Zoeken

"We zullen eerst een verschuiving van olie naar het schonere gas zien"

Zo af en toe gebeurt er in onze wereld toch iets om blij van te worden. Met het klimaatakkoord dat in Parijs is ondertekend, aanvaarden alle landen het gegeven dat het klimaat verandert, dat dit door ons zelf komt en dat wij er dus ook zelf iets aan moeten doen. Het lijkt mij dat de klimaatsceptici zo langzamerhand hun recht van spreken hebben verloren. Wetenschap en politiek aanvaarden nu dezelfde analyse en staan nu allemaal achter hetzelfde doel.

Mijn probleem met de wijze waarop het klimaatvraagstuk is aangepakt is de traagheid ervan. Daardoor zijn we geleidelijk verschoven van een discussie over het voorkomen van de opwarming van de aarde, naar een discussie over het beperken van die opwarming en het aanpakken van de effecten ervan. Juist door die traagheid zouden de verdragssceptici die niet geloven in de uitvoering van ambitieuze beleidsdoelen, gelijk kunnen krijgen. Afgesproken is het streven naar een temperatuurstijging van 1,5 graad. Maar hoe haalbaar is dat? Mogelijk dat deze ambitieuze doelstelling er uitsluitend is gekomen om de temperatuurstijging tot twee graden te beperken.
““Advies om je aandelen Shell te voorkopen is toch wat prematuur””

Een mooi voorbeeld van de praktische obstakels die overwonnen moeten worden, is de bouw van windmolens in Noord-Holland. Voor de bouw van een nieuwe windmolen, moeten er twee worden afgebroken. Handige jongens kopen oude windmolens op, drijven de prijs vervolgens op of eisen een deel op van de winst van de nieuwe molen. Op die manier wordt het wel erg moeilijk om nieuwe molens te bouwen. Voeg daarbij de begrijpelijke, groeiende aversie tegen de horizonvervuilende molens en het is duidelijk dat het halen van doelstellingen geen vanzelfsprekendheid is. Maar er zijn ook grotere dreigingen voor het akkoord. Als de Republikeinen de Amerikaanse verkiezingen winnen, dan is de kans groot dat ze het hele verdrag verscheuren. En China blaast de honderden geplande kolencentrales niet af.

Wie de berichten over de top las, kon tot de conclusie komen dat het einde van de ‘fossiele' economie nu echt nabij is en dat werknemers van Shell en andere energiegiganten maar beter snel naar een nieuwe baan kunnen gaan zoeken. Volgens Marjan Minnesma van Urgenda moet je snel je aandelen Shell verkopen: ‘stap eruit nu het nog kan'. Natuurlijk is afgesproken dat we in de tweede helft van deze eeuw naar een broeikasneutrale wereld gaan. Maar het advies van Minnesma lijkt me toch wat prematuur. We zullen eerst een verschuiving van olie naar het schonere gas zien; een omslag waarmee bedrijven als Shell al volop bezig zijn. Inmiddels zet dit bedrijf al meer om met gas dan met olie. De fusie tussen de gasreuzen Shell en BG Group die volgend jaar voltooid moet zijn past helemaal in dit beeld. De fusie moet onder meer een snellere groei opleveren in de mondiale LNG-markt. Die investeringen worden niet gedaan als Shell denkt dat het zijn activiteiten snel moet staken.

Sterker, het lijkt mij ondenkbaar dat tot ver na 2050 fossiele brandstoffen, in het bijzonder gas, niet het grootste deel van de energiemix uitmaken.

Rob de Wijk

Rob de Wijk is directeur van het The Hague Centre for Strategic Studies (HCSS) en professor Internationale Betrekkingen aan de Universiteit Leiden. In zijn column gaat hij in op de energievoorziening in het licht van de internationale verhoudingen.