Het loopt naar verkiezingstijd, dus de k is weer in de maand. De k? Ja, de k van kernenergie in combinatie met de k van kiezers. In aanloop naar de verkiezingen zijn er altijd wel een of meer partijen die kernenergie bepleiten, of tenminste onderzoek daarnaar bepleiten, of in elk geval een debat. Onderzoek en debat – ik ben er vóór. Of er uit dat onderzoek en debat ook een plek onder de zon blijkt voor kernenergie weet ik zo net nog niet, maar gezien het klemmende karakter van de andere k van klimaat, moeten alle opties bekeken kunnen worden. Recent publiceerde het ministerie van EZK een rapport dat zou laten zien dat kernenergie concurrerend kan zijn, maar die conclusie kon op basis van dat onderzoek helemaal niet getrokken worden. Het leek meer een actie voor de k van kiezers dan voor de k van klimaat zoals in de letters EZK. Hoe dan ook, een k-rapport. Aan de andere kant: velen tonen zich al op voorhand tegen, zonder zich te realiseren dat alleen maar nee zeggen niet helpt. Het wordt nogal eens vergeten, maar er is gewoon een kernenergiewet, het staat eenieder vrij een plan voor een kerncentrale in te dienen, en wie aan de wettelijke vereisten voldoet mag een centrale bouwen.
Alleen, tot nu toe was er geen businesscase die aannemelijk maakt dat er ook echt serieuze initiatieven uit de markt te verwachten zijn. Dat was al niet het geval ten tijde van het eerste kabinet-Wilders (2010-2012) dat kernenergie actief promootte en ondernemers opzweepte vooral met plannen te komen, en ik vermoed dat het nog steeds niet het geval is. Al valt niet uit te sluiten dat bij grote energieconcerns achter de schermen aan plannen wordt gewerkt.
“Kijk naar alle opties die het ogenschijnlijk onoplosbare klimaatprobleem kunnen helpen verzachten”
Dat zou wel het geval moeten zijn wil kernenergie een serieuze bijdrage aan het tegengaan van klimaatverandering kunnen leveren; dan is tempo immers geboden. Het carbon budget is beperkt en wordt in hoog tempo opgesoupeerd, terwijl de kernenergie-initiatieven tot dusverre een zeer lange tijd nodig hebben om tot wasdom te komen. Vergunningenprocedures duren lang, alleen in totalitaire regimes gaat het relatief snel. Na vergunningverlening is de bouwtijd gemiddeld zo’n 7,5 jaar, met een grote spreiding tussen 3 (!) en 33 (!, een Argentijnse centrale) jaar, met een mediaan rond 6 á 8 jaar. Als we in ons land en masse kernenergie zouden omarmen dan zou wellicht 10-12 jaar van plan tot stopcontact mogelijk kunnen zijn. Met een nieuw kabinet in 2021 zou dan een eerste kerncentrale in 2031 à 2033 stroom kunnen leveren.
Als er een businesscase is. Dat is de kern van de discussie – excuseer de woordgrap – en ook de kern van de recente motie-Dijkhoff e.a. die een marktconsultatie wil om te achterhalen onder welke voorwaarden marktpartijen bereid zijn te investeren in kernenergie. Best een slimme motie. Het is moeilijk om daartegen te zijn, al zie ik verschillende groenige en linksige partijen en personen dat toch proberen. Mijn oproep is: doe dat niet, maar omarm de motie. Gebruik ‘m om de tegenstellingen tussen links en rechts over klimaatbeleid te overbruggen, door te laten zien dat links en groen bereid is naar alle opties te kijken die het ogenschijnlijk onoplosbare klimaatprobleem kunnen helpen verzachten, zeker als rechts bereid is opties te promoten die ze wellicht om andere dan klimaatredenen willen maar waarmee ze indirect toch het klimaatprobleem erkennen. En om duidelijk te maken wat een carbon budget inhoudt, dat willen we nog niet echt begrijpen.
“Er moet fundamenteel nagedacht worden over hoe investeren in CO2-vrije energie aantrekkelijk blijft”
Dat kernenergie er op zeker moment in Nederland ook komt, lijkt me niet waarschijnlijk, vooral nu in de komende 10 jaar hernieuwbare energie als zon en wind snel doorzetten. Maar ook die expansie roept ook vragen op die net zo goed voor zon en wind als voor kernenergie gelden. Met dalende marktprijzen door steeds meer hernieuwbare energie is de vraag aan de orde onder welke condities partijen bereid zijn door te blijven investeren in zon en wind. Er zal fundamenteel nagedacht moeten worden over hoe investeren in CO2-vrije energie aantrekkelijk kan blijven. Hoe mooi zou het zijn als links en rechts zich gezamenlijk over die vraag willen buigen. Als de discussie over kernenergie die vraag helpt agenderen is dat van grote waarde.