In de eigen woning stroom produceren met een HRe-ketel. Duitsland loopt ermee voorop en het wordt steeds populairder. Maar het is nog lang geen massamarkt.
Verwarmingsketels in eigen huis zijn in Duitsland al lang populair. De koppeling daaraan van installaties voor de productie van stroom door een HRe-ketel wordt inmiddels steeds populairder. De belangrijkste oorzaak daarvoor is het genereuze subsidiesysteem.
Investeerders voor dit soort installaties kunnen op bijdragen van 1.500 tot bijna 2.500 euro rekenen. Wie zelf behalve warmte ook stroom in eigen huis produceert, krijgt per kilowattuur 5,11 cent. Daarnaast betalen die niet de gebruikelijke energiebelasting van momenteel 3,6 eurocent per kilowattuur. Wat zelf niet gebruikt wordt, kan voor zo'n 4,9 eurocent per kilowattuur aan de energiebedrijven worden verkocht, die dat verplicht moeten opnemen.
Nog geen massamarkt
De koppeling van stroomproductie aan warmteketels is geen nieuw fenomeen, want bestaat al acht jaar. De toepassing in woningen staat het echter nog in de kinderschoenen. Het Duitse energieconcern RWE kwam er pas eind vorig jaar mee op de markt. LichtBlick, gevestigd in Hamburg, een jaar eerder, maar heeft nog niet meer dan 450 installaties afgezet. Terwijl de vraag volgens directiewoordvoerder Ralf Kampwirt veel groter is. " Wij willen de structuur echter stap voor stap opbouwen en uiteindelijk op 100.000 komen."
"Het is nog geen massamarkt en voor RWE strategisch ook geen grote zaak. We willen als grote energieleverancier echter meedoen aan de trend", zegt Björn Gropengiesser, expert in deze sector bij het concern. Hij wijst erop dat de techniek nog altijd gecompliceerd is. Bovendien mogen in Duitland alleen gespecialiseerde vakkrachten installeren, maar die zijn schaars. "De beginfase is altijd moeilijk en duur". De prijzen liggen tussen 15.000 en 20.000 euro, al naar het model. Naast kopen kan men voor € 5.000 en een maandelijkse bijdrage van 30 tot 40 euro een contract afsluiten. Na de looptijd kunnen de installaties overgenomen worden.
Geen ruimte in de kelder
Dat de interesse in Duitsland groot is, wijt Gropengiesser ook aan de traditionele bereidheid daar te investeren, meer dan in andere Europese landen. Kathinka Königstein van LichtBlick wijst wat Nederland betreft op de onzekerheid van de wetgeving voor subsidies daar. "Nederland heeft ook geen grote kelders", zegt Gropengiesser. Want de installaties vergen veel ruimte, ook al worden ze ook wel mikro-WKK's genoemd.
Er zijn veel verschillen in toegepaste technieken en marketing. Een goed voorbeeld daarvan is LichtBlick. Die ziet zichzelf vooral als een producent van stroom. De onderneming houdt die voor zichzelf en verkoopt ze, legt directiewoordvoerder Ralf Kampwirth uit. De verwarmingsketels blijven ook eigendom van LichtBlick. De huiseigenaren betalen daarvoor eenmalig een bijdrage van € 5000,- plus maandelijks € 20. Voor verhuur van de kelder krijgen ze maandelijks nog € 5 en een bonus voor de stroom.
LichtBlick heeft haar bekendheid ook te danken aan de samenwerking met autobouwer Volkswagen, die ook motoren voor de HRe-ketels levert. Kampwirth ziet daarin ook goede mogelijkheden voor activiteiten in andere landen. "Er zijn al gesprekken gaande." Gropengiesser van RWE wijst op de contacten met zijn collega's van RWE in Holland. Maar voorlopig ziet hij er daar nog geen aanbod van komen.
Volg ons op Twitter: @energiepodium