Zoeken

Werkgelegenheid energiesector gaat toenemen

John Kerkhoven: "Groenere samenleving levert tot 2030 een miljoen manjaren extra werk op"

In het kader van het tv-programma 'Watt Nu?!' op RTL-Z hebben 24 prominente Nederlanders*, gebruikmakend van het Energietransitiemodel, hun visie op de energietoekomst van Nederland in 2030 gegeven. Door het gemiddelde van hun input te nemen, hebben we het ‘Nieuwe Referentie Scenario 2030' gemaakt.

In mijn vorige column beschreef ik de implicaties van dit ‘Nieuwe Referentiescenario 2030' in algemene zin. In deze column wil ik ingaan op het thema werkgelegenheid.

Grote verschillen
Er zijn grote verschillen tussen de hoeveelheid werkgelegenheid die productiemethoden voor energie opleveren. Een zonnepaneel wordt bijvoorbeeld meestal in het buitenland geproduceerd en telt in onze cijfers voor Nederland niet mee qua productie en assemblage. Planning en installatie van PV-zonnepanelen zijn activiteiten die wel in Nederland worden uitgevoerd. Onderhoud en ontmanteling van PV-panelen is minimaal. Bij andere apparaten zijn de arbeidsintensieve elementen weer heel anders. De bouw van een kerncentrale is heel arbeidsintensief, maar wordt vaak voor een groot deel door buitenlandse werknemers gedaan. Ook de ontmanteling is arbeidsintensief. Bij een windmolen is onderhoud bijvoorbeeld weer een belangrijke arbeidsintensief onderdeel.

Door samen te werken met verschillende van onze partners Alliander, Eneco, KEMA, E-On, GasTerra en Scheepstra Duurzame Energie hebben we een overzicht gecreëerd van wat het ongeveer aan inspanning vraagt om bepaalde apparaten in te zetten in Nederland; van HR-ketel tot kolencentrale. Het resultaat is nog niet volledige gevalideerd, maar de eerste indicatie is duidelijk. Inzetten op decentrale opwekking, isolatie en elektrisch vervoer loont voor de energie- en installatiebranche.

Zon en isolatie
Bijzonder aan het ‘Nieuwe Referentie Scenario 2030 is dat er allerlei technieken worden ingezet, die een behoorlijke lokale inspanning vragen. Een verhoogde inzet van HRe-ketels en warmtepompen vraagt meer werk van de installateurs dan de plaatsing van een gewone HR-ketel (130 uur voor het plaatsen van een warmtepomp versus 4.5 uur voor het plaatsen van een combiketel). Ook het verrijken van huizen met thermische- en PV-zonnepanelen vraagt een extra inspanning van de installateur (30 uur voor 15 m2 panelen). En niet in de laatste plaats is het verbeteren van de isolatie- en kierdichtheid van woningen een flinke operatie (al snel een uur of 20 voor een standaard huis).

Wind
Verder worden er centraal windmolenparken bijgebouwd. Ook dit is een relatief grote inspanning in vergelijking met de bouw van een kolen- of gascentrale (1.400 uur per megawatt voor plaatsing van een windmolenpark op land, 13.000 uur per megawatt voor een windmolenpark op zee tegenover 600 uur per megawatt voor een gascentrale en 2.900 uur per megawatt voor een kolencentrale).

Geen nieuwe centrales
Nieuwe gas-, kolen- en kerncentrales worden er overigens niet meer gebouwd tot 2030, althans dat is de visie van de meeste van de 24 Nederlanders. Op termijn lijkt het waarschijnlijk dat een aantal kolen- en gascentrales gaat sluiten omdat bij de toename van zonne- en windstroom er steeds minder uren zijn waarop deze centrales kunnen draaien.

Elektrische auto's
De verwachting is ook dat er veel meer elektrische auto's zullen rijden. Dit leidt evident tot extra werk voor het aanleggen van een infrastructuur om deze auto's op te laden. Ook is het voorstelbaar dat er bij de huizen extra voorzieningen komen om de auto's in de toekomst ook als back-up te laten fungeren voor het huis of de buurt. Deze laatste twee effecten zijn overigens niet meegenomen in de berekening.

