Zoeken

Juist bij de energietransitie is de provincie belangrijk

Henri Bontenbal: "Alleen zaken oppakken die regionale coördinatie nodig hebben"

Op 18 maart 2015 mogen we weer naar de stembus voor de provinciale statenverkiezingen. De provincie als bestuurslaag hangt er echter voor velen maar een beetje bij. Ook rond energie en duurzaamheid is vaak onduidelijk welke rol de provincie speelt. Maar juist op die beleidsterreinen is de provincie erg belangrijk.

Neem het nuttig gebruik van restwarmte. In ons land wordt zo'n slordige 100 petajoule restwarmte domweg geloosd. Dat is evenveel als de energie-inhoud van 3,2 miljard kubieke meter gas. Meer dan de helft daarvan is het nuttig te gebruiken voor het verwarmen van de glastuinbouw en de gebouwde omgeving. Het gebruik en transporteren van industriële restwarmte overstijgt al snel de schaalgrootte van de gemeente. De provincie kan hierin echter een belangrijke rol spelen door een regionale aanpak te coördineren. De provincie Zuid-Holland heeft het voortouw genomen door een Programmabureau Warmte Koude, waarin 25 regionale partijen samenwerken, op te richten. De doelstelling: 20 petajoule duurzame warmte leveren in 2020. Het Rijk laat de coördinatie van zulke regionale projecten terecht over aan lagere overheden, terwijl deze projecten boven de gemeente uitstijgen. Gelukkig is er dan een provincie.

Of neem windenergie. Windparken vragen om een zorgvuldige ruimtelijke inpassing in het landschap. Dat kun je niet alleen aan gemeenten overlaten, want ook naburige gemeenten willen zo min mogelijk overlast. Het is dan logisch dat de provincie garant staat voor een zorgvuldige belangenafweging en de ruimtelijke inpassing coördineert. Het Rijk heeft met de provincies afzonderlijke doelstellingen voor windenergie afgesproken, maar geeft de provincies de ruimte om deze zelf in te vullen.

““Een provincie moet geen subsidie geven voor het installeren van zonnepanelen. Dat is haar taak niet.””

Tegelijk zien we bij windenergie ook de spanning die kan ontstaan tussen de verschillende bestuurslagen. In Noord-Holland heeft de Provincie in 2012 besloten geen nieuwe windturbines meer toe te staan, behalve dan nieuwe windmolens in de Wieringermeer. Een aantal Noord-Hollandse gemeenten is daar niet blij mee. De gemeente Haarlemmermeer stapte naar de Raad van State, maar kreeg nul op het rekest. Ook Amsterdam kreeg geen ruimte om haar windenergieplannen te realiseren. In Drenthe zagen we het omgekeerde: gemeente Emmen besloot geen windenergie meer te willen, maar de provincie dreigde met een provinciaal inpassingsplan, waarop de gemeente toch bakzeil haalde. De besluiten van Noord-Holland en Drenthe zijn niet iedereen welgevallen. Echter: ze zijn democratisch bepaald.

De provincie kan een belangrijke rol spelen in de energietransitie, maar dat betekent niet dat zij op alle fronten actief moet zijn. Zo behoort een provincie geen subsidie te geven voor het installeren van zonnepanelen en andere duurzame energie-installaties bij particulieren. Dat is haar taak niet. De provincie moet alleen die zaken oppakken die regionale coördinatie nodig hebben. De benutting van restwarmte, de ruimtelijke inpassing van windenergie, het streven naar energie-efficiency bij bedrijven en het stimuleren van schoon vervoer zouden speerpunten moeten zijn. Wie vindt dat zijn provincie een verkeerde koers vaart, doet er goed aan niet de provincie als bestuurslaag irrelevant te verklaren, maar vooral te gaan stemmen.

Henri Bontenbal is zelfstandig adviseur op het gebied van energie en duurzaamheid en werkte voorheen als beleidsmedewerker bij de CDA-fractie in de Tweede Kamer. Meer informatie over hem vindt u op www.burobontenbal.nl. Op Twitter is hij actief onder @HenriBontenbal.