, ben ik niet pessimistisch. Ze beseffen
heel goed dat anders de concurrentie elders in de wereld het pleit wint. Maar
belangrijk voor die investeringen is dus ook dat de overheid bij de
financiering ervan mee aan boord komt."