In juli is het nieuwe kabinet geïnstalleerd. Een kabinet dat vindt dat Nederland het wel wat rustiger aan kan doen met het klimaatbeleid. We moeten in Nederland niet voor de troepen uit lopen en dus zeker niet meer doen dan wat Europa van ons vraagt. Integendeel, we moeten er juist voor zorgen dat Europa niet te hard van stapel loopt en zeker geen nieuwe klimaatdoelen opstelt voor 2040. Wat hierachter zit is een overtuiging dat het slecht voor Nederland is om ‘te hard te gaan’ met klimaatbeleid. ‘Klimaatmaatregelen kosten immers bakken met geld, het stroomnet piept en kraakt, en bedrijven rennen massaal weg’, zo klinkt het.
“Een Nederlander heeft grofweg tweemaal zoveel aandeel in de opwarming van de aarde dan een gemiddelde wereldburger”
Je gaat je bijna afvragen of klimaatbeleid überhaupt een goed idee is. Kunnen we niet beter andere landen de kar laten trekken? Nederland kan dan in het kielzog voordelig profiteren van de inspanningen van het buitenland om ontwrichtende klimaatverandering niet uit de hand te laten lopen.
Dit is echter een heel onverstandige en verwerpelijke koers. Moreel gezien is het in de eerste plaats natuurlijk niet heel fris om andere landen op te laten draaien voor het klimaatprobleem waar Nederland historisch gezien een groot aandeel heeft in de veroorzaking ervan. Nederland heeft sinds 1751 ongeveer 0,5% van de wereldwijde cumulatieve CO2 uitstoot veroorzaakt, terwijl slechts 0,2 tot 0,3% van de wereldbevolking in Nederland woonde in die periode (bron). Een Nederlander heeft dus grofweg tweemaal zoveel aandeel in de opwarming van de aarde dan een gemiddelde wereldburger.
“Energiebesparing is en blijft de grootste klapper in het klimaatbeleid”
Daarnaast heeft klimaatbeleid Nederland de afgelopen 25 jaar ook veel opgeleverd. Laten we bijvoorbeeld eens kijken naar de energiemix. In 1998 was onze energiemix nog 97% fossiel. Onze energie kwam vrijwel volledig uit steenkool, olie en aardgas. In 2023 is dit teruggebracht naar 84% (bron). Dit lijkt een beperkte vermindering, maar het zorgt er voor dat we nu jaarlijks 1,3 miljard euro minder uitgeven aan brandstof voor energie dan wanneer we nu dezelfde energiemix zouden hebben als in 19981. Wind en zon zijn immers gratis.
Daarbovenop komt nog het feit dat we tussen 1998 en 2023 16% minder energie zijn gaan gebruiken. Deze energiebesparing leidt tot een jaarlijkse besparing van 5,1 miljard euro[1]. En dat terwijl er ondertussen 1,9 miljoen inwoners bij zijn gekomen en onze economie (BBP) met 639 miljard euro is gegroeid (bron). Energiebesparing is en blijft de grootste klapper in het klimaatbeleid.
[1] Op basis van de (groothandels)prijzen van olie, steenkool, aardgas, biomassa en uranium op 7 augustus 2024
“Door voorop te lopen in de transitie heeft innovatie een flinke boost gekregen”
De directe winst door het verduurzamen van ons energieverbruik is dus zo’n 6,4 miljard euro per jaar aan vermeden brandstofkosten. Daarnaast kan er ook gekeken worden naar wat de vermeden kosten zijn door de lagere uitstoot van CO2. Klimaatverandering heeft namelijk ook financiële gevolgen. Meer natuurgeweld leidt tot meer schade, een stijging van de zeespiegel leidt tot hogere uitgaven aan onze zeewering, et cetera. Deze kosten heeft CE Delft in het ‘Handboek Milieuprijzen 2023’ verwerkt tot kengetallen die uitdrukken hoeveel kosten er gemoeid zijn met de uitstoot van 1 kilo CO2 (bron). De centrale waarde van CO2 is 0,13 euro per kilo. Dit betekent dat door het terugbrengen van onze CO2-uitstoot tussen 1998 van 176 Mton CO2-equivalenten tot 145 Mton, we jaarlijks 3,5 miljard euro aan toekomstige klimaatschade besparen.
Opgeteld heeft klimaatbeleid de afgelopen 25 jaar ervoor gezorgd dat we er nu jaarlijks bijna 10 miljard euro beter voorstaan dan wanneer we in 1998 waren blijven hangen. En dat terwijl onze economie in de tussentijd flink gegroeid is. En dit is niet de enige winst die het ons op heeft geleverd. Doordat we minder steenkool, benzine en aardgas zijn gaan verbranden is de luchtkwaliteit beter geworden. Door voorop te lopen in de transitie heeft innovatie een flinke boost gekregen, kijk bijvoorbeeld naar wind op zee waar Nederland koploper in geworden is. Het verduurzamen van onze woningen heeft geleid tot een hoger comfortniveau, doordat minder mensen in een tochtige, vochtige en schimmelige woning wonen. Op allerlei vlakken plukken we de vruchten van de stappen die de afgelopen jaren gezet zijn.
“Het is belangrijk dat we nu niet achterover gaan leunen, maar dat we met overtuiging de kar blijven trekken”
Nederland is pas net begonnen in zijn transitie naar een duurzame klimaatneutrale economie. 84% van onze energie is immers nog fossiel. Het vraagt om een lange adem om dit uiteindelijk naar 0% terug te brengen. Het positieve nieuws is dat dit onderweg ook tot steeds meer opbrengsten leidt. We worden minder afhankelijk van andere landen voor onze energievoorziening, de lucht wordt schoner, we wonen comfortabeler, en uiteindelijk besparen we ook veel geld door deze transitie. Hiervoor is het belangrijk dat we nu niet achterover gaan leunen, maar dat we met overtuiging de kar blijven trekken. Niet alleen omdat we de morele plicht hebben jegens de toekomstige generaties, maar ook omdat het in ons eigen directe belang is.