Gemeenten zijn terughoudend met het promoten van na-isolatie, mede omdat de VNG adviseert de extra gelden hier niet aan te besteden. Huiseigenaren zijn volgens de sector afwachtend totdat er meer duidelijkheid is. De sector wil dat de overheid op zeer korte termijn een nieuwe aanpak voor vleermuisbescherming, de e-DNA accepteert, zodat ze het hele jaar kunnen blijven werken. Dat kan de ineenstorting van de sector voor een belangrijk deel voorkomen. Om de doelen van de overheid enigszins in zicht te houden is nog meer nodig, zoals de verplichting om na een verhuizing de standaardisolatiemaatregelen te nemen.
Provincies zijn verantwoordelijk voor de handhaving van de Wet Natuurbescherming. De afgelopen tijd is een aanpak ontwikkeld, waarbij gemeenten voor hun woningeigenaren ontheffing kunnen krijgen voor deze wet als ze een Soorten Management Plan (SMP) voor de vleermuis opstellen en bedrijven verplichten natuurvriendelijk te isoleren. Dat betekent met name dat deze bedrijven zich houden aan de natuurkalender, die aangeeft in welke delen van het jaar spouwmuren natuurvrij gemaakt en geïsoleerd mogen worden. Zie voor meer informatie mijn eerdere stuk over dit onderwerp op EnergiePodium.
““De overheid wil dat de door SGS en de sector ontwikkelde aanpak eerst wordt gevalideerd””
De isolatiesector heeft samen met SGS een protocol ontwikkeld om vleermuizen in spouwmuren op te sporen met een slimme e-DNA-methode. De basis hiervan is een kort en relatief goedkoop onderzoek dat DNA-sporen van vleermuizen in een gebouw detecteert zonder directe waarneming of verstorende handelingen. Deze nieuwe methode zorgt ervoor dat alleen in die gevallen dat er daadwerkelijk sporen zijn van vleermuizen, natuurvriendelijk geïsoleerd moet worden (met de bijbehorende natuurkalender). In alle overige gevallen kan gewoon worden geïsoleerd. SGS is een wereldwijd toonaangevend inspectie-, verificatie-, test- en certificeringsbedrijf.
Environmental DNA oftewel e-DNA is het genetisch materiaal van plant of dier dat vrijkomt in de omgeving. Aan de hand van DNA-sporen die planten of dieren in het water, de lucht of op een oppervlak hebben achtergelaten bepaal je welke soorten aanwezig zijn. Dit noemen we ook wel metabarcoding. De metabarcoding-techniek van SGS herkent het e-DNA van alle in Nederland voorkomende vleermuissoorten en ook eventueel andere beschermde zoogdieren (zoals de steenmarter) en vogels (zoals de huismus of gierzwaluw).
De overheid wil dat de door SGS en de sector ontwikkelde aanpak eerst wordt gevalideerd voor het door de provincies kan worden geaccepteerd. Inmiddels is een groep isolatiebedrijven gestart met het testen van de door SGS ontwikkelde methode. Ze nemen van e-DNA monsters voorafgaand aan isolatiewerkzaamheden. De eerste ervaringen zijn positief. Dit vleermuizenonderzoek kan het hele jaar plaatsvinden. Het is volgens SGS en de betrokken bedrijven snel, efficiënt, betrouwbaar, objectief en relatief goedkoop.
