Rob de Wijk over mijnbouw in de VS
Herinnert u zich die foto van president Trump die een jaar geleden door zijn handtekening te zetten de verkiezingsbelofte inloste om de zieltogende kolenindustrie in zijn land er weer bovenop te helpen? ‘We will put our miners back to work', riep hij de opgetogen kompels toe die zich om hem heen hadden geschaard. Inmiddels zijn we een jaar verder en rijst de vraag hoe het nu zit met Trump en zijn belofte aan de kompels.
Inderdaad was in de VS vorig jaar de werkloosheid in mijnbouwgebieden tot onaanvaardbare proporties opgelopen. Dat is niet vreemd, want het aandeel van kolen in de energiemix nam volgens het Amerikaanse Ministerie van Energie sinds 2006 met ruim de helft af. Een jaar na Trumps inauguratie is volgens de Amerikaanse Mining Health and Safety Administration het aantal banen in de sector per saldo weer met 771 toegenomen, naar 54.819. Trump was even opgetogen als de kompels die hij een jaar daarvoor toesprak. Vooral West Virginia zou het fantastisch doen. Want daar kwamen er maar liefst 1.345 bij. Het probleem was echter dat in Ohio, Kentucky, Maryland en nog een handvol staten juist veel banen verloren gingen. Maar dat wilde Trump niet horen.
Amerikaanse deskundigen roepen inmiddels in koor dat Trump's belofte banen terug te brengen in de mijnen onzin is. Ten eerste is er die niet te stoppen verschuiving van kolen naar gas. Vanaf 2006 is in het land de elektriciteitsproductie met gas met een derde gestegen. Ten tweede vallen verouderde mijnen de een na de ander om. Ten derde blijkt de arbeidsproductiviteit van overgebleven mijnen te stijgen. En ten vierde is er een overschot aan goedkopen kolen.
Trump riep dat de mijnbouw ten prooi was gevallen aan ‘milieuextremisten' en dat dit allemaal moest veranderen. Maar dat is een ontkenning van de mondiale energietransitie die nu ook landen als Saoedi Arabië tot draconische maatregelen dwingt. Staten als California hebben al aangegeven aan die energietransitie vast te houden. In dit kader is de informatie van de U.S. Energy Information Administration interessant. Die meldde een paar maanden geleden dat het aandeel in de elektriciteitsvoorziening van wind- en zonne-energie voor het eerst boven de tien procent was gekomen.
“De opmars van wind- en zonne-energie in VS trekt zich niets aan van Trump”
Zou Trump de moeite nemen om naar de grafieken te kijken, dan zou hij moeten toegeven dat het aandeel van wind- en zonne-energie vanaf 2006 aan een opmars bezig is. In staten als Iowa ligt het aandeel zelfs op 37 procent. Zet dit tempo door, dan kan - voorspelde de Union of Concerned Scientists - rond 2050 tachtig procent van de elektriciteitsvoorziening groen zijn. Deze transformatie trekt zich niets van Trump aan.
Inmiddels heeft de president zijn argumenten verschoven van werkgelegenheid naar geopolitiek. Amerika moet onafhankelijk worden van energie-importen. Want dat verlost het land van de afhankelijkheid van die buitenlandse leveranciers en van de kwetsbaarheid voor chantage door regimes en terroristen die de aanvoerroutes bedreigen. Hier is Trump echter tamelijk main stream. Want vrijwel alle presidenten dachten er de afgelopen decennia zo over.
De wijze waarop die energie-onafhankelijkheid nu moet worden bereikt, getuigt van een typische Trump-aanpak: behalve het volop stimuleren van de winning van schalieolie en -gas (dat deed Obama ook) wil hij in alle wateren rond de VS boringen toestaan. Zijn plan voorziet in vijftig verschillende locaties. Rick Scott, gouverneur van Florida, die hiertegen te hoop loopt, krijgt inmiddels steun van zijn collega's in staten als New Jersey, Virginia, California en Washington. Allen keren ze zich tegen de bedreiging van het milieu en de daling van inkomsten uit toerisme voor als het fout gaat. De grote vraag is nu hoeveel maatschappijen een bod uitbrengen op een concessie. De energieprijzen zijn en blijven laag en het maakt ze er niet populairder op bij bestuurders en inwoners van de kuststaten.
Rob de Wijk is directeur van het The Hague Centre for Strategic Studies (HCSS) en professor Internationale Betrekkingen aan de Universiteit Leiden. In zijn column gaat hij in op de energievoorziening in het licht van de internationale verhoudingen.