Jan Paul van Soest: "Doelstellingen zitten elkaar in de weg"
Snapt u precies wat we aan het doen zijn als u de recente brief over biobrandstoffen van staatssecretaris Dijksma aan de Tweede Kamer leest. Ik beken: ik heb er moeite mee, terwijl ik me nota bene recent stevig in de materie heb verdiept, om samen met Prem Bindraban en mijn Gemeynt-collega's Steven de Bie en Hans Warmenhoven het advies van de MER-Commissie over biobrandstoffen te kunnen schrijven. Dat is als bijlage bij de Kamerbrief meegestuurd.
Ook met die achtergrond is zo'n Kamerbrief nog een hele kluif. Het gaat over biobrandstoffen, conventionele en geavanceerde, over ILUC (Indirect Land Use Change), CO2-doelen en hernieuwbare energiedoelen, de impacts op ontwikkelingslanden in relatie tot de coherentiedoelen van Buitenlandse Zaken, bijmengpercentages en de wenselijkheid van boven- en ondergrenzen daarvoor, terwijl sommige hoeveelheden dubbel mogen worden geteld en andere weer niet, en dit alles gedeeld door de kans op fraude met afgewerkt frituurvet. Zoiets.
De opeenstapeling van regelingen en uitzonderingen geeft de illusie dat we goed weten wat we doen, en dat we sturen: heldere doelen en passende maatregelen, jawel.
Maar de realiteit is niet onder controle.
De biobrandstoffenbrief laat opnieuw zien dat bij meervoudige doelstellingen, in dit geval én CO2-reductie én aandeel hernieuwbare energie, gericht sturen erg moeilijk is. De doelstellingen zitten elkaar in de weg. In abstracto lijkt dat niet zo, maar in de praktijk botsen ze. Dan zijn kunstgrepen nodig om het onverenigbare in de praktijk toch te verenigen. Zoals het artificiële onderscheid tussen 'conventionele' en 'geavanceerde' biobrandstoffen. Dergelijke kunstgrepen brengen weer nieuwe ellende en discussies met zich mee, zoals definitiekwesties en een groeiende behoefte aan controle en handhaving. De relatie met de oorspronkelijke doelstellingen verdwijnt. Sommige biobrandstoffen die 'conventioneel' zouden moeten heten bijvoorbeeld reduceren meer CO2 dan enkele 'geavanceerde'. En ruimtebeslag is er altijd; landbouwgewassen bedreigen de voedselproductie niet per se meer dan niet-landbouwgewassen. Dan is er dus een aanvullende regel nodig corrigeert of die uitzonderingen mogelijk maakt.““Liever breiden we de lappendeken van ingrepen uit met nog een paar extra details””
De biobrandstofbrief laat ook een beetje zien dat er effecten kunnen zijn waar tevoren geen rekening mee is gehouden. Een beetje - het blijft wat verborgen; ons MER-Commissierapport is er helderder over. Vandaar waarschijnlijk dat het zo'n 10 maanden heeft geduurd voor het een keer werd vrijgegeven: het is duidelijk dat het biobrandstoffenbeleid tot stand is gekomen zonder al te veel oog voor een reeks van doelstellingen in het internationale beleid, zeg maar de Sustainable Development Goals, en ons MER-commissie-rapport laat zien dat impacts op allerlei terreinen serieuze risico's met zich meebrengen en dringend beleidsaandacht en -bijstelling behoeven.
Als we in deze lijn verder zouden denken, dan ligt de conclusie voor de hand: maak één enkele hoofddoelstelling voor transport: CO2-reductie. Instrumenteer die eenvoudig, liefst met een vaste prijs per ton geëmitteerde CO2, well to wheel, dus los van de vraag waar in de keten de CO2 de pijp uitgaat. Laat de wijze waarop het doel wordt bereikt aan marktpartijen over, ga niet met detailregulering voorschrijven wie wat moet doen. Maar leg aan de middelen wel enkele heldere randvoorwaarden op, zoals geen netto verlies aan biodiversiteit, die dan overigens wel voor de footprint van alle brandstoffen/energiedragers moeten gelden. Schrap de hernieuwbare energiedoelstelling, en knikker ook maar meteen de efficiency-eisen weg, die compliceren de boel nodeloos of staan zelfs het hoofddoel in de weg.
Zo, dat ruimt op. Zo'n versimpeld
sturingsmodel zou het beleid veel begrijpelijker, effectiever en economisch
efficiënter maken. Dat komt er dus voorlopig niet van. Liever breiden we de
lappendeken van ingrepen uit met nog een paar extra details. Mag ik voorstellen
bij motie vast te leggen dat voor de productie van geavanceerde biobrandstoffen
alleen linksdraaiende katalysatoren worden gebruikt uit landen met een
corruptie-index van meer dan 60, en dat afgewerkt frituurvet alleen dan voor
biodiesel kan worden gebruikt als er uitsluitend vegetarische snacks in zijn
gefrituurd?
Jan Paul van Soest is partner bij De Gemeynt,
samenwerkingsverband van adviseurs, denkers en entrepreneurs, zie www.gemeynt.nl