“Ervaring in de bouwsector heeft geleerd dat personeel dat is vertrokken, lastig terug te krijgen is”
Na-isolatie is een belangrijke prioriteit van het overheidsbeleid. Het Nationaal Isolatieprogramma van 2022 heeft als ambitie dat alle 2,5 miljoen woningen met D-label of slechter uiterlijk in 2030 worden voorzien van vloer-, dak- en spouwmuurisolatie en van HR++-glas. Extra subsidies en afspraken met de woningcorporaties moesten ervoor zorgen dat het jaarlijks aantal isolatiemaatregelen met pakweg een factor twee tot drie omhoog zou gaan. De cijfers van het aantal woningen dat moet worden voorzien van spouwmuurisolatie zijn niet goed bekend, maar het gaat al snel om ruim meer dan een miljoen woningen tussen nu en 2030. Daar komt de vervangingsmarkt nog bij: oude, slecht(er) presterende isolatiematerialen als UF-schuim worden vervangen door modernere producten met een lange levensduur en veel hogere isolatiewaarde. De werkelijkheid is anders. Volgens recent onderzoek van W/E Adviseurs in opdracht van de NVDE zouden tussen nu en 2030 zonder vleermuisbeleid ongeveer 550.000 woningen worden voorzien van spouwmuurisolatie, pakweg de helft minder dan de doelstelling van het Nationaal Isolatieprogramma. Bij de aanpak die de Provincies nu hanteren loopt dit terug naar 200.000 woningen. Als de e-DNA methode wordt gehanteerd verwacht W/E Adviseurs dat het aantal woningen terugloopt naar 380.000. Ongeveer de helft van het verlies kan zo worden voorkomen.
De cijfers bevestigen de analyse van het rapport. Zoals gezegd lag de vraag naar spouwmuurisolatie in februari dit jaar liefst 70% lager dan een jaar geleden, net iets minder dan de berekening van W/E adviseurs . Sterker nog, dit geldt ook voor vloer- en dakisolatie. Woningeigenaren nemen ook veel minder de twee andere isolatiemaatregen, mogelijk omdat je pas extra subsidie krijgt bij het nemen van twee maatregelen.
De gevolgen voor de sector zijn nu al groot. Het rapport van W/E Adviseurs citeert een expert uit de isolatiesector, die stelt dat de opgebouwde groep flexibele arbeidskrachten die zijn aangenomen in het kader van de NIP doelen inmiddels de sector heeft verlaten om elders werk te vinden. 30% van de capaciteit is inmiddels vetrokken. Ervaring in de bouwsector heeft geleerd dat personeel dat is vertrokken, lastig terug te krijgen is.
“Het afgelopen jaar zijn via de nieuwe Warmtewet de drie grootste warmtenetbedrijven op een zijspoor gezet”
Op dit moment loopt het onderzoek om een breed gedragen en geaccepteerd protocol voor natuurvriendelijke isolatie te ontwikkelen, waar de e-DNA-methode een onderdeel van is. Dit proces kan zeker een jaar duren en de afbraak van de markt versnellen. Daarom willen de isolatiebedrijven dat de provincies in de periode dat het onderzoek loopt, de ontwikkelde e-DNA-methode moeten gedogen, zodat er voortgang blijft in de na-isolatie van spouwmuren en daken.
Het zou onbegrijpelijk zijn als de provincies hier niet in meegaan. Ten eerste omdat de forse daling van het aantal isolatiemaatregelen haaks staat op de ambities van het Nationaal Isolatieprogramma. Daarnaast is het niet moeilijk ecologen te vinden aangeven dat de aanpak van de Provincies - SMP’s op gemeenteniveau en werken volgens de natuurkalender – in de praktijk veel minder garanties voor de vleermuis biedt dan gericht e-DNA-onderzoek op woningniveau. De e-DNA-methode levert bovendien enorm veel extra informatie op over de verspreiding van de verschillende vleermuissoorten.
Beide methodes zijn ook prima met elkaar te combineren. Als er geen sporen van vleermuizen zijn, kan direct worden geïsoleerd. Als deze er wel zijn, kan de pre-SMP/Natuurkalender aanpak worden gevolgd. En om de doelen van de overheid enigszins in zicht te houden, is nog meer nodig, zoals de verplichting om na een verhuizing de standaardisolatiemaatregelen te nemen.
De vraag is langzamerhand waar de overheid mee bezig is. Het afgelopen jaar zijn via de nieuwe Warmtewet de drie grootste warmtenetbedrijven op een zijspoor gezet, zonder een concreet alternatief beschikbaar te hebben. Nu dreigt de na-isolatiesector voor een groot deel te worden afgebroken. Is het nu echt zo moeilijk te begrijpen dat er zonder bedrijven alleen maar papier wordt geproduceerd?