"Neergang van Europa en opkomst van China duiden op fundamentele verschuiving"
#robdewijk
Amerika heeft zijn Triple A-status verloren. Europese politici lijken niet in staat de financiële crisis op te lossen. Discussies over het faillissement van Griekenland, de toekomst van de euro en zelfs van de Europese Unie zijn niet meer taboe. Volgens het IMF wordt inmiddels de wereldeconomie bedreigd. Een lichtpuntje is dat landen als China het armlastige Europa willen helpen. Met ruim 3000 miljard dollar in kas kan hier en daar wel een landje worden gered.
De neergang van Europa en de opkomst van China duiden op een fundamentele geopolitieke verschuiving, waardoor het westen zijn belangen niet meer op de oude vertrouwde wijze door middel van machtspolitiek kan beschermen. Opkomende machten willen meepraten en invloed hebben. Ze beklagen zich over het feit dat mondiale instituties een afspiegeling zijn van een voorbije wereld. Geen wonder dus dat de G20 aan belang wint en een Chinees- Amerikaanse G2 mogelijk belangrijker wordt dan de vertrouwde G7.
Ook het Internationale Energie Agentschap (IEA), nu onder de bezielende leiding van onze eigen Maria van der Hoeven, is geen afspiegeling van de feitelijke verhoudingen in de wereld. China en India zijn er geen lid van. Wel tekende Van der Hoeven op 20 september jl. een Memorandum of Understanding met de Association of South East Asian Nations (ASEAN) over onder meer de ontwikkeling van schone energie, klimaatverandering en energie-efficiency. Dit is een belangrijke stap.
Ook de Arabische opstanden hebben de geopolitieke situatie veranderd. Nieuwe Arabische leiders kijken steeds vaker naar het oosten, want velen raken uitgekeken op het westen dat de gehate oude regimes steunde. Die steun had natuurlijk te maken met de olie.
Wat zijn de consequenties van deze ontwikkelingen? Energie-importeurs als China en India hebben steeds meer olie en gas nodig. Energie-exporteurs kunnen in een krapper wordende markt een op anti-westerse rancune gebaseerde energiepolitiek gaan voeren, temeer omdat het merendeel van de grote oliemaatschappijen staatseigendom is.
De energiebehoefte van de lidstaten van de ASEAN zal tussen 2008 en 2035 naar schatting met 84 procent toenemen. Dan is het inderdaad verstandig om na te denken over energie-efficiency en duurzaamheid. Maar voor de korte termijn is de geopolitieke dimensie belangrijker. Zo moet China economisch blijven groeien om het land stabiel te houden. Nu vinden er ongeveer 180.000 sociale incidenten per jaar plaats. Zonder groei worden dat er meer. Toegang tot energie is voor de Chinese leiders daarom een kwestie van overleven. Het zou mij dan ook niet verbazen als daardoor de kerntaak van het IEA, coördinatie in tijden van een tekort, belangrijker wordt. De vraag is hoe de coördinatie gestalte krijgt als landen als China er geen lid van zijn.
Rob de Wijk is directeur van het The Hague Centre for Strategic Studies (HCSS) en professor Internationale Betrekkingen aan de Universiteit Leiden. In zijn column gaat hij in op de energievoorziening in het licht van de internationale verhoudingen.
Volg ons op Twitter: @energiepodium.