Rob de Wijk over opties om de leveringszekerheid van gas op peil te houden
Terwijl Nederland zich buigt over de vraag op welke wijze de teruggang van het Groningse gas moet worden gecompenseerd, heeft Israël met Egypte een miljardendeal voor gasleveranties gesloten. Israël gaat de komende tien jaar voor 15 miljard dollar gas uit het Israëlische Tamarreservoir en het Leviathanveld leveren die beide in de Middellandse Zee liggen. Interessant is dat Egypte het Israëlische gas vooral voor binnenlands gebruik gaat gebruiken, maar ook de ambitie heeft zich tot gasknooppunt te ontwikkelen. LNG, of vloeibaar aardgas, moet daarbij dan naar Europa en Azië worden geëxporteerd. Waar hebben we dat idee van een gasknooppunt of -rotonde eerder gehoord?
De gasdeal tussen beide landen laat ook zien hoe belangrijk geopolitiek is. Israël voelt zich bedreigd door Iran dat de Syrische president Assad en het anti-Israëlische Hezbollah in Libanon steunt. De gespannen situatie aan Israëls noordgrens zal ongetwijfeld hebben bijgedragen aan dat de regering in Tel Aviv fel reageerde toen Libanon overwoog om een gasveld voor de kust te willen exploiteren, terwijl Israël daar ook aanspraak op maakt. Met de toegenomen spanningen in de regio haalt Israël nu de banden aan met landen waarmee het geen ruzie heeft. Behalve Egypte is dat Jordanië. Met dat laatste land sloot Israël al in 2014 een gasdeal.
Ongetwijfeld is een van de achterliggende gedachten dat dit soort overeenkomsten de betrekkingen tussen de landen verder verbeteren. Gasdeals scheppen afhankelijkheden en afhankelijkheden leiden tot stabiliteit. Althans, dat is de gedachte.
De EU kijkt daar inmiddels anders tegen aan. De annexatie van de Krim was het startschot voor een debat over de vraag hoe Europa minder afhankelijk van Russisch gas kan worden. Sinds de productievermindering van het Groningse gasveld is die vraag alleen maar actueler geworden.
“Uiteindelijk lijkt er ook geen ontkomen aan dat Nederland nieuwe gasvelden exploiteert”
Er staan twee kampen tegenover elkaar. Het ene kamp kijkt puur naar de economische kant en is bereid de afhankelijkheid van Russisch gas te vergroten. Dit kamp wordt aangevoerd door bedrijven als de Nederlandse Gasunie en Shell die mee investeren in de Northstream 2 pijpleiding. Daarmee moet Russisch gas om Oekraïne heen, naar Duitsland en zo nodig ook naar Nederland worden getransporteerd. Het andere kamp, dat wijst op de geopolitieke risico's, wordt aangevoerd door de Europese Commissie. Dit kamp krijgt steun uit onverwachte hoek. De milieubeweging wil zo snel mogelijk van het gas af, en zit dus niet te wachten op Russische importen. Ook ziet die beweging niets in de exploitatie van het grote veld ten noorden van Schiermonnikoog. Want dat leidt alleen maar tot vertraging van de energietransitie.
Over de noodzaak van die transitie bestaat inmiddels consensus. De vraag is echter hoe snel deze kan gaan. Het aardgasverbruik in woningen kan nog vóór 2030 met de helft omlaag, stelt voorzitter Doekle Terpstra van installateurskoepel UNETO-VNI. Dat is mooi, maar niet meer dan een eerste stap. Als het gaat om het vaarwel zeggen van gas dan lijkt 2050 door alle technische en vooral politieke hobbels die nog moeten worden genomen met veel pijn en moeite mogelijk haalbaar. In navolging van Exxon en Shell, stelt BP daarom in zijn recente Energy Outlook dat er dus in de gasproductie moet worden geïnvesteerd om de leveringszekerheid op peil te houden. Uiteindelijk lijkt er geen ontkomen aan dat Nederland nieuwe gasvelden exploiteert, en een afweging maakt tussen meer Russisch gas en de import van LNG uit, wie weet, Egypte.
Rob de Wijk is directeur van het The Hague Centre for Strategic Studies (HCSS) en professor Internationale Betrekkingen aan de Universiteit Leiden. In zijn column gaat hij in op de energievoorziening in het licht van de internationale verhoudingen.