Dat energieverbruik in het licht van de transitie naar een duurzame energievoorziening moet verminderen is niets nieuws. Dit in combinatie met het breed gedragen sentiment dat we in Nederland ‘van gas los’ moeten (voor de goede orde: men bedoelt aardgas), stelt grootverbruikers voor de vraag wat er anders en beter kan. Om te illustreren hoe bedrijven hun gasvraag verminderen of zelfs tot nul terugbrengen, beschrijven we hier twee voorbeelden van organisaties die de koe al eerder bij de horens hebben gevat: het ijsstadion Thialf in Heerenveen en het zwembad Boerhaavebad in Haarlem.
“Dankzij zonnepanelen en WKO heeft Thialff sterk microklimaat”
Vergeleken met de negen industriële grootverbruikers van laagcalorisch gas met een verbruik van meer dan 100 miljoen m³ per jaar die vanaf 1 oktober 2022 geen gebruik meer mogen maken van hun aansluiting op het laagcalorisch gasnet, is Thialf maar een ‘kleintje’. Om het ‘onbetwiste schaatscentrum van de wereld’ in Heerenveen te verwarmen, waren 27 cv-ketels met een gezamenlijke capaciteit van 2.700 kWh jaarlijks goed voor een verbruik van 800.000 kuub laagcalorisch gas. ‘Waren’, want sinds een vernieuwbouw in 2015 en 2016 kan Thialf zich niet alleen als de snelste maar ook als de meest duurzame laagland(schaats)baan ter wereld afficheren.
“Ondanks uitbreiding de helft minder energie”
“We zijn niet meer aangesloten op het aardgasnet,” licht ijsmeester Beert Boomsma de keuze voor ‘all-electric’ toe. “Ondanks een uitbreiding met onder andere een sporterslounge, hospitalities-ruimtes en kantoorruimtes, leverde de vernieuwbouw een energiereductie van ruim 50 procent op. Inclusief gas lag het energieverbruik voorgeen op 15 miljoen kWh per jaar, nu is dat nog maar 6,4 miljoen kWh. Met dank aan onder andere warmte/koude-opslag (WKO), een luchtkoelingssysteem in plaats van airco, zeer energiezuinige koelmachines, 5.000 zonnepanelen en een isolatie die in de schaatshal zorgt voor een microklimaat dat niet wordt beïnvloed door de buitenomstandigheden.”
Boomsma voegt er eerlijkheidshalve aan toe dat het energieplaatje er in 2019 wel eens anders uit zou kunnen zien. “Inclusief de zomermaanden hadden we dit jaar voor het eerst 42 weken ijs. We kunnen pas begin volgend jaar de balans opmaken, maar ik heb er een goed gevoel bij. Ook op de warmste dagen bleek afgelopen zomer dat de capaciteit en flexibiliteit van het systeem groot genoeg is. Dankzij de WKO kunnen we veel energie opslaan. De essentie is dat de warmte die vrijkomt bij de koudeproductie, wordt gebruikt om het complex te verwarmen. Als extra fungeert daarbij een warmtepomp met een capaciteit van 900 kWh. Dé uitdaging is om daar zo weinig mogelijk gebruik van te maken.”
“Dankzij slim materiaal gebruik CO2-neutraal”
Mede dankzij een doordacht materiaal(her)gebruik tijdens de vernieuwbouw, is Thialf al CO2-neutraal. De schaatsbaan heeft de ambitie om in 2020 ook energieneutraal te worden, maar loopt daarbij volgens Boomsma tegen grenzen aan. “Ten opzichte van nog meer zonnepanelen heeft een windturbine als groot voordeel dat het ’s nachts ook waait. En Thialf heeft ’s nachts ook een substantiële energievraag, het gaat hier dag en nacht door.”
De zonnepanelen op het dak van Thialf hebben een capaciteit van 1,3 Megawatt. In plaats van het terug te leveren aan het net, zou het overschot volgens Boomsma ook kunnen worden opgeslagen. “De technieken worden steeds beter, vooral ‘peak shaving’ is dan ook een serieuze optie, maar ik plaats wel vraagtekens bij de CO2-footprint van accu’s. De kortste klap is en blijft een windturbine met voldoende capaciteit, een grote dus. Ook gezien het coalitieakkoord van de provincie is dat momenteel een lastige, maar we zouden de mogelijkheden graag eens onderzoeken.”
“Verduurzamingsslag in Haarlem zonder windmolen”
Een ding is zeker: bij het terugdringen van het gasverbruik van het Boerhaavebad in Haarlem is een windmolen als alternatieve energiebron zeker geen optie: de omgeving van het in 1992 gebouwde zwembad, is in de loop der jaren volgebouwd met een hotel, scholen én woningen. “Het Boerhaavebad was aan renovatie toe en net als bij al het vastgoed dat we beheren, onderhouden en exploiteren voor gemeenten als Amersfoort en Haarlem, gaat dat gepaard met een verduurzamingsslag,” vertelt manager Vastgoed Tjeerd Meijer van SRO. “De gemeente gaf aan dat het zwembad, één van de drie in Haarlem, in ieder geval in gebruik moet blijven tot 2030, het jaar waarin Haarlem overigens ook CO2-neutraal wil zijn. Daarmee hebben we uiteraard rekening gehouden, zoals de plannen uiteraard ook moesten voldoen aan de wet- en regelgeving, het duurzame meerjarenonderhoudsplan en de investeringsagenda voor de komende vijftien jaar voor al het vastgoed van de gemeente Haarlem.”
