Het is november 2018. Honderdduizenden demonstranten zijn in Frankrijk de straat opgegaan om te prosteren tegen de stijgende brandstofprijzen. Nadat president Macron de dieseltaks had verhoogd met 7,6 cent (exclusief BTW), gaf hij aan dat de prijzen zouden blijven stijgen tot 2022. Even voor de beeldvorming, de benzineprijs lag in november 2018 rond de 1,55 euro. Dat was zo’n 30 cent hoger dan een jaar eerder. Het was reden voor de ‘Gilets Jaunes’, de gele hesjes, om de boel plat te leggen.
Nog geen vier jaar later ligt de benzineprijs in Frankrijk op 2,10 euro. Nog altijd ongeveer 15 cent lager dan in Nederland. De elektriciteitsprijzen daarentegen spannen in Frankrijk de kroon. Waar in Duitsland en Nederland we momenteel al onder de indruk zijn van marktprijzen tussen de 300-350 euro/MWh voor levering in 2023, moet een gemiddeld Frans future-contract op de beurs op dit moment zo’n 450 euro/MWh kosten. Voor levering in het laatste kwartaal van dit jaar of in het eerste kwartaal van 2023 lopen de contractprijzen al op tot richting de 900 euro/MWh. De problemen met de kerncentrales maken dat nog niet de helft van de capaciteit beschikbaar is. Daar komen de problemen met het te warme koelwater van de rivieren nog bovenop.
“Om de gevolgen van de hoge energiekosten te verzachten, zijn er ook in Nederland al diverse maatregelen doorgevoerd”
De energieprijzen rijzen dus weer de pan uit. De redenen zijn bekend: Krapte in de markt als gevolg van sancties tegen Rusland, een gebrek aan investeringen in duurzame energie én fossiele brandstoffen, en de congestieproblemen op het elektriciteitsnet. Om de gevolgen van de hoge energiekosten te verzachten, zijn er ook in Nederland al diverse maatregelen doorgevoerd. Zo is de accijns op benzine verlaagd met 17,3 cent, en heeft iedereen een korting op de energiebelasting gekregen ter waarde van een paar honderd euro en is de BTW op energie (stroom én gas) verlaagd van 21% naar 9%. Daarnaast is er een extra tegemoetkoming voor mensen met een laag inkomen. En uiteraard zijn er nog de lokale initiatieven, zoals de pomphouder in Almere die een paar cent extra korting geeft op benzine op de dagen dat Max Verstappen moet rijden of het Nederlands elftal moet voetballen. Alle beetjes helpen.
Op 26 juli kwamen de energieministers van de Europese Unie bijeen om te stemmen over voorstellen om energie te besparen. Een voorstel van de Europese Commissie met de mooie naam ‘save gas for a safe winter’ betrof onder andere een verplichte besparing van 15% tot 31 maart, naast de gezamenlijke inkoop van gas en het creëren van bewustwording onder de bevolking. Maar veel lidstaten rolden direct over elkaar heen om aan te geven dat zij een uitzonderingspositie verdienden. Zo gaven Spanje en Portugal aan geen problemen te hebben met de gasvoorraden. En aangezien de gasinfrastructuur van die landen toch niet gekoppeld is aan de rest van Europa, vinden ze zelf dat extra zuinig aan doen daar niet nodig is. Maar ook Griekenland en Cyprus – beide sterk afhankelijk van gasimporten – kunnen niet zomaar bezuinigen op energieverbruik zonder grote economische consequenties door het gebrek aan alternatieven. Ierland, Malta en Cyprus kregen een uitzondering omdat zij ook niet aan het gasnet gekoppeld zijn. In Oost-Europa waren het vooral Tsjechië en Polen die aangaven hoge voorraden te hebben, en Hongarije die een eigen koers wil blijven varen als het gaat om de relatie met Rusland.
“Die ene optie blijft politiek gezien lastig, namelijk de optie van de kosten doorbelasten”
Het was dan ook geen verrassing dat het uiteindelijke akkoord een slap aftreksel was van het initiële plan. Er zijn meer lidstaten nodig dan in het voorstel om een algemene verplichting in te kunnen voeren door de Europese Raad, er zijn uitzonderingen voor belangrijke industrie en er zijn uitzonderingsclausules op de verplichte besparingspercentages. Ook kunnen landen die al flink hebben ‘bespaard’ dit verrekenen met de initiële opgave. Maar… het akkoord liet wel ‘Europese solidariteit en eenheid’ zien richting de Russische agressor. Poetin zal onder de indruk zijn.
We zien dus dat de politiek druk is met het besparen van energie om voldoende gas beschikbaar te hebben om de komende winter door te komen. Een uitdaging die nog niet zomaar geslaagd is, en die vele haken en ogen kent. Steeds meer politici geven in de media aan hoe urgent de situatie is en dat het belangrijk is dat we zo zuinig mogelijk aan doen. Minder lang douchen, de thermostaat lager zetten, of als het warm is de airco minder koud, deuren dicht bij winkels met een airco, minder hard rijden, zwembaden niet meer verwarmen. Alle opties lijken op tafel te liggen. Maar die ene optie blijft politiek gezien lastig. De optie van de kosten doorbelasten.
“Besparen én compenseren is en blijft een vreemde combinatie”
Het compenseren van de hoge energierekening ligt goed bij het electoraat, hoewel compenseren waarschijnlijk nooit voldoende zal zijn om het iedereen naar de zin te maken. Maar compenseren neemt ook deels de prikkel weg die vaak nodig is om de bewustwording verder aan te wakkeren. Compenseren zou je daarom alleen moeten doen voor diegene die in financiële problemen dreigen te komen doordat hun inkomen simpelweg te laag is. Compenseren van de oplopende energiearmoede doe je dan via het inkomensbeleid, niet via de energierekening. De bewustwording is de afgelopen maanden al sterk toegenomen. Als gevolg van de oplopende kosten is er haast niemand meer op straat die niet uit zijn of haar hoofd weet wat hun verbruik van energie thuis is, en wat het kost. Daarnaast zien we allerlei commercials vanuit de overheid om ‘de knop ook om te zetten’, en zuiniger aan te doen.
Om van bewustwording te komen tot verdere besparing is blijkbaar een nog hogere prijs nodig. “De economie laat duidelijk zien dat enkel oproepen tot besparing tot niets leidt” aldus Klaus Schmidt, voorzitter van de wetenschappelijke adviesraad van het ministerie van Economische Zaken in Duitsland. Hij heeft daarom samen met 37 collega’s opgeroepen om de prijzen te verhogen, en flink ook. Dit om de bewustwording verder op te voeren en de vraag naar energie daadwerkelijk te doen afnemen. Prijsprikkels werken beter dan andere nudges. De afgelopen maanden hebben we steeds gezien dat het urgentiegevoel in Duitsland iets sterker, of in ieder geval iets tijdiger, gevoeld lijkt te worden dan in Nederland. De roep om de prijzen sterker door te belasten naar de eindgebruiker zou daarom zomaar over enige tijd ook in Nederland gehoord kunnen worden. Immers, besparen én compenseren is en blijft een vreemde combinatie.