CE Delft: "Duurzaamheidsdoelstelling kabinet kan kosteneffectief gehaald worden"
In opdracht van GasTerra, LTO Glaskracht, Cogen NL en Stichting Natuur en Milieu voerde CE Delft een studie uit naar de mogelijkheden van energiebesparing. Hieruit blijkt dat op het huidige energiegebruik 20 procent rendabel bespaard kan worden. "Benutten we die besparing, dan kan de 2020-duurzaamheidsdoelstelling van het kabinet op een kosteneffectieve manier gehaald worden", zegt Frans Rooijers, een van de onderzoekers en tevens directeur van CE Delft.
De studie ‘Energiebesparing voor een duurzame energievoorziening' laat zien dat er twee soorten energiebesparing zijn. Zowel op het energiegebruik als aan de productiekant van energiedragers kan het nodige bespaard worden. Beide zijn, samen met het gebruik van hernieuwbare energiebronnen, essentieel om het energiesysteem in ons land te verduurzamen, zegt Rooijers. "Energiebesparing lijkt een voor de hand liggend gegeven om de verduurzaming een belangrijke impuls te geven. Toch blijkt in de praktijk dat er op beide gebieden nog veel potentie ligt die niet wordt benut. Potentie die voor een groot deel rendabel en maatschappelijk aantrekkelijk is."
Flinke besparingen
CE Delft berekende dat de helft van die 20 procent energiebesparing al in 2020 gerealiseerd kan worden. In cijfers uitgedrukt betekent dit een CO2-emissiereductie van ongeveer 10 megaton per jaar. Voorts zijn er flinke besparingen mogelijk aan de productiekant van energiedragers, legt Rooijers uit. Hij noemt als voorbeeld elektriciteit en warmte. Rooijers: "Vooral door inzet van warmtekrachtkoppeling (WKK) en restwarmtegebruik kan er fors op energie bespaard worden. Ook deze maatregelen kunnen bijdragen aan het halen van 2 procent energiebesparing per jaar. Concreet betekent dat 20 megaton CO2-reductie."
Geen hoge prioriteit
Het Delftse onderzoekbureau ging na waarom veel van het energiebesparingspotentieel niet benut wordt. Een van de verklaringen is dat besparing op energie bij gebruikers vaak geen hoge prioriteit heeft, zegt Rooijers. Hij noemt onder meer als oorzaak dat burgers onvoldoende inzicht hebben in welke kosten en baten met energiebesparing zijn gemoeid, maar er ook geen moeite voor willen doen. Rooijers: "En aan de productiekant van energiedragers is een deel van de besparingsmaatregelen niet rendabel bij de huidige prijzen van gas, elektriciteit en CO2. Maar vanuit maatschappelijk oogpunt is het toch goedkoper om te besparen en geen hoge milieuschade te veroorzaken."
Voorstellen
Rooijers: "Om het potentieel aan ‘braakliggende' energiebesparing wel effectief te benutten, zijn slimme, effectieve instrumenten nodig. Aan de kant van het energiegebruik kun je bijvoorbeeld denken aan een verplicht energielabel voor alle bestaande woningen. Met daaraan gekoppeld een fiscale ondersteuning. Maar ook: goede handhaving van de Wet Milieubeheer door gemeenten en uitbreiding naar bedrijven die onder het Europese emissiehandelsysteem ETS vallen. Met ook daar fiscale ondersteuning."
Aan de productiekant van energiedragers zijn met name instrumenten als subsidiëring van hoog-efficiënte WKK en restwarmtebenutting effectief. En een hogere CO2-prijs door een beter functionerend ETS op Europese schaal.
Effecten
Worden alle mogelijkheden voor energiebesparing ten volle benut, dan resulteert dit in een extra CO2-emissiereductie, zegt Rooijers. "Ook leidt het tot lagere kosten voor SDE+-subsidies van 0,5 miljard euro per jaar. Daarnaast creëert het extra werkgelegenheid, vooral in de bouw- en installatiesector. We hebben berekend dat dit alleen al door besparing in woningen resulteert in 210.000-350.000 arbeidsjaren in de periode 2013 tot 2020. En last but not least: Benutting van het potentieel aan besparingsmogelijkheden zorgt ook voor een verbeterde concurrentiepositie voor energie-intensieve sectoren, zoals industrie en glastuinbouw."
Volg Energiepodium ook op Twitter: @energiepodium