Cyril
Widdershoven: "Sommige analisten spreken over gebeurtenis van ongekende orde"
Het internationaal energieagentschap IEA in Parijs heeft vorige week haar maandelijkse olierapport uitgebracht. De analyse van de IEA is duidelijk. De olieprijs heeft een bodem bereikt; de mogelijkheid van grootschalige prijsverhogingen de komende maanden is duidelijk aanwezig. In haar rapport zegt het IEA dat de olieprijs op het hoogste niveau zit van de laatste drie maanden, gesteund door een verbetering van de vraag-aanbod situatie, de verwachte onderhandelingen OPEC-non OPEC landen en een zwakke US dollar. Toch is het niet allemaal rozengeur en maneschijn. De groei van de vraag in de VS en China neemt sterk af. De totale groei in Q4 2015 lag op 1.2 miljoen vaten per dag, 1.1 miljoen vaten per dag lager dan in Q3. De groei voor geheel 2016 is gezet op 1,2 miljoen vaten per dag. Op hetzelfde moment ging ook de productie van olie omlaag met 180.000 vaten per dag naar 96,5 miljoen vaten. Niet-OPEC productie zal met 750.000 vaten per dag afnemen in 2016 tot rond de 57 miljoen vaten per dag. OPEC productie ging met 90.000 vaten omlaag naar 32.61 miljoen vaten per dag. De lagere productie in Irak, Nigeria en de VAE werd voor een deel opgevangen door extra productie in Iran.
Nu zelfs de IEA aangeeft dat de markt zich gematigd positief aan het bewegen is, wordt een mogelijke ontmoeting tussen OPEC en Rusland (en anderen) nog belangrijker. Sommige analisten spreken al over een historische gebeurtenis van ongekende orde. Indien er namelijk een afspraak komt tussen OPEC en Rusland, dan is er een ‘kartel 2.0' in de markt dat zeggenschap heeft over 73% van de mogelijke olieproductie de komende maanden. Dit kan, zeker indien ook nog ondersteund door ‘free riders' zoals Irak, Iran, Venezuela en Kazakhstan, een substantiële prijsverhoging in de markt zetten.
““Er is te veel laaghangend fruit bij niet-OPEC landen om deze kans voorbij te laten gaan””
De
sterkte van zo'n kartel moet niet worden onderschat. De financiële en
geopolitieke noodzaak voor alle landen om samen te werken is overduidelijk. De
opkomst van schalieolie en -gas in de VS, de tegenvallende groeicijfers van
klanten zoals China, India en Japan, en de groeiende rol van milieuwetgeving
gebaseerd op de klimaattop in Parijs hebben de oliemarkt onder druk gezet. Speculaties
in de markt hebben de prijs de genadeslag gegeven waardoor we prijsniveaus van
onder de US $30 per vat hebben gezien. Deze situatie kan niet meer langer duren
voor veel olieproducerende landen. Rusland, Iran, Irak en Venezuela liggen met
ademnood in de hoek waar de Arabische Golfstaten het graag zien. De
schaliesector in de VS ligt bloedend op straat; de schuldenlast van veel
onafhankelijke producenten gaat tot een exodus leiden de komende maanden. De
Noordzee, de Golf van Mexico en Brazilië zijn ook bezig met grootschalige
herstructureringen door de lage prijs en druk op hun ROI. Indien er een
rationele aanpak van deze situatie mogelijk is, dan gaan Saoedi-Arabië, Rusland
en landen zoals Iran, VAE, Koeweit en Irak een productiebevriezing afsluiten om
zo de genadeslag te geven aan de concurrentie. Hier ziet het echter nog steeds
niet naar uit.
Geopolitieke belangen, religieuze verschillen en militaire conflicten maken het
voor al deze landen bijna onmogelijk om zonder gezichtsverlies een deal te sluiten
de komende weken. Op hetzelfde moment dat officiële berichten van de
olieregeringen aangeven dat men bereid is tot een gesprek en mogelijke
overeenkomst in Moskou, geven andere belanghebbenden in dezelfde landen aan dat
de tegenstellingen te groot zijn. Onwil in Iran en Saoedi-Arabië zijn bekend,
vooral gebaseerd op de voortgaande conflicten in het Midden-Oosten. Rusland's
oliesector is bang dat men geconfronteerd wordt met lagere productieniveaus
terwijl veel velden niet kunnen worden teruggeschroefd. Iran en Irak willen zelfs hun productie nog
verhogen om weer marktaandeel te herwinnen.
De positie van de VS, Canada, Noordzee en andere non-OPEC regio's is niet
benijdbaar. In tegenstelling wat analisten, zoals IEA, EIA en de financiële
instellingen maandenlang hebben aangegeven, zit er al bloed aan de muur. De
fictieve berichten dat bij een plotselinge verhoging van de olieprijs
schalieproducenten weer zullen terugkeren moeten eens worden doorgeprikt. De
vraag is namelijk waarom investeerders, die nu al veel geld zijn verloren en
bij nieuwe faillissementen veel pijn gaan lijden, weer in de markt zouden stappen
in de VS en andere plekken? Dit weten de OPEC-leiders ook.
Na een lange tijd van economische pijn in Saoedi-Arabië en de GCC-regio (de Gulf Cooperation Council) is nu de tijd gekomen om te oogsten.
Riyadh, Abu Dhabi en Koeweit hebben eindelijk een situatie waarin zij de toon
kunnen zetten op de markt. Hun marktaandeel hebben ze niet verloren, financieel
gezien is hun economie nog niet onderuit gegaan. Andere landen zitten wel al
met de gebakken peren. De belangrijkste niet-OPEC landen, onder leiding van
Rusland, zijn al bereid om een deal te sluiten met de historische vijand OPEC.
De mogelijke strategie in de hoofden van de GCC-landen zal mogelijk de volgende
zijn. Blijf praten met de concurrentie, maar neem nog geen overhaaste
besluiten. Hoe langer de pijn voortduurt, hoe beter OPEC's
onderhandelingspositie zal worden. Faillissementen
zullen het productieoverschot sneller laten afnemen dan conservatieve (en vaak
ernaast zittende) denktanks zoals de IEA nu aannemen. Indien de financiële
instellingen dan ook hun short-posities in long-posities overzetten zal de
prijs exponentieel stijgen. Uiteindelijk is de oliemarkt wel weer een heel
normale markt. De afname van investeringen wereldwijd in olieproductie leidt
binnen zeer korte tijd tot lagere productievolumes. OPEC heeft een ding
begrepen van haar vorige marktoorlog: geef niet te snel toe en laat de pijn
vooral bij niet-OPEC terecht komen.
Indien er een bijeenkomst komt in Moskou na 20 maart, zoals aangegeven door de
Russische minister van olie, zal er geen sprake zijn van een confrontatie maar
een strategie van de lange adem. Samenwerking zal worden uitgesproken maar dan
wel zonder productieverlagingen. Er is te veel laaghangend fruit bij niet-OPEC
landen om deze kans voorbij te laten gaan. De uitkomst zal denkelijk een
voortzetting zijn van de dialoog die door Rusland (!) is geïnitieerd. Moskou
heeft haar verzwakte positie laten zien, dit zal Saoedi-Arabië en haar GCC-vrienden
zeker zijn opgevallen. De vis is aan de haak voor het eerst sinds de 70'er
jaren van de vorige eeuw. Het is nu aan de Arabische landen om deze op de
gepaste (voor hen) manier nu binnen te hengelen.
Cyril Widdershoven is Senior Fellow Hazar Strategy Institute Istanbul en SVP Research MEA-Risk