Zoeken

Wonen Limburg streeft naar collectieve, sociale én betaalbare energietransitie

In columns en opinieartikelen wordt op EnergiePodium veel aandacht besteed aan de politieke, organisatorische en technische aspecten van de energietransitie. In de serie Op Kop gaat het juist om de mensen die met de poten in het bluswater staan. Hoe vergaat het ze in de kopgroep? Is het vooral flink afzien of geeft de wetenschap dat de finish dichterbij komt ook veel energie en voldoening? In deze aflevering: Wonen Limburg, dat binnen de corporatiewereld tot de koplopers behoort en zich onder andere onderscheidt met een eigen warmtebedrijf.

De energielabelwaarde, de isolatieprestatie en de CO2-uitstoot zijn de drie deelscores binnen de benchmark van Aedes, die woningcorporaties in staat stelt om te zien hoe zij het op het gebied van duurzaamheid doen vergeleken met de pak ‘m beet 280 andere woningcorporaties die Nederland telt. “Dat Wonen Limburg op energetisch gebied tot de koplopers behoort, is te danken aan beleid dat ruim tien jaar geleden is ingezet”, analyseert Ger Peeters, die al twaalf jaar bestuurder is van de grootste woningcorporatie van Limburg. “Met een aantal ketenpartners hebben we toen een ‘isolatietreintje’ opgetuigd, dat er voor zorgde dat er jaarlijks circa duizend woningen goed werden geïsoleerd, vaak in combinatie met een zonnepanelenactie. Met vooruitziende blik hadden we daarbij niet alleen de duurzaamheid en kwaliteit van onze woningvoorraad voor ogen, maar ook de energie- en woonlasten van onze huurders.”

“Dat Wonen Limburg op energetisch gebied tot de koplopers behoort, is te danken aan beleid dat ruim tien jaar geleden is ingezet”

De voortvarende aanpak miste zijn uitwerking niet: van de ruim 25.000 woningen die Wonen Limburg bezit, beschikte in 2022 56,8% over Energielabel B of beter. “Daarmee liggen we goed op koers”, vindt Peeters. “De komende jaren dendert het isolatietreintje door en focussen we ons ook op de circa 1.500 woningen die eind 2022 nog Energielabel E, F of G hadden. Vaak gaat het om appartementen die deel uitmaken van een complex dat eigendom is van een VvE, waar wij als corporatie in participeren. In heel Nederland zie je trouwens dat het verduurzamen van dergelijker complexen met een mix van koop en huur moeizaam verloopt. Het streven is desondanks om eind 2025 geen woningen met Energielabel E of slechter te bezitten.”

Dat ‘labeljagen’ voor Wonen Limburg nooit een doel op zich is geweest, was een van de redenen voor Maurice Caris om drie jaar geleden als senior strategisch adviseur Duurzaamheid voor de corporatie te gaan werken. “Voor Wonen Limburg heeft duurzaamheid niet alleen te maken met de energiezuinigheid van de woning, maar ook met zaken als energietransitie, circulariteit, biodiversiteit en klimaatadaptatie. Ook met het oog op het benodigde draagvlak van de bewoners, wordt de verduurzaming van woningen bovendien vaak gecombineerd met inspanningen die een buurt of wijk aantrekkelijker, leefbaarder en veiliger moeten maken.”

“Hoe gaan we van het gas af?, is de kernvraag van de warmtetransitie waar we nu voor staan”

De Auroraflat in Heerlen is volgens Peeters misschien wel het beste voordeel van die integrale aanpak. “Met 228 appartementen is dit het grootste woongebouw van Wonen Limburg, maar tot een paar jaar geleden was het bepaald niet het beste. De Auroraflat was een doorgangsflat, een tijdelijke noodstop, waar je als huurder of bezoeker zo snel mogelijk weer weg wilde. Toen het complex aan de beurt was om te worden verduurzaamd zijn we, zoals we altijd doen, een intensief communicatietraject gestart. Bij onze doelgroep is dat heel belangrijk en ook noodzakelijk, want we kunnen pas aan de slag als 70% van de bewoners van een complex of buurt akkoord is. In de praktijk kwam het er ook ditmaal op neer dat we informatiebijeenkomsten hebben georganiseerd én huis aan huis aan de keukentafel hebben gezeten, om uit te leggen wat we wilden gaan doen. En om vooral ook uit te leggen dat we niet alleen wat kwamen halen, maar ook wat kwamen brengen.”

Met succes: vrijwel alle huurders gingen akkoord met de plannen, die in 2021 onder andere voorzagen in nieuwe kozijnen en betere isolatie en daarmee in de gewenste labelsprong. Peeters: “Maar we hebben ook de Spaanse kunstenaarsgroep Boa Mistura bij het renovatieproject betrokken. Samen met de huurders hebben zij de Auroraflat omgetoverd in een veelkleurig kunstwerk. Inmiddels is er zelfs sprake van een beginnende wachtlijst. En: de bewoners zijn er trots op dat ze in zo’n mooi en energiezuinig complex wonen.”

