Zoeken

Kansen voor drijvende windmolens op zee

"Drijvende zeeturbines goedkoper dan molens met vaste verbindingen"

Een Britse prijsvraag om een drijvende offshore windturbine te ontwerpen beoogt uiterlijk 2016 een demonstratiemodel in het water te hebben.

Het Britse Energy Technologies Institute (ETI) investeert Є 30 miljoen in het project om een drijvende windturbine te ontwerpen voor wateren van 60 tot 100 meter diep, niet ver uit de kust. Normaliter worden drijvende turbines beter geschikt geacht voor diepten van meer dan 100 meter. Maar volgens het ETI kunnen zij heel rendabel zijn in wateren van 60-100 meter diep met veel wind, waar op het eerste oog turbines op jackets (stalen buizen met vier steunpunten) geschikter lijken. Andrew Scott, Offshore Wind Programmamanager bij het ETI, legt uit: "Wij denken dat er een enorm potentieel is in Britse wateren van die diepte voor drijvende turbines, die met lijnen aan de zeebodem zijn verankerd. In ondiepere wateren zijn vaste funderingen het meest rendabel, maar in dieper water niet. De wateren van 60-100 meter diep langs de Britse kust zijn vaak gebieden waar de windsnelheden 1 tot 2 meter hoger zijn dan op ondiepere locaties. Dat levert aanzienlijk meer energie op, dus we verwachten dat drijvende installaties goedkoper energie kunnen opwekken dan de huidige windparken op zee op vaste funderingen."

Onderhoud goedkoper
Buiten het voordeel van de hogere windsnelheden bevinden die wateren zich dichter bij de kust dan veel van de ondiepere locaties waar windparken zijn gepland. Die mogelijkheid om ze niet ver uit de kust te plaatsen betekent dat ze goedkoper in de bedrijfsvoering zijn. Scott: "Ze hoeven niet op zee in elkaar te worden gezet. Je kunt een productielijn opzetten aan land en dan de volledig geassembleerde turbine naar z'n plek slepen. Je kunt ze terugslepen voor onderhoud, dus daar heb je ook geen speciale schepen voor nodig. Dat resulteert in aanzienlijk minder kosten." Er zijn misschien mogelijkheden om drijvende windparken aan te leggen voor de kusten van Frankrijk, Denemarken en België, maar daar heersen niet vaak de gewenste hogere windsnelheden.

Het zal echter nog wel een tijdje duren voordat we drijvende turbines massaal voor de kust zien verschijnen. Vijftien bedrijven hebben een voorstel ingediend bij het ETI. Het instituut is van plan twee daarvan aan een nadere technische studie te onderwerpen. Daarvan zal er eentje worden geselecteerd om een demonstratiemodel te bouwen, dat tegen 2015-2016 klaar moet zijn, zegt Scott. "Die turbine moet twee jaar lang gegevens verzamelen en laten zien dat hij veel energie kan opwekken. Daarna moet hij nog eens acht jaar in bedrijf blijven voor verdere ontwikkeling. Er zullen ongetwijfeld nieuwe vragen worden opgeworpen waarmee we aan de slag moeten. Gedurende die periode kan de turbine ook stroom opwekken om wat van de kosten terug te betalen."

Het ETI, waarin verschillende energie- en technische bedrijven met de Britse overheid samenwerken, verwacht ook dat er een aanzienlijke markt voor drijvende windturbines zal ontstaan. Het Verenigd Koninkrijk zou daarbij een leidende positie kunnen innemen.

Volg ons op Twitter: @energiepodium