Sible Schöne: "De grote stroomproducenten zijn onmisbaar bij de verduurzaming van de stroomvoorziening"
Vorige week heeft een coalitie van milieuorganisaties, de Consumentenbond en Verenging Eigen Huis een onderzoek gepresenteerd naar de duurzaamheid van energiebedrijven. Bovenaan eindigden enkele projectontwikkelaars van windenergie, gevolgd door Eneco. Essent eindigde onderaan.
Het onderzoek is op meerdere punten discutabel en draagt niet bij aan de transitie naar een schone en veilige energievoorziening. Daarmee voldoet het onderzoek niet aan de doelstellingen die de opdrachtgevers zelf hebben gesteld. Het onderzoek is veel te positief over de inkoop van Noorse certificaten, maakt een onbegrijpelijke keuze met betrekking tot biomassa en maakt ten onrechte geen onderscheid tussen de bedrijven die ervoor zorgen dat we elke dag stroom hebben, leveranciers van stroom en projectontwikkelaars van windenergie.
Het onderzoek maakt twee onbegrijpelijke keuzes met betrekking tot duurzame energie. De eerste betreft grootschalige waterkracht. Een aantal energiebedrijven zoals Eneco, NUON en de Nederlandse Energie Maatschappij kopen op zeer grote schaal Noorse certificaten in om de inkoop van grijze stroom te vergroenen. Het is onbegrijpelijk dat de milieuorganisaties de inkoop van Nederlandse grijze stroom in combinatie met deze certificaten in het onderzoek beschouwen als waterkracht. Er vindt namelijk vrijwel geen import plaats van Noorse waterkracht. De ingekochte stroom is voor het overgrote deel kolenstroom, die door bedrijven als E-ON, Electrabel en RWE wordt geproduceerd. In feite accepteren de Consumentenbond en de milieuorganisaties met deze keuze dat hun favoriete bedrijf Eneco naar schatting anderhalf miljoen groene stroom klanten bedriegt met een grijs stroomproduct onder de naam Ecostroom.
Het tweede punt is de negatieve houding tegenover biomassa. Terwijl deze energiebron in de toekomstscenario's van de milieuorganisaties een sleutelrol speelt, wordt de bijstook van biomassa op dezelfde wijze wordt beoordeeld als kolen en kernenergie. Deze keuze is onverklaarbaar, te meer daar aparte biomassacentrales wel positief worden gewaardeerd. De milieukundige realiteit is dat bijstook van biomassa aanzienlijk effectiever is dan een keuze voor aparte biomassacentrales. Dezelfde hoeveelheid biomassa levert in het geval van bijstook ongeveer 25% meer stroom op dan in aparte centrales en vaak nog met minder vervuiling ook. Dat zou milieuorganisaties toch moeten aanspreken.
“Geen van de bedrijven die door de milieuorganisaties worden aanbevolen, kan zelfstandig de voorzieningszekerheid aan hun klanten garanderen.”
Op grond van deze ranking komen vier milieuorganisaties tot de concrete aanbeveling om windstroom te kopen bij een van de bedrijven uit de top vijf. Met die producten is natuurlijk niks mis. Maar het is weinig zinvol om de windproducten van de andere energiebedrijven af te wijzen. We moeten niet terug naar de tijd waarin biologische melk alleen deugt als deze wordt gekocht in de biologische winkel en de biologische melk uit de supermarkt niet deugt. Zo'n nauwe opvatting draagt niet bij aan verduurzaming.
De belangrijkste reden voor het HIER Klimaatbureau om niet mee te doen aan het onderzoek is het feit dat geen onderscheid wordt gemaakt tussen de bedrijven die ervoor zorgen dat we elk moment van de dag stroom hebben, leveranciers van stroom en projectontwikkelaars van windenergie. Wij hadden mee willen doen als het onderzoek zich had gericht op de grote Europese stroombedrijven.
Het
logische gevolg van een vergelijking tussen drie totaal verschillende soorten
bedrijven is dat de projectontwikkelaars van wind de ranglijst aanvoeren,
gevolgd door Eneco, een verkooporganisatie met een projectontwikkelaarstak. De
grote producenten staan onderaan. Geen van de bedrijven die door de
milieuorganisaties worden aanbevolen, kan zelfstandig de voorzieningszekerheid
aan hun klanten garanderen.
De studie creëert een tweedeling tussen goede en
foute bedrijven. Er is serieuze discussie mogelijk over de zin van deze
benadering. De grote stroomproducenten zijn onmisbaar bij de verduurzaming van
de stroomvoorziening. Niemand wil dat de voorzieningszekerheid in het geding
komt. De grootschalige inpassing van met name wind en zon is alleen mogelijk als
er ook voor de huidige grootschalige stroomproducenten een toekomstperspectief
is. De problemen met de Energiewende in Duitsland laten dit zien. In mijn ogen
is er juist behoefte aan samenwerking en een gezamenlijke visie in plaats van
aan tweedeling.
Tot slot een laatste punt dat eigenlijk niet aan de orde zou moeten komen. Iedere keer als het HIER Klimaatbureau kritiek levert op dit onderzoek, krijgen wij het verwijt dat wij niet onafhankelijk zijn omdat Essent een deel van onze activiteiten sponsort, met name het Klimaatstraatfeest. Het is misschien goed om hier één keer aan te geven dat er meer relaties zijn. Zo sponsort Eneco het Wereld Natuur Fonds en Natuur en Milieu met een totaalbedrag dat een veelvoud is van de bijdrage van Essent aan het HIER Klimaatbureau. Wij gaan ervan uit dat ook onze collega's hun onafhankelijkheid daarbij overeind houden. Wij willen de inhoudelijke discussie niet op deze manier voeren, maar om misverstanden te voorkomen moet het toch maar een keer worden gezegd.
Sible Schöne is Programmadirecteur
HIER Klimaatbureau