Zoeken

Vrije energiemarkt is fata morgana geworden

Martien Visser: "Tijd om regelgeving aan te passen"

We hadden het goed bedacht, ergens begin jaren ‘90. De energiesector moest worden geliberaliseerd. Producenten en leveranciers zouden gaan concurreren om de gunst van de klant. De efficiëntie in de sector moest omhoog. De energierekening ging omlaag. De overheid trok zich terug. Een vrije energiemarkt zou het worden.

Die liberalisering lijkt op het eerste gezicht prima gelukt. Concurrerende energiebedrijven buitelen over elkaar heen. Consumenten kunnen kiezen. Administratieve processen zijn op orde en switchen van leverancier is simpel. Ook zijn er liquide energiespotmarkten gekomen waar tientallen handelaren elke dag hun spel kunnen spelen. De droom van 25 jaar geleden is uitgekomen; hoera voor de vrije markt!

Andere werkelijkheid

Maar dat is de simpele blik van ver weg. Wanneer we wat dichterbij komen en wat beter kijken, dan is er een andere werkelijkheid. Ik vergeet daarbij even onze energierekening, die meer dan verdubbeld is, vooral dankzij toegenomen belastingdruk. Ik ga ook voorbij aan de energienetwerken, waar de overheid en de ACM (ook overheid) alles tot in grote mate van detail bepalen. Nee, ik kijk naar de energieproductie.

Voor gas was het idee van een terugtrekkende overheid altijd wat bijzonder. De minister van Economische Zaken bepaalt immers hoeveel gas er jaarlijks uit Groningen wordt geproduceerd en de minister is aandeelhouder in gashandelbedrijf GasTerra. Hij beoordeelt ook of er in Nederland naar schaliegas gezocht mag worden, of niet. Ook neemt de minister via EBN rechtstreeks deel in de gaswinning. Nederland is daarbij overigens geen uitzondering. Overal ter wereld zit de overheid aan de gasproductieknoppen.

Volgens het onvolprezen Wikipedia is een vrije markt "een markteconomie waarin de uitwisseling van vraag en aanbod ongehinderd door regels, dwang of overheid tot stand komt". Dit leidt ertoe dat in een vrije markt besluiten worden genomen op economische gronden, door partijen die winst willen maken. Het tegenovergestelde van een vrije markt is een planeconomie, waarbij technocratische besluitvorming plaats vindt.

““Lange termijn plannen, met middellange termijn uitvoeringsagenda’s, zijn terug van weggeweest””

De productie van elektriciteit werd aanvankelijk een vrije markt. Niet langer stelde de SEP (de toenmalige samenwerkende energieproducenten) vanuit Arnhem planmatig vast wat er moest gebeuren. Nee, marktpartijen waren aan zet en zagen volop winstkansen. Daaruit resulteerde een hausse aan nieuwbouwprojecten. Of het achteraf efficiënter geworden is, weet ik niet. Maar de vrije markt functioneerde, dat is zeker.


Klimaatbeleid is leidend
Maar hoe is dat nu, anno 2016? De recente gedwongen sluiting van de kolencentrales in Borsele, Geertruidenberg en Nijmegen past niet in een vrije markt. In plaats daarvan is het klimaatbeleid leidend geworden. De vrije markt leidde immers niet tot de gewenste daling van CO2-emissies en de stijging van hernieuwbare energie. Maar dat hadden we onszelf en Europa wel beloofd. Als samenleving keken we vervolgens allemaal naar de overheid, die moest maar gaan optreden. En dat gebeurde.

De lange termijn plannen, met middellange termijn uitvoeringsagenda's, zijn ondertussen terug van weggeweest. Het energierapport gaat tot 2050. En we weten nu al precies hoeveel hernieuwbare energie er tot 2020 wordt bijgebouwd; en wat de mix wordt van zon, wind en biomassa. Dat er al sprake is van overaanbod, en dat de markt dus helemaal niet vraagt om extra capaciteit, speelt geen rol. We hebben gekozen voor technocratische sturing.

Spagaat

Onze energieregelgeving is echter nog steeds gebaseerd op het axioma van de vrije markt. Het gebeuren rondom warmtenetten laat deze spagaat aardig zien. Terwijl de ontwikkeling van warmtenetten schreeuwt om een planmatige aanpak, naar analogie van de manier waarop we ooit de gasmarkt hebben ontwikkeld, zitten we met allerhande complexe vrije markt-regelgeving, die dit bemoeilijkt. Het resultaat is bekend.

De hoeveelheid wind op land in het jaar 2020 is nu al vastgesteld en keurig verdeeld over de twaalf provincies en de locaties waar de molens verschijnen. Wind op zee is zelfs tot 2023 al vastgelegd, inclusief de locaties en het bouwjaar. Wat resteert voor de ooit zo vrije markt is een tender, waarbij de goedkoopste partij mag bouwen.

Dat is vergelijkbaar met de wijze waarop Rijkswaterstaat een snelweg laat aanleggen of Gasunie de bouw van een stikstofinstallatie via een tender in de markt zet. Bedenk daarbij dat staatsbedrijven als Gasunie en TenneT hun werkzaamheden veelal via tenders door vrije markt partijen laten uitvoeren. Met andere woorden, het ministerie van Economische Zaken acteert bij wind op zee op dezelfde wijze als deze staatsdeelnemingen.

““Grappig genoeg heeft de eigenaar van een windpark juist geen invloed op de energieproductie van het park””

De wind waait wanneer hij wil en trekt zich niets aan van de marktomstandigheden. Dit betekent dat het ministerie van EZ niet alleen de hoeveelheid windcapaciteit bepaalt, maar dat zij impliciet ook het besluit neemt over de dagelijkse elektriciteitsproductie van dat park gedurende de komende 20-25 jaar. De overheid heeft daarmee ook nog de rol van elektriciteitsproducent.

Grappig genoeg heeft de eigenaar van een windpark, volgens de huidige regelgeving een elektriciteitsproducent, juist geen invloed op de energieproductie van het park. Uiteraard wringt deze werkelijkheid stevig met het beeld van de vrije markt, waarbij de eigenaren van productiefaciliteiten met elkaar zouden moeten concurreren en de inzet van hun productiemiddelen laten afhangen van de specifieke marktomstandigheden.

Regelgeving aanpassen

De energietransitie staat nog maar aan het begin. In Parijs zijn vergaande afspraken gemaakt. De komende decennia zal de overheid moeten blijven sturen. Hernieuwbare energie zal daardoor fors toenemen. Het aandeel van de fossiele elektriciteitsproductie wordt steeds kleiner. Kolencentrales zullen gedwongen worden gesloten. De toekomst van kernenergie is onzeker. Wind, zon en biomassa zullen zegevieren. We hebben even een glimp van de vrije markt gezien. Maar inmiddels is het een fata morgana geworden. Wordt het geen tijd ons dat te realiseren en de regelgeving daarop aan te passen?

Martien Visser is lector energietransitie & netintegratie, Hanzehogeschool Groningen en Senior Advisor International Business bij Gasunie

Martien Visser

Martien Visser is lector energietransitie & netintegratie, Hanzehogeschool Groningen en Manager Corporate Strategy bij Gasunie. Hij schrijft zijn column op persoonlijke titel. Zijn mening komt niet noodzakelijkerwijs overeen met die van de Hanzehogeschool of Gasunie. Martien is te volgen via Twitter op @BM_Visser