Zoeken

Productie groen gas van boerenerf naar grootschalige installaties

Xander van Mechelen, directeur Groen Gas Nederland: "Sector zal anders georganiseerd worden"

De groen gassector moet groeien, en snel ook. Xander van Mechelen, directeur van Groen Gas Nederland, wil tienduizenden auto's, vrachtwagens en schepen omzetten naar duurzaam groen gas. Maar daarvoor is meer volume nodig. Politiek zit het tij niet mee: "In het Energieakkoord heeft groen gas niet echt een vuist gekregen."

Gaat het de sector lukken om snel genoeg te groeien?
"Het is spannend of onze groei doorzet. De volgende stap is de doorbraak van de technologie voor het vergisten van bermgras en mest op grote schaal. Dat moet een extra miljard kubieke meter gas per jaar gaan opleveren. Ter vergelijking: in Nederland winnen we ruim 70 miljard kubieke meter aardgas per jaar. De vraag is of er ondernemingen komen die dit oppakken. We hebben berekend dat die businesscase uit kan. Dat is een grote stap, want tot nu toe was dat altijd een welles-nietesspelletje. Veel mensen geloofden er niet in.

De groen gassector zal grootschaliger gaan werken. Dat is een enorm organisatievraagstuk. Een paar partijen moeten de grondstoffen verzamelen en vergisten. Het bermgras komt bijvoorbeeld van gemeenten, die dat in de toekomst allemaal naar een verzamelplaats gaan brengen. De mest komt van varkenshouders, die zal ook naar een paar centrale punten gaan. Met Groen Gas Nederland ondersteunen we die organisatie. We praten met de provincies over het inzamelen van het bermgras en met het Ministerie van Economische Zaken over het geven van investeringszekerheid aan innovatieve leveranciers."

Hoe gaat het met de mestvergisters van agrarische bedrijven?
"In Nederland hebben zo'n honderd boeren hebben hun eigen vergister op hun erf gezet en behandelen daarmee hun eigen mest. De pioniers dachten dat ze biogas er wel even bij konden doen. Dat was echt een onderschatting. Bij die mest moeten extra producten worden gevoegd om de vergisting goed te laten verlopen - die techniek heet co-mestvergisting. Die co-producten waren partijen met bijvoorbeeld glycerine en sinaasappelschillen. De boeren kregen dan een belletje van leveranciers die dat kwamen afleveren. Dat ging niet goed: de leveranciers knepen de agrariërs af. Ze rekenden terug - als de boer er 23 cent subsidie aan overhoudt, vroegen ze 22 voor hun product. Degenen met de grondstof hebben de macht in de keten.

Na twee, drie jaar kwamen er zoveel vergisters dat de markt onder druk kwam te staan. Kort daarop raakte de bioglycerine op. Dat kwam omdat de biodieselplants, die de glycerine produceerden, in Nederland op de fles gingen. Toen viel ineens de helft van de grondstoffen weg. Nu zie je dat veel kleine mestvergisters failliet gaan."
““Voor agrarische bedrijven moet er een serviceverlener komen aan wie ze hun mest kunnen verkopen. Er moet een onderhoudsvrije oplossing komen””

Hebben we het in Nederland dan zo slecht gedaan?
"Juist niet. Dit is een nieuwe sector, die ontwikkelt zich snel. In Duitsland zijn de problemen veel groter. Daar zijn 5.000 van dit soort installaties neergezet met dezelfde problemen. Daar is totaal geen leercurve geweest. Wij hebben het rustiger aangepakt, veel geleerd en daarom kunnen we nu snel groeien.

De sector zal wel anders georganiseerd worden. De boeren met co-mestvergisters hebben geen professionele inkoper en missen verstand van de complexe biologie die hierbij komt kijken. Vergisting is een proces dat werkt met bacteriën. De opbouw van de goede bacteriën is een ingewikkeld proces, dat weken kan duren. Als je de verkeerde grondstoffen in een vergister stopt, gaan ze dood. Daarom is het efficiënter dat niet iedereen zelf gaat vergisten, maar dat er grote verzamelpunten komen. Voor agrarische bedrijven moet er een serviceverlener komen aan wie ze hun mest kunnen verkopen. Of er kan ter plekke een onderhoudsvrije oplossing komen, waarbij de mest in een ton wordt gepompt, zonder dat ze er een seconde van hun tijd aan verliezen."

Wat maakt het verschil tussen succesvolle en minder succesvolle groen gasproducenten?
"Naast schaalgrootte is hoe je omgaat met je restproduct, het digestaat dat overblijft na vergassing, ontzettend belangrijk. Alle partijen met een goede businesscase hebben dat op orde, bijvoorbeeld met langjarige contracten om het fosfaat dat in het digestaat zit te verkopen."

Hoe gaat het met verder met de sector?
"Je ziet dat er een professionaliseringsslag komt. Groen gas wordt grootschaliger. Het lukt grote bedrijven als Suikerunie en afvalverwerker Attero wel, maar boeren die alleen ondersteund worden niet. Er zijn ook een paar agrariërs die hun melkquotum afstoten en professioneel vergister worden. Zij kunnen het ook gaan maken. En als er grote, professionele installaties opstaan, ben ik ervan overtuigd dat ook de biomassaprijzen overeind blijven."