Zoeken

Klimaatclaims van politieke partijen zijn helaas boterzacht

Martien Visser: "Plannen leiden er vooral toe dat onze CO2 over de grens wordt geduwd"

Jarenlang hebben we gedacht dat de energietransitie een feest werd. Massa's banen zouden ontstaan. De kosten waren beperkt. En we gingen het klimaat redden. Mensen die waarschuwden voor teveel enthousiasme, waren doemdenkers. Ik behoor tot die optimisten, maar dan onder de voorwaarde dat we samen slim aan het werk gaan.

Helaas, geachte medeoptimisten, de doorrekening van het PBL laat zien dat onze politieke partijen van de energietransitie helemaal geen feestje willen maken. De doemdenkers krijgen gelijk! Heel vervelende verplichtingen staan ons te wachten, met forse belastingverhogingen en veel duurdere producten in onze winkels. De nieuwe regering mag deze maatregelen straks invoeren. Ik zie de toekomstige oppositie al glimlachen. Dat wordt prijsschieten!

CO2-reductie aanslag portemonnee

Die heel vervelende verplichtingen kunt u lezen in het PBL-rapport. In deze column beperk ik me tot de kosten. Die kosten nemen toe naarmate we meer CO2 willen besparen. Wanneer ik de resultaten van de zeven partijprogramma's in een figuur zet, met op de x-as de afname van de CO2-emissie en op de y-as de kosten per ton CO2, dan ontstaat een perfecte rechte lijn door het nulpunt. Voor de insiders, met een correlatiecoëfficiënt van ruim 90%. Een verdubbeling van de CO2-reductie leidt dan tot een verdubbeling van de kosten per ton vermeden CO2 en dus tot een verviervoudiging van de pijn in uw portemonnee.

Slok op een borrel

De politieke partijen streven bijna allemaal hetzelfde einddoel na, maar ze verschillen in hun ambitieniveau voor 2030. Sommigen vinden het Energieakkoord voldoende. De Nationale Energie Verkenning laat zien dat onze CO2-emissie dan in 2030 circa 24% lager is dan in 1990. Dat kost de samenleving dan niets extra. Wel moeten we de komende jaren voor het Energieakkoord gaan betalen. Dit ambitieniveau, of het gebrek eraan, zo u wilt, blijkt de uitkomst van het partijprogramma van de VVD. De PVV zal ook wel op die lijn zitten. Bij de VVD moet dit echter een foutje zijn, want ze steunen Parijs, en dus aanvullende maatregelen. Slordig dat het CPB deze fout niet gezien heeft, want het scheelt een slok op een borrel in de VVD-begroting.


““Het PBL leert ons dat de klimaatvoorstellen van de politieke partijen niet effectief zijn en niet doelmatig””

Doelen voor 2030

Ietsje ambitieuzer is de keuze voor de EU target in Parijs, dus -40% CO2 in 2030. Dat is de uitkomst bij de PvdA en de Vrijzinnige Partij. Vermoedelijk ook van het CDA, maar zij deden niet mee. Deze ambitie kost in 2030 per huishouden € 350 per jaar extra bovenop de kosten vanwege het Energieakkoord. Ik bereken die extra kosten door de nationale kosten uit het PBL rapport te delen door 7 miljoen huishoudens. Deels gaat u die € 350 dan betalen via hogere belastingen en deels via duurdere producten, want de bakker gaat zijn hogere energiekosten natuurlijk aan u doorberekenen. Deze €350 is trouwens vergelijkbaar met het eigen risico in de zorg, waarover zoveel te doen is.
Een stuk ambitieuzer is de klimaatwet met een doelstelling van -55% in 2030. Daar komen de partijprogramma's van D66 en CU ongeveer op uit. De extra kosten per huishouden in 2030 bedragen dan geen € 350, maar € 1350 per jaar. Dat is 4x het eigen risico in de zorg, en maar liefst € 1000 per jaar per huishouden hoger dan de vorige variant.
GroenLinks heeft de grootste ambitie, namelijk -65% in 2030. Die ambitie kost u volgens het PBL in 2030 per huishouden gemiddeld € 2350 extra per jaar. Dus ruim 6x het eigen risico in de zorg. De gemiddelde Nederlander levert dan circa 10% koopkracht in.


In de plaatjes van het CPB komt u dergelijke koopkrachtdalingen niet tegen. Want het CPB rekent de koopkrachtontwikkeling slechts vier jaar vooruit uit, en uiteraard zijn de partijen dan zo slim om hun kostbare klimaatmaatregelen over die vier jaar heen te tillen. Het CPB stinkt daar in, maar het PBL is wijzer en kijkt naar jaarlijkse kosten van alle voorstellen, dus ook in later jaren.

CO2-lekkage
Het PBL heeft ook berekend in hoeverre we met onze nationale inspanningen het mondiale klimaat helpen. Dat levert een pijnlijk verhaal op. Van de 344 megaton CO2 die de zeven partijen met elkaar nationaal besparen, blijft mondaal maar 108 Mton over. Ofwel, 70% van de nationale CO2-vermindering wordt in het buitenland gecompenseerd. De plannen van de politieke partijen leiden er dus vooral toe dat we onze nationale CO2-emissie over de grens duwen. Enkele fijnheden daargelaten geldt deze 70% CO2-lekkage voor alle politieke plannen.

Onlangs werd ik midden in de nacht wakker. Plotsklaps besefte ik dat de industrie in de rest van de wereld minder efficiënt is dan in Nederland en meer steenkool gebruikt. Dus buitenlandse industrie stoot relatief veel meer CO2 uit. Wedden dat het PBL daar in haar berekeningen geen rekening mee heeft gehouden? Laten we even aannemen dat de CO2-emissie in de rest van de wereld gemiddeld 50% hoger is dan in Nederland. Dat is vermoedelijk een nogal optimistische aanname. Dan leidt de CO2-lekkage van 70% tot 105% extra CO2 in de rest van de wereld. Met andere woorden, onze nationale inspanningen om de klimaatverandering te beperken zijn vergeefs. Dat lijkt misschien slechts een nachtmerrie, maar ik ben bang dat het de harde realiteit is.

De conclusie van de PBL berekeningen is helaas dat klimaatclaims van politieke partijen boterzacht zijn. Verder leert het PBL ons dat de klimaatvoorstellen van de politieke partijen niet effectief zijn en niet doelmatig. Om effectief te worden, zullen we veel beter de internationale implicaties van onze nationale klimaatacties moeten meewegen. En om doelmatig te worden zullen we veel beter op de kosten moeten gaan letten. Dat is hard nodig, want met vrijwel onbetaalbare plannen, gaan we ons CO2-doel in 2050 echt niet halen.

Martien Visser is lector energietransitie & netintegratie, Hanzehogeschool Groningen en Senior Advisor International Business bij Gasunie. Hij schrijft zijn column op persoonlijke titel. Zijn mening komt niet noodzakelijkerwijs overeen met die van de Hanzehogeschool of Gasunie.


Martien Visser

Martien Visser is lector energietransitie & netintegratie, Hanzehogeschool Groningen en Manager Corporate Strategy bij Gasunie. Hij schrijft zijn column op persoonlijke titel. Zijn mening komt niet noodzakelijkerwijs overeen met die van de Hanzehogeschool of Gasunie. Martien is te volgen via Twitter op @BM_Visser