René Peters over de niet uit te leggen omgekeerde redenering van ‘als we minder produceren, komen we vast vanzelf van gas los'
Deze week bracht het CBS nieuwe cijfers uit over de productie, import en export van aardgas in Nederland. Dat de productie terugloopt is niet verrassend, in 2017 was de productie uit Groningen al gedaald tot het niveau van de kleine velden, net boven 20 miljard kuub per jaar. Daarbij is de import van gas sterk gestegen, vooral vanuit Noorwegen met in totaal 24 miljard kuub. Wat wel verrassend is, is dat ondanks alle verhalen in de media over gasloos wonen, warmtepompen, geothermie en elektrificatie van de industrie de gasvraag in Nederland net als in 2016 toch weer is gestegen.
Natuurlijk is dat gerelateerd aan de groeiende economie, waardoor de vraag in de industrie steeg. Bovendien gaan door het sluiten van kolencentrales en de stijging van de CO2 prijs, de gascentrales weer aan. Maar waar de gemiddelde Nederlander er niet alleen van overtuigd is dat het goed gaat met de energietransitie nu hij zelf zonnepanelen installeert op zijn dak en windturbines ziet verschijnen op land en op zee, denkt hij nu ook dat we langzaam maar zeker van het gas af raken. Niks blijkt minder waar. Bij toenemende vraag blijkt elke kuub minder gasproductie in Nederland direct te leiden tot een groei van een kuub gas aan import uit het buitenland.
Nederland is nog steeds netto exporteur van gas, met een verschil tussen export en import van 1.7 miljard kuub in 2017. In dit tempo betekent dit dat Nederland waarschijnlijk al in 2018, maar uiterlijk in 2019 netto importeur van gas wordt. Dat hoeft op zich niet erg te zijn, zolang we de import voldoende kunnen spreiden over Noorwegen, Rusland en import van LNG.
De olie en gas operators blijken weinig interesse te hebben in nieuwe investeringen in olie en gas in Nederland. Volgens EBN is er nog nooit zo weinig in olie en gas exploratie geïnvesteerd als in 2017: 131 miljoen euro. Tien jaar geleden was dit nog 1 miljard euro per jaar. Dit is niet alleen het gevolg van een lage gasprijs, maar ook van strengere regelgeving in Nederland voor NOx emissies en ongunstigere belastingtarieven vergeleken met de ons omringende landen met name in het Verenigd Koninkrijk. Waar het VK, al sinds jaren netto importeur van gas, de grootste moeite doet om de eigen productie van olie en gas te verhogen door olie- en gasbedrijven tot investeringen aan te zetten, lijkt in Nederland een actief beleid te worden gevoerd om olie en gaswinning versneld uit te faseren met als achterliggende omgekeerde redenering: als we minder produceren, komen we vast vanzelf van gas los.
“Recente vondst van 50 miljard kuub-gasveld op de Noordzee laat zien dat er nog voldoende gas te vinden is”
Hierdoor dreigt Nederland een van de eerste landen in de wereld te worden die ‘stranded assets' krijgt en tegelijkertijd grootschalig gas gaat importeren. Niet alleen blijft er naar verwachting rond de 500 miljard kuub gas in het Groningen veld achter na het stoppen van de productie in 2030, maar ook in de kleine velden blijft mogelijk 150 miljard kuub gas achter aan niet ontwikkelde velden als de investeringen niet toenemen. Is dat erg? We moeten toch op termijn van het gas af, is een vaak gehoorde redenering. Het zou nog uit te leggen zijn als het ons lukt om de gasvraag in lijn met de afnemende productie uit Groningen en kleine velden te laten dalen, met grootschalige ombouw van de industrie, afbouw van de export contracten en het gasloos maken van huishoudens. De verwachtingen worden echter stevig getemperd door de grootverbruikers, vertegenwoordigd door de VEMW, die hun bezorgdheid hebben uitgesproken over het tempo en de kosten van de ombouw. Het voorstel om CV ketels op gas over drie jaar te verbieden, wordt kritisch ontvangen door onder andere Vereniging Eigen Huis. Installateurs zouden onvoldoende zijn opgeleid voor de alternatieve systemen. De eerste ervaringen met warmtepompen zijn niet onverdeeld positief.
Dit leidt tot de onvermijdelijke conclusie dat we de komende jaren veel sterker afhankelijk gaan worden van geïmporteerd gas, met negatieve effecten voor de schatkist en het klimaat tot gevolg. De inkomsten uit gaswinning dalen immers gestaag richting nul. En gasproductie uit Russische velden en Schaliegas uit de VS hebben een dertig procent hogere CO2 footprint dan gas geproduceerd in Nederland, waarbij de transportverliezen in leidingen en schepen voor LNG nog voor extra emissie zorgen.
Er is dus wat aan gelegen om in Nederland de kleine velden offshore maximaal te ontwikkelen en een investeringsklimaat te scheppen waardoor olie- en gasbedrijven weer bereid zijn naar nieuwe velden op zee te zoeken. De recente vondst van een gasveld door Hanze Hydrocarbons op de Noordzee met een potentieel van mogelijk 50 miljard kuub laat zien dat er nog voldoende gas te vinden is. Kleine velden op zee leiden niet tot bevingen die voelbaar zijn op land, en bodemdaling is geen zorg. Nieuwe velden worden tegenwoordig als ‘zero-emission' platform ontwikkeld met elektrische aandrijving, waardoor er minimale CO2 uitstoot plaatsvindt tijdens de productie van het gas. Een eerste platform van Neptune Energy dat elektrisch wordt gevoed is al jaren succesvol in gebruik voor de kust van Scheveningen.
Maar misschien is er nog wel een veel belangrijkere reden om zuinig te zijn op de kleine velden op de Noordzee en de infrastructuur die ontwikkeld is om het gas te produceren. Deze infrastructuur is in de toekomst hard nodig om de plannen van de overheid te realiseren om 20 megaton CO2 per jaar te gaan opslaan in lege gasvelden. Daarvoor moeten de leidingen en putten nog wel toegankelijk blijven. In het huidige tempo van ontmanteling is deze infrastructuur al lang opgeruimd voordat CCS grootschalig wordt uitgerold. Om nog maar niet te spreken over de toekomstige mogelijkheden om elektriciteit van offshore wind parken in de vorm van waterstof naar land te transporteren door de bestaande pijpleidingen, daarvoor is de infrastructuur nog nodig tot minimaal 2030. Er zou dus veel aan gelegen moeten zijn voor Wiebes om de kleine velden nog een tijdje in stand te houden.
René Peters is expert Olie en Gas bij TNO. Op Twitter is hij actief onder @renepeters