"De leveringszekerheid van energie blijft nog lang op de agenda van de NAVO staan"
#robdewijk
De leveringszekerheid van energie is voor de NAVO een belangrijk onderwerp. Het is zelfs één van de aandachtspunten van de afdeling Emerging Security Challenges die bestaand en toekomstig onheil bestudeert. Eind november organiseerde deze club zijn eerste, zij het besloten congres. Natuurlijk werd over voor de hand liggende onderwerpen gediscussieerd. De NAVO is voor de kust van Somalië actief tegen piraten die onze handelsroutes bedreigen. Die worden ook door olie- en gastankers gebruikt. Met wat fregatten, helikopters en special forces moeten die piraten op afstand worden gehouden. Dat lukt overigens heel redelijk.
Veel interessanter is het debat over wat belangrijker voor de veiligheid is: olie of gas. Centraal stond de vraag of één van beide een strategisch goed is. Ik zou denken: beide. Maar nee hoor, een van de inleiders, wist dat olie dat wel was en gas niet. Olie is strategisch omdat er geen substituut is en omdat de stijging van de olieprijs tot recessie leidt. Inderdaad komt zonder olie ons hele vervoer tot stilstand. Voor gas, dat voor de opwekking van elektriciteit wordt gebruikt bestaan vele alternatieven. Elektriciteit kan immers opgewekt worden met kernenergie, wind, zon, aardwarmte of biomassa. De boodschap was helder: maak je als NAVO niet druk om gas, maar richt je op olie. Zorg ervoor dat het verbruik van olie omlaag gaat, want de rekening om legers te verplaatsen wordt door de stijgende olieprijs astronomisch hoog. Als die stijging doorgaat, tast dit de inzetbaarheid van die legers aan. Maar ook moest het verbruik omlaag om minder afhankelijk van olie-importen uit kritieke regio’s te worden. De Arabische opstanden hebben ons inderdaad met de neus op de feiten gedrukt.
Natuurlijk was er oppositie tegen dit soort redeneringen. Gas komt immers ook uit instabiele gebieden, zoals de Kaspische regio en het Midden Oosten. Ook is er voortdurend gedoe over pijpleidingen. Georgië dankt zijn strategische ligging aan die pijpleidingen. In 2007 beschuldigde Turkmenistan Gazprom ervan een explosie te hebben veroorzaakt, waardoor het gastransport naar Rusland onderbroken werd. In 2009 was sprake van een soortgelijk incident.
En natuurlijk was er het argument dat er wel degelijk substituten voor olie zijn. Auto’s kunnen op brandstofcellen, elektriciteit, of op biobrandstoffen rijden. Dat mag zo zijn, maar de tijd dat we alternatief gaan rijden zal niet snel aanbreken. Ook al lopen de prijzen op, zo lang er olie genoeg is, blijft dat een efficiënte en relatief betaalbare energiebron. Bovendien zijn voor oliesubstitutie geen technologische doorbraken voor grootschalige toepassing in zicht.
Zeker, iedereen was het er over eens dat alternatieven ontwikkeld moeten worden. Maar dat is lastig omdat de keuze voor een bepaalde energiebron voor sommigen een geloofsbelijdenis is.
Hartstochtelijke gelovers in kernenergie, moeten niets hebben van de gelovers in zonne-energie. En zoals dat met religieuze denkers vaak het geval is, kunnen ze geen compromissen over hun geloof sluiten. Energiegelovers misbruiken daarbij vaak het milieu. Frankrijk wil geen schaliegas omwille van het milieu, maar beschermt in werkelijkheid zijn kernenergie die schoon zou zijn. Duitsland zweert juist omwille van het milieu de kerncentrales af. Dit soort geloofsbelijdenissen stagneert de ontwikkeling van alternatieven. Zo creëren we met z’n allen een probleem dat helemaal niet hoeft te ontstaan.
De leveringszekerheid van energie blijft nog heel lang op de agenda van de NAVO staan.
Rob de Wijk is directeur van het The Hague Centre for Strategic Studies (HCSS) en professor Internationale Betrekkingen aan de Universiteit Leiden. In zijn column gaat hij in op de energievoorziening in het licht van de internationale verhoudingen.
Volg ons op Twitter: @energiepodium.