Miljoen manjaar extra werk tot 2030
Wat we niet weten, is hoe deze werkgelegenheid precies gaat doorwerken in de rest van de economie. Als de plaatselijke installateur een betere boterham kan verdienen, kan hij meer geld uitgeven aan de plaatselijke bakker. Voorlopig werken we dan ook zonder een zogeheten ‘multiplier', een rekenmethode die dit effect meetelt. Maar het lijkt aannemelijk dat 1 directe arbeidsplaats ook verderop in de economie tot 1 of meer indirecte arbeidsplaatsen zal leiden. Dit levert in de periode 2012 - 2030 optelt ongeveer een miljoen manjaar extra werk. Het overzicht hieronder toont overigens de werkgelegenheid per jaar in 2012 en 2030.

Werkgelegenheid per jaar in duizend FTE (voltijds arbeidsplaatsen)

Figuur 1: Aantal manjaar werkgelegenheid per jaar uit de berekening van het energietransitiemodel in de energie- en installatiebranche bij een multiplier van 2 (1 directe baan levert ook 1 indirecte baan op).

Kortom: het ‘Nieuwe Referentie Scenario' levert een behoorlijke bijdrage aan de Nederlandse economie in de periode 2012 - 2030. Maar hebben we ook genoeg vakmensen om dat werk te doen? We zullen meer mensen dan voorheen moeten interesseren en de gelegenheid moeten geven om een op energie en installatie gerichte opleiding te volgen. Derhalve zijn de oprichting van de Energy Academy Europe en allerlei initiatieven, die te maken hebben met energietechniek op MBO-scholen, van harte toe te juichen.

U kunt alle ‘WattNu?!' scenario's en het "Nieuwe Referentie Scenario 2030" terugvinden op http://www.energietransitiemodel.nl/. Dit bij het professionele model onder het kopje ‘Start met een bestaand scenario'. U vindt de werkgelegenheidsmodule in het professionele model onder het kopje "kosten".

Volg Energiepodium op Twitter: @energiepodium

*De volgende 24 mensen hebben hiervoor met het Energietransitiemodel een scenario voor 2030 gemaakt:

Energiesector:

Ewald Breunesse, manager Energietransitie Shell
Gertjan Lankhorst, CEO GasTerra
Hans Alders, voorzitter Energie Nederland
Jeroen de Haas, directeur Eneco
Peter Molengraaf, CEO Alliander

Politiek:

Jolande Sap, lijsttrekker GroenLinks
Paulus Jansen, woordvoerder Energie SP
René Leegte, woordvoerder Energie VVD

Bedrijfsleven:
Anniek Mauser, Manager Duurzaamheid, Unilever
Bernard Fortuyn, Hoofd sector Energie, Siemens Nederland
Harm Post, directeur Groningen Seaports
Jan Borguis, directeur GreenWheels
Pieter Verberne, General Manager Energy en Executive Vice President Industrial Chemicals, AkzoNobel
Stef Kranendijk, CEO Desso
Richard Kooloos, Directeur duurzame ontwikkeling, ABN AMRO
Romeo Malizia, COO Ballast-Nedam
Stef van Dongen, directeur Enviu

NGO's:

Marco Witschge, Directeur Stichting Nederland Krijgt Nieuwe Energie
Marjan Minnesma, directeur Urgenda
Tjerk Wagenaar, directeur Natuur & Milieu
Vera Dalm, directeur Milieu Centraal

Wetenschap:

Jo van den Brand, Professor Natuurkunde, Vrije Universiteit Amsterdam
Pier Vellinga, Directeur Kennis voor Klimaat
Ronald Rovers, Lector Hogeschool Zuyd

John Kerkhoven

In zijn column 'Harde cijfers' schrijft John Kerkhoven, Managing Partner bij Quintel Intelligence, over de harde cijfers en de emotie in het energiedebat. John Kerkhoven is het brein achter de site www.energietransitiemodel.nl, de plaats waarop iedereen zijn eigen scenario kan maken voor het energiebeleid van de toekomst.