Vóór de in 2018 gerealiseerde renovatie, werd de energiebehoefte van het Boerhaavebad vooral ingevuld met een WKK-installatie en twee cv-ketels met elk een capaciteit van 165 kWh. “De WKK-installatie was niet alleen afgeschreven maar ook áf, met alle onderhoudskosten van dien,” weet zwembadtechnicus Wout Honhof. “En ze werden steeds onrendabeler, omdat we steeds minder kregen voor geproduceerde elektriciteit die we aan het net terugleverden.”
Daarom werd besloten de WKK-installatie te verwijderen (in de vrijkomende ruimte konden mooi de chloortanks worden geplaatst) en de twee cv-ketels te voorzien van zuinige branders. Honhof: “Het gasgebruik is daardoor gedaald, van 400.000 naar 300.000 kuub per jaar. Maar anders dan voorheen, met de WKK, moeten we wel milieubelasting betalen over het gas.” Meijer: “Daar staat tegenover dat we groot kunnen inkopen, voor alle objecten die we in Haarlem onder onze hoede hebben. Daardoor kunnen we een lagere gasprijs bedingen.”
“Besparing van 70% gerealiseerd op verlichting”
Gebruik makend van subsidie in het kader van de regeling Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE+) kwamen op gerenoveerde dak van het Boerhaavebad 212 zonnepanelen, elk met een capaciteit van 330 Wattpeak. Een investering vanuit SRO zelf, benadrukt Meijer. Door het hele bad te voorzien van led-verlichting, inclusief een uit verzekeringstechnisch oogpunt noodzakelijke vervanging van alle armaturen, kon volgens Honhof een besparing worden gerealiseerd van ongeveer 70 procent op de elektriciteitskosten voor verlichting. Ook nieuwe, veel zuiniger klimaatbeheersingsinstallaties leverden een forse energiebesparing op. Meijer: “Omdat het zwembadwater constant op 30°C moet worden gehouden, slurpt een zwembad per definitie energie. Dankzij de verduurzamingsslag is het toch gelukt het totale gebruik van gas en elektriciteit met 20 à 25 procent te reduceren. Hoe het financiële plaatje er uit ziet dat daaruit voortvloeit, weten we begin volgend jaar, als we een heel jaar hebben gedraaid.”
Anders dan bij Thialf, waar de installaties, de luchtkanalen en het dak van de hal van nieuwe isolatie werden voorzien (het 16.000 m² grootte systeemplafond werd bijvoorbeeld afgewerkt met circa 1.400 steenwol platen die zijn afgewerkt met een gelamineerde alu-folie), werd de gebouwschil van het Boerhaavebad tijdens de renovatie beperkt aangepakt. Meijer: “We hebben ons gefocust op de stappen 2 en 3 van de Trias Energetica. Bij een bestaand zwembad uit 1992 is de terugverdientijd van forse investeringen in de gebouwschil, waarmee stap 1 gepaard gaat, simpelweg te lang.”
Een energieneutraal zwembad is bij de huidige technische mogelijkheden volgens Meijer nog niet mogelijk. “WKO? Het is lastig en duur om dat in een bestaand gebouw als het Boerhaavebad te realiseren. Ons budget liet dat niet toe, net als de wetenschap dat het Boerhaavebad in 2030 wellicht verdwijnt. Dat betekent dat je een kortere afschrijvingstermijn hebt. Persoonlijk plaats ik bovendien kanttekeningen bij WKO, in de praktijk is het erg lastig om de warmtebron en de koudebron in balans te krijgen.”
“Zwembad als leverancier van warmte”
In de Haarlemse wijk waarin het Boerhaavebad ligt, was aansluiting op een warmtenet (nog) niet aan de orde. “In plaats van er warmte aan te onttrekken zie ik zwembaden in de toekomst eerder warmte leveren aan een warmtenet”, filosofeert Meijer. Hoe dan ook zullen energievraagstukken volgens hem steeds integraler worden aangepakt. “Niet alleen op gebouwniveau maar ook op wijkniveau of zelfs gemeentelijk niveau. Alle gebouwen in één keer van het gas af is een utopie. In de praktijk zijn de vastgoedstrategie en de investeringsmogelijkheden van de gemeente immers leidend. Bovenal past verduurzaming naadloos in ons streven naar vitaal vastgoed, wat betekent dat gebouwen duurzaam zijn en comfort bieden voor medewerkers en bezoekers. Bij het Boerhaavebad is dat goed gelukt.”
De twee voorbeelden Thialff en Boerhaave laten zien dat niet- dogmatisch over de energietransitie denken, maar kansen benutten op basis van de huidige inzichten uiteindelijk loont.