Jos Cozijnsen: "Alle ogen ineens op Franse plannen gericht"
Nadat er vorige maand meer
duidelijkheid kwam over het beperken van het overschot op de Europese CO2-markt
ten behoeve van een hogere CO2-prijs, werden alle ogen ineens op
Frankrijk gericht. Dat gaat de CO2-heffing voor burgers en het MKB, die
niet vallen onder het Europese emissiehandelssysteem (de niet-ETS sectoren), stapsgewijs
verhogen van 7 euro nu naar 14,50 in 2016 tot 100 euro per ton CO2
in 2030!
Frankrijk
wil met de nieuwe wet het 40% CO2-reductiedoel
voor 2030 halen en minder afhankelijk worden van fossiele brandstoffen. Het
gaat om een heffing op gas, stookolie, kolen en transportbrandstoffen. Men
verwacht dat de stroomprijs amper zal stijgen; maar de verwarmingskosten voor
huishoudens wel.
Wat doet Nederland met deze sectoren? Nederland heeft grofweg 200 megaton CO2-emissie
per jaar. Ongeveer de helft, 100 megaton, valt onder EU-emissiehandel
(industrie en stroomopwekking); de andere helft zijn niet ETS-sectoren, met
name warmte voor woningen en gebouwen, landbouw, verkeer en het MKB.
Door huidig beleid en de crisis wordt het CO2-doel voor 2020, 105 megaton, ruim gehaald. En hoewel er meer reducties mogelijk zijn en de markt interesse heeft, wordt het onderwerp op de lange baan geschoven, omdat het voor het halen van de nationale CO2-doelen niet nodig is. Precieze emissiecijfers zijn overigens lastig te krijgen, omdat het om veel en verspreide bronnen gaat; en in deze sectoren zijn er ook veel niet-CO2 emissies (methaan, N2O). De onzekerheidsmarges zijn groot, zoals uit onderstaande tabel van het Planbureau voor de Leefomgeving blijkt.
Nog geen afspraken voor niet-ETS sectoren voor 2030
Voor het emissiehandelssysteem
is het doel voor de EU -43% in 2030. Er zijn nog geen afspraken voor niet-ETS
sectoren. Het Planbureau voor de Leefomgeving
heeft een aantal scenario's daarvoor gegeven. Het CO2-doel in 2030 komt
waarschijnlijk tussen de 33 en 40% reductie te liggen. Voor verkeer en vervoer
is in het Energieakkoord al een reductie tot 25 megaton in 2030 afgesproken.
Voor andere sectoren zou er dan geen extra beleid nodig zijn. Toch dringt het
Planbureau voor de Leefomgeving aan op extra maatregelen in andere niet-ETS
sectoren, omdat anders de 2050-doelen niet gehaald worden.
Handel tussen ETS- en niet-ETS budget
interessant
Hoe moeten we nu verder met de niet-ETS sectoren? Overheden zijn blij met
het emissiehandelssysteem: in een klap worden gestelde doelen gehaald, omdat er
een maximaal budget voor deze sectoren is. Het is verstandig op termijn zoveel
mogelijk niet-ETS sectoren onder het ETS te laten vallen. Dat kan in het begin
op vrijwillige basis. Het opzetten van een CO2-markt zorgt bovendien
voor kwalitatief betere emissiecijfers en dus kleinere onzekerheidsmarges.
Moeite met het meten en aanpakken van emissies in de niet-ETS sectoren is een mondiaal
probleem. Er kan samengewerkt worden.
De aandacht voor extra reducties door niet ETS-bedrijven neemt toe: HIER Klimaatbureau pleit voor meer compensatie door
burgers; MVO Nederland en de Klimaatcoalitie willen meer reducties realiseren,
en de Klimaatzaak leidt tot een zoektocht naar meer reducties. Het risico is dat extra inspanningen
leiden tot dubbele compensatie of dubbeltelling; ook daarom is er meer werk
nodig om reducties in projecten vast te stellen: het opzetten van een CO2-markt
helpt bij het verifiëren van additionele reducties.
Omdat er minder subsidieruimte is, is er behoefte aan een marktinstrument voor
de niet-ETS. Er zijn marktpartijen geïnteresseerd in een dergelijk instrument. Dat
kan op diverse manieren:
- Maak via het emissiehandelssysteem reducties in deze sectoren mogelijk door emissierechten aan reducties in projecten te geven (die optie staat in Artikel 24a van de Emissiehandelsrichtlijn, maar is nog niet in de EU geëffectueerd). De rechten kunnen dan gebruikt worden door ETS-bedrijven. De laatste stellen vaak de EU-benchmark niet te kunnen halen of geen verdere reductie on-site te kunnen vinden: zij kunnen dan meebetalen aan reducties in de niet-ETS. De ETS heeft te maken met een lage CO2-prijs, 8 euro per ton. Via overheidssubsidies aan reducties in niet-ETS sectoren kost het al gauw meer dan 100 euro per ton. De markt is in staat dat goedkoper te doen en daardoor maatschappelijke kosten kleiner te maken.
- Regeringen in de EU niet-ETS budgetten onderling laten verhandelen: Denemarken heeft bijvoorbeeld extra niet-ETS reductie nodig; Nederland heeft meer ruimte. Via de CO2-markt of tenders kunnen dan door bedrijven reducties in Nederland worden gerealiseerd en verkocht aan Denemarken.