Wat een sterk rapport, dacht ik toen ik in de PBL-studie Trajectverkenning Klimaatneutraal 2050 begon te lezen. Immers, wat we allemaal in gang hebben gezet schiet nog steeds tekort om de opwarming onder de 2 graden, laat staan 1,5 graad te houden. Wat is er nodig dan wél extra meters kunnen maken? Het PBL kijkt in deze studie enkel naar technische trajecten. In ander onderzoek, licht het PBL toe, zullen ook institutionele en sociale aspecten van de transformatie worden belicht.
Nou, dat schoot een paar critici in het verkeerde keelgat. Meteen verschenen stevige commentaren, op LinkedIn en elders. Strekking: Bizarre aannames en conclusies, met dit rapport krijgen de mensen die niet willen veranderen een extra argument om nog even niks te doen. Wensdenken. En: we hebben gedrags- en leefstijlveranderingen nodig.
“Sturing op vergaande emissiereducties bevordert duurzame technieken én duurzamere gedragskeuzes”
Gefronste wenkbrauwen bij uw columnist van dienst. Om te beginnen om onderzoekstechnische redenen. Alles volledig integraal en tegelijk onderzoeken gaat immers niet. De ene keer techniek bestuderen, de andere keer gedrag, en nog een andere keer sturing, of instituties – wat is daar mis mee? De vraag die in dit onderzoek centraal staat is nuttig en relevant: wat vermogen technische opties? Dat moeten we toch willen weten? Maar de vraag is extra relevant omdat in de afgelopen 40 jaar of zo wel duidelijk is geworden dat spontane duurzame gedrags- en leefstijlveranderingen zelden optreden in een systeem dat tot onduurzaamheid aanzet. Persuasieve, communicatieve campagnes maken in het algemeen weinig verschil, of werken slechts kort. Wat aantoonbaar werkt zijn ‘klassieke’ economische, infrastructurele, fysieke en regulerende ingrepen, die de keuzemogelijkheden en afwegingen van bedrijven en consumenten beïnvloeden, en zo doorwerken op zowel technische opties als gedrag. Technische maatregelen impliceren immers ook onvermijdelijk gedragsveranderingen. Filosoof Hans Achterhuis sprak over de ‘moralisering van de techniek’: techniek stuurt gedrag, gebruik dat inzicht. Wie stookt met een krakkemikkige oude CV en een warmtepomp neemt, ongeacht of dat door een gebod of een financiële prikkel komt, gaat zich anders gedragen. Wie een verkeersdrempel in z’n straat heeft liggen, vertoont ander rijgedrag dan wie niet op zo’n ding stuit. Een bedrijf dat een verplichting heeft z’n CO2 onder de grond te (doen) stoppen, gedraagt zich anders dan een bedrijf dat de vrijheid heeft de CO2 in de lucht te lozen. Een forse vleestaks prikkelt tot een ander voedingspatroon, maar ook tot andere technieken zoals verbetering van de plantaardige eiwitketens. In het algemeen: Sturing op vergaande emissiereducties bevordert duurzame technieken én duurzamere gedragskeuzes.
“Klimaatneutraliteit valt of staat met de sturing”
De technische routes die de PBL-studie analyseert, leiden onvermijdelijk tot dergelijke vormen van sturing. Nee, het is geen bestuurskundige analyse, er moet nog huiswerk komen om te bekijken via welke beleidsinstrumenten al die technische opties te realiseren zijn. Ze komen niet vanzelf. Maar ze zijn niet moeilijk voor te stellen. Het zal een mix van economische, infrastructurele, fysieke en regulerende instrumenten zijn. Die, ik zeg het nog maar eens, vanzelfsprekend zowel techniek als gedrag en leefstijlen beïnvloeden. Klimaatneutraliteit valt of staat met de sturing, de dichotomie ‘techniek’ versus ‘gedrag en leefstijl’ is vals. De kritiek dat (een studie naar de potentie van) technische oplossingen een argument zou zijn om even niks anders te doen, en gedrag en leefstijl niet aan te passen, of wensdenken voedt en afhoudt van de ‘werkelijke’ noodzakelijke gedragsmaatregelen, slaat de plank mis. Alsof een chauffeur die met 100 km/u op een verkeersdrempel afscheurt in die drempel een argument kan vinden om even hard door te blijven rijden.
En dan daarbij – hoe zou gedrags- en leefstijlsturing er überhaupt uit zien als het niet via economische, infrastructurele, fysieke en regulerende maatregelen is? Ik daag de critici van de PBL-studie graag uit met een beleidsplan gedragssturing te komen dat de contramal is van de trajectverkenning. Hoe krijg je de gedrags- en leefstijlveranderingen voor elkaar, en hoeveel emissiereducties zijn daarmee in welk tijdpad te behalen? En geef graag ook even aan hoe de volgens de klimaatwetenschap inmiddels onvermijdelijke ‘negatieve emissies’ (CO2-concentratie in de atmosfeer verlagen) via gedrags- en leefstijlveranderingen te realiseren zijn. Onder degenen die deze vraag beantwoorden verloot ik een fles Nederlandse kwaliteitswijn die door de klimaatverandering in eigen land kon worden geproduceerd.