Aad Correljé: rechtvaardigheid en veiligheid zijn kernwaarden van onze energievoorziening
De drie-eenheid van doelstellingen van energiebeleid ‘betaalbaar, duurzaam en betrouwbaar' krijgt weer eens een nieuwe invulling. Met steeds grotere nadruk wordt duurzaamheid, in termen van de reductie CO2-emissies als dominant beleidsdoel gepositioneerd. Daarnaast is de veiligheid van de Groningse bevolking een dominante waarde geworden. Het afbouwen van de gasproductie om het risico op aardbevingen te verminderen wordt vertaald in het afscheid van aardgas als energiedrager.
Tot voor kort waren het vooral individuele huishoudens die verkozen om hun energievoorziening te verduurzamen en afscheid te nemen van de traditionele elektriciteits- en gasvoorziening. Ook werden er al lang wijken gebouwd met warmtenetten als collectieve oplossing . We zien een groeiend aantal gemeenten die ‘van gas los' gaan. Recent werd de aansluitplicht op het gasnet in nieuwbouwprojecten vervangen door een feitelijk verbod, met een overgangsregime als er onoverkomelijke problemen bestaan.
De toekomst van onze energievoorziening ligt op vele tafels; transitietafels, regiotafels, gemeentelijke tafels, sectorale tafels, enzovoort. Rond die tafels staan stoelen voor iedereen die wil meepuzzelen hoe de transitie vorm te geven en te bespoedigen. Al die partijen leggen hun stukjes als ideeën, doelen, wensen, oplossingen, beperkingen en visies op tafel. Inspirerende vergezichten met nieuwe technologieën en systemen, scenario's , nieuwe rollen voor energiegebruikers als producenten, nieuwe businessmodellen, slimme informatie-architecturen, en zo meer. Maar ook felle discussies over wat kan en wat moet.
Hieruit zullen ingrijpende veranderingen voorvloeien in de energievoorziening die zowel directe als indirecte gevolgen hebben. De directe gevolgen kunnen positief zijn voor burgers en bedrijven, door verbetering van hun leefomgeving, huisvesting, werkgelegenheid en beter vervoer en nieuwe bedrijfsactiviteiten. Daarnaast zullen er indirecte voordelen zijn van het afremmen van het broeikaseffect en baten voor milieu en natuur. Deze voordelen zullen zich op verschillende plaatsen meer of minder sterk doen gevoelen.
“Welke partijen hebben straks welke verantwoordelijkheden als het gaat om veiligheid?”
Daartegenover staan de negatieve consequenties, in termen van de financiële en maatschappelijke kosten van nieuwe technologieën en het afdanken van oude, aanpassing aan nieuwe patronen en routines, en aantasting van de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Burgers ervaren die consequenties in hun rol als huiseigenaar of huurder, als inwoner van een specifieke gemeente, als lid van een lokale gemeenschap, als klant van een energiebedrijf en als omwonende en als werknemer. Bedrijven ondervinden de gevolgen in hun bedrijfsproces als energieverbruiker, of als energieproducent of leverancier, bij investeringsbeslissingen en locatiekeuzen, op inkoop- en afzetmarkten en in hun concurrentiepositie met andere binnen- en buitenlandse bedrijven, in hun logistiek, en in hun relaties met overheden als het gaat om vergunningen en belastingen en subsidies en uiteindelijk in hun jaarrekening.
De ontwikkeling van de energietransitie in onze geliberaliseerde energiesector en maatschappij zal een grote variëteit te zien geven in de gevolgen die burgers en bedrijven zullen ondervinden, positief en negatief, afhankelijk van hun specifieke omstandigheden. Hierbij kunnen we grote contrasten verwachten in hun (on)mogelijkheden om daarmee om te gaan. Hier rijst de vraag naar rechtvaardigheid.
Het gaat daarbij niet alleen om betaalbaarheid, comfort en effectiviteit, maar ook om individuele en collectieve veiligheid. Veiligheid in de energievoorziening is een onmiskenbaar element van de betrouwbaarheid. Veiligheid heeft te maken met het functioneren van het elektriciteits-, gas- of warmtelevering in de straat. En binnenshuis heeft veiligheid betrekking op de blootstelling van de gebruikers, en omwonenden, aan risico's verbonden aan onhandig geknoei, achterstallig onderhoud en (on)bewuste misbruik.
In de huidige energievoorziening zit veiligheid tot aan de meterkast min of meer ingebakken in het systeem; verankerd in de jarenlange werkwijzen van de netwerkbedrijven en hun personeel. Achter de meter zijn het keurmerken, standaarden, het bouwbesluit en de controle door installateurs die veiligheid verschaffen. Uiteindelijk is het echter de verantwoordelijkheid van de eindgebruiker, ook als doe-het-zelver, verward persoon of weetteler. En dat alles lijdt regelmatig tot meer of minder ernstige incidenten.
De energietransitie zal een veel grotere variatie te zien geven in combinaties van nieuwe technologieën in het verbruik, de (lokale) productie, het transport en de opslag van stroom, warmte en gas. De vraag naar het borgen van die veiligheid is daarmee essentieel. Welke partijen hebben welke verantwoordelijkheden als het gaat om veiligheid; de eindgebruiker, de gemeente, de netbeheerder, de ICT-beheerder, de installateur, of het energiebedrijf? Hoe organiseren we de capaciteit en de kennis, als het gaat om adviseren, ontwerpen, plannen, aanleggen, onderhoud en gebruik van al die nieuwe systemen. Laten we dat aan de vrije markt over; de installateurs? Wat is dan de rol van netbeheerders of de gemeente? Hoe bereid je hulpdiensten, brandweer, politie, ambulance en GGZ voor op deze variëteit aan systemen en mogelijke situaties bij calamiteiten?
Op de tafels ligt de puzzel van een maatschappelijk verantwoorde en geaccepteerde energietransitie. Die puzzel kan alleen opgelost worden als er stoelen worden aangeschoven voor rechtvaardigheid en veiligheid, als kernwaarden van onze energievoorziening. En als randvoorwaarden voor de maatschappelijke acceptatie van de transitie.
Aad Correljé is universitair hoofddocent Economie van Infrastructuren aan de TU Delft en verbonden aan het Clingendael International Energy Programme.