08-03-2021
Zorg ervoor dat de klimaatwinst die we hier met de maakindustrie bereiken, ook in het buitenland wordt toegepast, stelt Martien Visser. Hij pleit voor een klimaatvriendelijk industriebeleid.
Nederland verbruikt elk jaar 1.000 kilo staal, cement en kunststof. Per persoon, wel te verstaan. Baby’s en grijsaards meegerekend. Verder willen we ons netjes kleden, voldoende voedsel, computers, telefoons en internet. Ook willen we ons kunnen verplaatsen per fiets, auto en openbaar vervoer. En nieuwe huizen, terwijl bestaande gebouwen moeten worden geïsoleerd. Ook willen we goede zorgvoorzieningen en fijne vakanties. Voor dat alles, en nog veel meer, zijn spullen nodig. Veel spullen. Natuurlijk, het kan best wat minder. Maar onze spullenhonger blijft.
“Dagelijks komen reusachtige schepen aan in Rotterdam”
De productie en het transport van al die spullen leidt tot CO2-emissies. Om precies te zijn: vijfmaal meer dan door thuisgebruik van elektriciteit, aardgas en benzine of diesel. Deels worden onze spullen in Nederland geproduceerd, door onze maakindustrie. De rest wordt geïmporteerd. Dagelijks komen reusachtige schepen aan in Rotterdam met goederen voor de Nederlandse consument.
De internationale CO2-boekhouding kijkt niet naar consumptie, maar naar productie. Dat betekent dat de spullen die we uit China importeren voor Nederland CO2-vrij zijn. Bij export werkt dat andersom. Voor een land als China is die balans sterk negatief. Hun uitstoot ter grootte van 25% van de mondiale CO2 is vooral te wijten aan de productie van spullen voor anderen. Nederland, met formeel 0,3% van de mondiale CO2-emissie, profiteert juist van die rekenregels. Op papier dan, want voor het klimaat maakt het uiteraard niet uit of we CO2-emissies in China of in Nederland veroorzaken. Het effect is evenwel gigantisch. Nederland ontloopt zo netto, import minus export, zo’n 100 Mton CO2. Evenveel als onze totale CO2-emissie in 2030.
“Nederland probeert hoekschoppen in plaats van doelpunten te scoren”
Op zichzelf zijn die boekhoudkundige regels zo gek nog niet. Je kunt gemakkelijker de CO2-emissie bij het gebruik van energie vaststellen, dan dat je moet bijhouden hoeveel CO2 er zit in een geïmporteerde trui, computer of auto. Best spannend hoe die carbon border tax straks gaat werken. Maar dat neemt niet weg dat je steeds terdege moet beseffen wat het betekent. En daar gaat Nederland de mist in. Om een voetbalanalogie aan te halen: Nederland probeert hoekschoppen in plaats van doelpunten te scoren.
Neem de discussie over datacenters. Dat die nodig zijn is onomstreden. Maar data opslag voor andere landen, waardoor onze elektriciteitsvraag en CO2-emissie stijgt? En waarom zouden de Nederlandse gascentrales moeten draaien voor onze oosterburen, die zelf (kolen)centrales hebben? Kunnen we die export niet aan banden leggen? En die petrochemie en staalfabrieken, maken die ook producten voor de UK? En stel dat de RWE-centrale in Limburg wordt aangesloten op het Belgische stroomnet. Dan is de elektriciteit CO2-vrij voor België, en de CO2 voor Nederland. Paniek!
“Nederland stuurt op de geleidelijke eliminatie van haar maakindustrie”
Met het klimaatbeleid heeft dat allemaal niets te maken. We zijn gaan geloven in de boekhoudkundige regels. Importeren is dan aantrekkelijk, produceren is dom. Het gevolg is dat Nederland stuurt op de geleidelijke eliminatie van haar maakindustrie. Het klimaat schiet daar niets mee op. Integendeel zelfs. De Nederlandse industrie produceert relatief efficiënt; een groot deel hoort zelfs bij de 10% meest efficiënte bedrijven in de EU. Dacht u dat spullen uit landen als Bulgarije, Ukraine, Rusland of China een lagere CO2-voetafdruk hadden?
Gek eigenlijk. Nog maar kort geleden schreeuwde heel Nederland moord en brand toen we voor corona-artikelen afhankelijk bleken van het buitenland. De revival voor de Nederlandse maakindustrie leek aanstaande. Het blijkt retoriek. Uit de doorrekening van de verkiezingsprogramma’s blijkt dat veel partijen een enorme ‘weglek’ van CO2 accepteren. Lees: verplaatsing van de maakindustrie naar het buitenland. Uiteraard benoemde het PBL dit aspect. Vergeefs. Ik moet zeggen: de hoofdfiguur van het PBL-rapport was ook niet erg duidelijk. Maar toch…
Onze maakindustrie in gevaar! Grote koppen in de kranten. Verhitte debatten in talkshows op radio en TV. Politici, met het schaamrood op de wangen, zich uitputtend in excuses, zeggen dat ze het zo niet bedoeld hebben. Niets van dat alles. Behalve een briefje van de FNV, waarin wordt gewezen op de vele banen die verloren dreigen te gaan, bleef het stil. Doodstil. Dat Nederland hiermee ook verdienpotentieel verliest, bleef zelfs onbesproken. Terwijl dat hard nodig is. Want om te kunnen importeren, moet je ook exporteren. Je hebt immers geld nodig om importen te kunnen betalen. En dat allemaal zonder een greintje klimaatwinst!
“Hoog tijd dat we onze malle focus op de nationale CO2-emissie laten vallen”
Hoog tijd dus dat we onze malle focus op de nationale CO2-emissie laten vallen en ons richten op echte klimaatwinst. Voor een deel is dat relatief eenvoudig. De ETS-sectoren vallen immers onder Europese regulering en er is geen enkele zinnige reden daarop te sturen. We kunnen ons als Nederland dus beperken tot de non-ETS-sectoren. Met uitzondering van personenauto’s, want ook dat regelt de EU al voor ons. Maar dat is niet voldoende.
We moeten de Nederlandse maakindustrie niet wegpesten, maar koesteren. Ik las ergens dat het CDA met de grootste CO2-uitstoters afspraken wil maken over uitstootreductie, met als tegenprestatie ondersteuning om dat doel te bereiken. Prima gedachte. Maar schaal dat op naar het midden- en kleinbedrijf. En beperk je als Nederland niet tot het aanbieden van CO2-vrije elektriciteit, maar zorg ook CO2-vrij gas. En zorg ervoor dat baseload elektriciteit voor onze maakindustrie niet onbetaalbaar wordt, maar beschouw dit als een primaire basisvoorziening.
“Op naar een klimaatvriendelijk industriebeleid!”
En tot slot: zorg ervoor dat de klimaatwinst die we hier met de maakindustrie bereiken, ook in het buitenland wordt toegepast. Op die manier zijn we niet alleen bezig met onze eigen 0,3% CO2-emissie, maar kunnen we wereldwijze impact hebben. Mooie taak voor de volgende minister van Economische Zaken en Klimaat, lijkt me. Op naar een klimaatvriendelijk industriebeleid!