Nederland krijgt 2050 in het vizier. Nuttig, want veel zaken die we in 2050 voor elkaar moeten hebben, vergen al voor 2030 serieuze actie. Ook prima dat de overheid, daartoe aangespoord door de Tweede Kamer, nadenkt over de route naar 2050. We kunnen de wereld in 2050 echter niet voorspellen. Robuustheid en wendbaarheid, ook in wet- en regelgeving, zijn essentieel.
Wanneer je over 2050 nadenkt is een van de eerste vragen natuurlijk hoeveel energie er tegen die tijd in Nederland beschikbaar zal moeten zijn. Ik parkeer daarbij even dat België en Duitsland, met weinig Noordzee, ervan uitgaan dat ze in 2050 een flinke portie van hun energie uit Nederland halen.
“De energievraag op Nederlands grondgebied is al lange tijd min of meer stabiel”
Eerst de huidige situatie. Je leest nogal eens dat in 2021 het Nederlandse energieverbruik 1800 PJ was. Dit is de energie die wordt afgeleverd bij de eindafnemers. Ze vormt een deel van alle energie die in Nederland wordt benut. Er werd in 2021 namelijk ook ruim 500 PJ olie en gas als grondstof benut; er was 200 PJ eigen verbruik door energiebedrijven; er was ruim aan 450 PJ omzettingsverliezen en ook nog wat transport- en distributieverliezen. Bij elkaar opgeteld kom je dan op ruim 3.000 PJ. Maar ook dat is niet alles. Er was nog 600 PJ nodig voor internationaal transport, de zogenaamde ‘bunkers’. Het betreft vooral zeescheepvaart (70%), naast internationaal vliegverkeer (25%) en internationale binnenvaart (5%). Het totale energieverbruik op Nederlandse bodem was in 2021 dus ruim 3.600 PJ. Het dubbele van de vaak genoemde 1.800 PJ.
De energievraag op Nederlands grondgebied is al lange tijd min of meer stabiel. Forse verbeteringen in energie-efficiëntie compenseren blijkbaar het extra energieverbruik door bevolkingstoename en nieuwe toepassingen. Mogelijk speelt de verplaatsing van industriële activiteiten naar bijvoorbeeld Azië ook een rol. Wat dit betreft is er slecht nieuws voor onze nationale energievraag. We willen namelijk minder afhankelijk worden van externe producenten en dus industriële productie terughalen naar Nederland en Europa.
“De meeste effecten zijn betrekkelijk klein ten opzichte van het totale energieverbruik”
Richting 2050 gaat ons energieverbruik natuurlijk veranderen. Wegtransport wordt geëlektrificeerd, onze woningen verder geïsoleerd en er komen steeds meer warmtepompen. Ook onze energie-efficiëntie zal verder verbeteren. Tevens zullen de conversieverliezen afnemen omdat dankzij zon en wind de elektriciteitscentrales veel minder frequent zullen draaien. Daar staat tegenover dat de Nederlandse bevolking flink toeneemt, dat warmtenetten veel meer energie vragen dan HR-ketels en dat de benutting van biomassa in de chemie meer energie vergt dan olie en gas. Ook zijn er extra conversieverliezen vanuit productie van groene waterstof en andere synthetische brandstoffen. Bovendien zijn de transportverliezen via elektriciteitskabels groter dan bij aardgas en olie en dat geldt in nog grotere mate voor verliezen bij opslag van elektrische energie. Vermoedelijk ook het hergebruik van grondstoffen, hoe belangrijk ook, tot een toename van ons energieverbruik leiden. Al is het maar omdat de energieproductie uit afvalverbranding wegvalt.
Dit alles klinkt misschien als majeure veranderingen. De meeste effecten zijn echter betrekkelijk klein ten opzichte van het totale energieverbruik. De grootste klapper zijn de elektrische auto’s. Het huidige energieverbruik van personenauto’s is, inclusief 5% raffinageverliezen, 400 PJ. Vervanging door elektrisch vervoer levert per auto een factor 3 lager energieverbruik. Wel zijn er extra netverliezen, laadverliezen en opslag- of omzettingsverliezen, omdat auto’s ook zullen worden geladen bij weinig wind en zon. Al met al zal de winst zo’n 200 PJ zijn. Dat is ruim 5% van het totale energieverbruik. Maar geen gamechanger. Hetzelfde geldt voor de andere factoren, zowel aan de positieve kant, maar gelukkig ook aan de negatieve kant van het spectrum.
“TNO komt met majeure elektrificatie eveneens uit op een energievraag van 3.500 PJ in 2050”
Dat blijkt ook uit diverse scenariostudies. Ze berekende het PBL in haar rapport: “doelstellingen klimaatbeleid” dat de Nederlandse energievraag in 2050, exclusief energie voor grondstof en internationaal transport, gelijk is aan circa 2.500 PJ. Inclusief de genoemde categorieën zit je dan op ruim 3.500 PJ. Het II3050 rapport van de netbeheerders kwam, eveneens exclusief grondstof en internationaal transport, uit op een energieverbruik tussen de 2.000 en 3.000 PJ. Bovendien werd in het 2.000 PJ scenario Nederland goeddeels ontdaan van haar industrie door verplaatsing naar het buitenland. Dat is geen klimaatscenario, maar een schone-handen-scenario. TNO komt met majeure elektrificatie eveneens uit op een energievraag van 3.500 PJ in 2050. In tegenstelling tot anderen nam TNO grondstof en internationaal transport wel mee in hun analyse. Urgenda kwam overigens in haar bekende ‘2030 studie’ onder optimale aannamen uit op 1.800 PJ, opnieuw zonder de ruim 1.000 PJ aan internationaal transport en grondstoffen. Dat wijkt dus niet zoveel af.
“Modellen zijn geduldig en beloven gouden bergen, zeker als je er een hoge prijselasticiteit in stopt”
Uiteraard kan het minder. Vooral door gedragsverandering. Niet meer vliegen. Verbod op sauna’s. Aardappelen, uien en wortelen in plaats van pasta met tomaat en paprika. Minder vlees. Autoloze zondagen. Geen skivakanties. Energie op rantsoen. De mogelijkheden zijn talloos. Modellen zijn geduldig en beloven gouden bergen. Zeker als je er een hoge prijselasticiteit in stopt. De praktijk is anders. Ziet u het voor u? De gevolgen voor miljoenen Europese gezinnen? Vliegen en andere leuke dingen alleen voor de rijken? Ga er maar van uit dat er dan politici en politieke partijen zullen opstaan, die vinden dat we “moeten stoppen met die onzin.” Partijen die vervolgens andere partijen dwingen de koers te wijzigen, of zelf aan de macht komen. Tenzij we in Europa dictators met hulptroepen gaan inhuren, lijkt me dat een tamelijk kansloze exercitie. Bedenk hoe moeilijk het is Nederland te laten stoppen met roken en drugsgebruik, terwijl dat desastreus is voor eigen gezondheid en maatschappij. Op zijn minst is het riskant ons nu rijk te rekenen met een flinke additionele vermindering van de energievraag dankzij gedragsaanpassingen. Natuurlijk, we zullen veranderen, maar wel heel langzaam. Met het terugdringen van roken zijn we al 50 jaar bezig.
Laten we daarom uitgaan van een energieverbruik van 3.500 PJ in 2050. Grotendeels in te vullen met eigen productie uit diverse bronnen, deels ook via import. Met aandacht voor voorzieningszekerheid. Mocht onze energiebehoefte rond 2050 toch lager zijn, dan kunnen we onze plannen altijd nog bijstellen of de overtollige energie aan onze ooster- en zuiderburen verkopen.