Het voorbeeld kan nog even worden doorgetrokken, want de Auroraflat staat ook model voor de volgende uitdaging van Wonen Limburg op het gebied van de energietransitie. “Het complex is nu goed geïsoleerd, maar anders dan de nieuwe en bijna energieneutrale woningen die we jaarlijks aan onze woningvoorraad toevoegen, is het nog niet aardgasvrij”, schetst Peeters de situatie. “In de appartementen wordt nog gekookt op gas en ook bij het verwarmen wordt gas verbruikt. ‘Hoe gaan we van het gas af?’, is de kernvraag van de warmtetransitie waar we nu voor staan. In het verlengde van onze strategische koers ‘Welkom Thuis’, hebben we daarom dit jaar een nieuwe duurzaamheidsstrategie voor de periode 2023-2035 vastgesteld. De vijf pijlers daarin zijn energiereductie, energietransitie, energieopwekking, duurzaam materiaalgebruik en klimaatadaptatie.”

“Eigenlijk is het triest dat zoveel woningen na bijna vijftig jaar na-isoleren nog steeds niet geschikt zijn voor lage-temperatuur-verwarming”

Richting een woningvoorraad die volledig gasloos is, zijn voor Wonen Limburg vooralsnog nog beter isoleren en hybride warmtepompen de belangrijkste oplossingsrichtingen. “Meer dan voorheen moeten we daarbij terdege rekening houden met het adaptief vermogen van woningen en huurders, bijvoorbeeld op het gebied van hittestress of wateroverlast door steeds extremer weer”, weet Caris. “Een van de grootste uitdagingen is daarnaast om de energietransitie voor onze huurders betaalbaar te houden.”

De Wonen Limburg-adviseur is in dat verband van mening dat de opdracht die door de overheid wordt neergelegd bij zowel particulieren als woningcorporaties te groot is. “Op initiatief van de overheid zijn we ooit collectief gebruik gaan maken van aardgas, maar nu we ervan af moeten lijkt het meer een kwestie van ‘ieder voor zich’. Eigenlijk is het triest dat zoveel woningen na bijna vijftig jaar na-isoleren nog steeds niet geschikt zijn voor de lage-temperatuur-verwarming (LTV) die deel uitmaakt van veel transitieoplossingen. Ik mis een overheid die zijn maatschappelijke kant toont door te investeren in een toekomstbestendig warmteprogramma, dat de energietransitie socialer en betaalbaarder maakt.”

“Anders dan in bijvoorbeeld de Randstad, zijn er in Limburg naast zon en wind weinig alternatieve duurzame energiebronnen”

Zolang het nog niet zover is, blijft Wonen Limburg experimenteren, onder andere met het opwekken en opslaan van duurzame energie, wijkwarmtenetten, collectieve HTV-warmtepompen en houtbouw, en investeren in LTV-geschikte isolatie en collectieve hybride warmtepompinstallaties. Peeters: “Waar we mee te dealen hebben, is dat een groot deel van onze woningvoorraad zich in het landelijk gebied bevindt en dat er, anders dan in bijvoorbeeld de Randstad, naast zon en wind in Limburg weinig alternatieve duurzame energiebronnen zijn. Ook de netcongestie speelt ons behoorlijk parten. We mogen daardoor geen energie terugleveren en krijgen bij gecombineerde nieuwbouwprojecten met bijvoorbeeld zorgpartijen momenteel zelfs geen aansluitingen meer. Voor ons is dat reden om na te denken over oplossingen die op energiegebied autarkisch zijn.”

Als unieke troef mag het eigen warmtebedrijf van Wonen Limburg in dat verband niet onvermeld blijven. Caris: “Al sinds de invoering van de Warmtewet op 1 januari 2014 levert Warmtelevering Wonen Limburg (WWL) warmte, koeling en/of warm tapwater aan 2.500 huishoudens in 37 woongebouwen met collectieve, gebouw gebonden installaties. Het mooie is dat alle 2.500 huishoudens vergelijkbare energiekosten hebben, ongeacht de energiebron van de installatie en ongeacht ontwikkelingen op de energiemarkt en in de wereld.”

De Autoriteit Consument en Markt (ACM) heeft WWL in april van dit jaar een nieuwe vergunning verleend en dat biedt volgens Peeters ongekende mogelijkheden, voor Wonen Limburg én voor andere woningcorporaties. “We gaan zeker onderzoeken hoe we het WWL-concept kunnen uitrollen, naar meer woongebouwen en huishoudens en naar andere woningcorporaties. Met WWL tonen we aan dat een woningcorporatie wel degelijk de levering van warmte, koeling en warm tapwater op een efficiënte manier voor zijn rekening kan nemen. Ik sluit bovendien niet uit dat het een mogelijkheid is om de energietransitie op een meer collectieve, sociale én betaalbare manier te realiseren.”


Tekst: Cees de Geus