Het is maandagochtend kwart voor zeven. Ik verlaat Den Haag via de A12. Het is nog rustig. Mensen die naar hun werk gaan en geen demonstranten, want die slapen nog. Is demonstreren een van negen tot vijf baan? Ook niet want de actievoerders komen pas halverwege de ochtend. Ik denk aan de discussie van de afgelopen maanden over de ‘fossiele subsidies’, over het gebruik van olie. En over het consequent en consistent zijn. Wat kan wel? Wat willen we wel? Vorige week zag ik de demonstranten met schoenen, jasjes en tassen; gemaakt van plastic. Ook in plastic zit olie. Plastic is een zegen, maar we moeten zeker iets met hergebruik en circulariteit. Zonnepanelen hebben kunststof en windmolens hebben olie nodig om de tandwielen te laten draaien. Maar ook vele andere technische oplossingen kunnen niet zonder iets van fossiel. Oud-Wageningen-baas Louise Fresco zei het onlangs wel goed: “Als alle demonstranten techniek gaan studeren en een baan zoeken in de technologie, dan dragen ze meer bij aan de oplossing.”
“SNB is een onderneming die nagenoeg geheel circulair is en ondertussen een cruciale rol speelt op de gebieden van water, afval en energie”
Ondertussen rij ik richting Moerdijk, naar SNB, één van de twee grote slibverwerkers van Nederland. Ook om 7.30 uur is het al druk daar. Nederlandse waterschappen leveren hier hun slib af en dat wordt verwerkt in de slibverwerkingsinstallatie, een enorm complex dat inmiddels ruim 25 jaar operationeel is en steeds gemoderniseerd is. Het slib wordt eerst decentraal bewerkt, want wat decentraal kan worden opgelost, gebeurt daar. Het in Moerdijk gearriveerde slib wordt ontwaterd (en het water wordt ook weer hergebruikt) en ‘gesplitst’ in allerlei delen. De nuttige delen worden er zoveel mogelijk uitgehaald. Het gaat hier om CO2, natrium, fosfaat en as. Deze zijn weer als grondstof bruikbaar voor andere bedrijven en op andere plaatsten. Vulmiddel, soda, kunstmest en wit papier hebben deze stoffen nodig. Het restant, zoals medicijnresten, wordt verbrand. En de brandstof leidt via stoom tot stroom. De afgevangen warmte dient elders weer tot energie. Verder staan op het terrein zonnepanelen. De opgewekte elektriciteit is relevant voor de eigen energiehuishouding (vrachtwagens ‘tanken’) of kan in het net gebracht worden. SNB is een onderneming die nagenoeg geheel circulair is en ondertussen een cruciale rol speelt op de gebieden van water, afval en energie. Als commissaris zie ik dit gebeuren en kan het meemaken. En we spraken die ochtend over allerlei andere mogelijkheden. Het leveren van ammoniakwater, dat weer grondstof is voor een andere onderneming, het bouwen van een snellaadstation eventueel coöperatief op te zetten met andere ondernemingen, het gebruik van bio-LNG. SNB werkt samen met ondernemingen, overheden en kennisinstellingen om zich verder te ontwikkelen en de laatste overbodige stoffen, in vaste, vloeibare of gasvorm, ook in te zetten in een circulair proces. Ik denk aan de demonstranten die inmiddels wel onderweg zullen zijn naar de ‘A12-bak’. Jammer dat ze hier niet zijn, op industrieterrein Moerdijk, waar vele tientallen bedrijven echt circulair denken en doen. Na SNB rij ik naar Roosendaal, naar het afvalbedrijf Saver, waar ik ook commissaris ben. De vuilniswagens hebben hun eerste ronde gedaan.
“Afval is fascinerend: een mix van technologie, logistiek en maatschappelijk engagement”
Afval is, zoals hierboven al bleek, fascinerend: een mix van technologie, logistiek en maatschappelijk engagement. Eveneens dit bedrijf denkt steeds na over circulariteit, over hoe om te gaan met het afval dat, inderdaad, steeds meer grondstof is. Textiel, glas, GFT en allerlei ander spul vraagt een verschillende aanpak en gaat vervolgens weer naar andere plekken om gebruikt te worden. Een deel van het afval, gelukkig steeds minder, wordt verbrand en gaat vervolgens als stroom het elektriciteitsnet op. Ook dit bedrijf is bezig met zero emission transport, elektrisch of waterstof. Na Roosendaal door naar Limburg, naar een boerencoöperatie. Enkele honderden boeren zitten met hun bedrijf bij deze coöperatie waar kippen en koeien, asperges en aardappelen en bomen en rozen toe behoren. Het is al avond, maar nog licht en dan oogsten de boeren door. Het is mooi om hier commissaris te zijn met enkele anderen; meest boeren. Deze boeren leven met de natuur, doen aan innovatie en zorgen voor ons eten, bloemen en welzijn. Zij zoeken steeds naar oplossingen voor opkomende vraagstukken. Inderdaad, de bedrijven worden groter, maar ook beter. De groei is nodig om te kunnen blijven voldoen aan alle wet- en regelgeving. Per saldo doen deze boerenbedrijven het beter en duurzamer dan hun buitenlandse collega’s. Zich realiserend dat ook zij mee moeten in de moderne tijd met Parijs-doelstellingen. Dat gaat lukken, want boeren die niet veranderen hebben nooit bestaansrecht gehad.
“Ik rij terug naar Den Haag. Het is al laat, na middernacht. De A12 is rustig, want de demonstranten waren voor etenstijd weer thuis”
Het mooie van deze drie genoemde ondernemingen is dat ze allemaal bezig zijn met zaken waar ieder mens en ieder bedrijf iedere dag mee te maken heeft, ook de hele keten omvattend: voedsel, water, afval, energie. Als deze bedrijven er niet zouden zijn, zou de samenleving vastlopen. Ook is het zo dat al deze ondernemingen mensen nodig hebben.
Ik rij terug naar Den Haag. Het is al laat, na middernacht. De A12 is rustig, want de demonstranten waren voor etenstijd weer thuis. Ik denk na. Hebben ze misschien toch een punt met hun protest? Is het zo dat de A12-reuring en de mooie bedrijven met hun oplossingen die ik vandaag weer zag een andere versie vormen van ‘De Tovenaar en de Profeet’, het boek van Charles Mann, dat ik vijf jaar geleden beschreef op deze site? Dat we als mensheid tovenaars nodig hebben voor de oplossing en profeten om de urgentie te benadrukken. Beide zijn aanwezig, beide zijn relevant. En is dan het enige echte verschil de werktijden?