Zoeken

Ons energiesysteem is te ouderwets om te exporteren

Column Jorien de Lege, Greenpeace: "Ontwikkelingslanden kunnen vooral van ons leren hoe het niet moet"

Een van de vreemdste argumenten tégen schone energie die ik ooit heb gehoord gaat over de uitstoot van broeikasgassen in ontwikkelingslanden. Het zou van ongekende arrogantie getuigen om vanuit de VS en Europa te waarschuwen voor de alarmerende groei in uitstoot in landen als China en India, terwijl wij zelf grotendeels verantwoordelijk zijn voor de opwarming van de aarde. En daar behoorlijk rijk van zijn geworden.

Op het eerste gezicht lijkt het inderdaad onethisch om met het vingertje te wijzen als je zelf zoveel verkeerd hebt gedaan en nog steeds doet. Maar als je er verder over nadenkt, is de logica ver te zoeken.

Het ‘pot verwijt de ketel'-argument impliceert namelijk dat elk land ‘recht' heeft op zijn eigen vervuiling. Europa kaalgekapt? Dan mag India dat ook. Amerikanen met een veel te grote ecologische voetafdruk? Waarom zouden de Chinezen dan niet op grote voet mogen leven!

Tja, waarom niet? Omdat de wereld er simpelweg niets mee opschiet als elk land het desastreuze pad van de westerse industrialisatie doorloopt. In een eeuw hebben een paar landen zoveel kapot gemaakt, dat de hele aarde nu de gevolgen ondervindt.

Klimaatverandering treft juist de armere landen die zelf niets hebben bijgedragen aan het probleem. Oneerlijk misschien, maar Moeder Natuur doet niet aan gelijke behandeling. En daarom is het ook zo zinloos om te stellen dat ontwikkelingslanden recht hebben op dezelfde hoeveelheid vervuiling als het Westen. Wij leven in uitgeputte, kaalgeplukte gebieden die met kunst en vliegwerk overeind worden gehouden. Onze longen zitten vol fijnstof en ons lichaam vol chemische troep dat we voedsel noemen. Onze ‘vooruitgang' is behoorlijk relatief, met elke noodgreep om onze omgeving in stand te houden zakken we dieper weg in de ellende. Niet echt iets om te promoten bij andere landen.

Het meest positieve wat de westerse wereld nu te bieden heeft is misschien nog wel voortschrijdend inzicht. Kijk hoe het niet moet! Vooral de energiesector biedt mogelijkheden voor groene welvaart. Er ligt in veel ontwikkelingslanden nog geen gecentraliseerd elektriciteitsnetwerk dat de bouw van grote, vervuilende centrales legitimeert. Je ziet het in afgelegen gebieden, waar ondernemers met een paar zonnepanelen de mobieltjes van het hele dorp opladen. Waar 's avonds het licht brandt dankzij een windmolen. In Bangladesh hebben meer dan een miljoen mensen toegang gekregen tot elektriciteit dankzij zonnestroom. Hun longen blijven vrij van kolenstof, hun bomen worden niet gekapt en toch kan de iPad gewoon aan. Groeiende welvaart in harmonie met de omgeving, dát is voor mij vooruitgang.

Bill Gates heeft onlangs 100.000 dollar geïnvesteerd in de ontwikkeling van een toilet op zonne-energie. Speciaal afgestemd op de behoeften van die 2,6 miljard mensen die nog steeds geen toegang hebben tot veilig sanitair. Westerse toiletten gebruiken volgens hem te veel water en zijn afhankelijk van lastige rioolstructuren. Kortom: te ouderwets om te exporteren.

Gates geeft daarmee precies de juiste omslag in het denken aan. De Westerse wereld is grotendeels schuldig aan de huidige milieuproblematiek. Om dat goed te maken moeten we niet onze vieze technologie in andere landen dumpen onder het mom van gelijke kansen. Deze landen hebben recht op het beste dat we nu te bieden hebben. Te beginnen met een beperkte CO2-uitstoot. En natuurlijk zo'n mooi zonne-toilet.

Jorien de Lege is campagneleider klimaat en energie bij Greenpeace en gespecialiseerd in het thema kernenergie. Zij vervangt in de zomer van 2012 haar collega Hans Altevogt.

Volg ons op Twitter: @energiepodium

Jorien de Lege

Jorien de Lege is campagneleider klimaat en energie bij Greenpeace