Zoeken

Gasleveringszekerheid na Groningen: Nieuwe structuren nodig voor een veranderde gaswereld

Nu Nederland definitief afscheid heeft genomen van het Groningen-gas, staat ons energiesysteem voor een nieuwe uitdaging: hoe garanderen we dat we ook zonder deze enorme buffer voldoende gas hebben, vooral in extreme situaties? Dit dilemma verkent de Mijnraad in een adviesrapport over gasleveringszekerheid dat vandaag werd gepresenteerd.

Het rapport komt op een cruciaal moment. Nederlands is voor een belangrijk deel afhankelijk geworden van gasimporten, de geopolitieke verhoudingen zijn onrustig de energiemarkt is internationaal verweven en het fundament onder het vroegere ‘gasgebouw’ is weggevallen. De boodschap van de Mijnraad is helder: de oude zekerheden verdwijnen en Nederland moet snel overstappen naar een nieuwe aanpak waarin de overheid een grotere verantwoordelijkheid draagt.

“Het gasgebouw is ontmanteld, maar een duidelijk alternatief ontbreekt”, aldus Aad Correljé, Universitair Hoofddocent Economie van Infrastructuren aan de TU Delft en lid van de Mijnraad. “Leveringszekerheid was lang een vanzelfsprekendheid, maar dat is het nu niet meer.”

Van markt naar publiek belang

Het Nederlandse energiesysteem is decennialang ondersteund door het Groningenveld, dat niet alleen voorzag in binnenlandse vraag, maar in samenhang met de opslagen ook flexibiliteit bood in tijden van piekverbruik. Met het sluiten van dit veld verdwijnt echter een cruciaal vangnet. Het levert veiligheid op voor de Groningers, maar creëert een nieuw risico voor het gehele land. “We zijn nu veel afhankelijker van uit de VS en Qatar geïmporteerd gas via LNG-terminals en pijpleidingen uit onder meer Noorwegen”, zegt Lucia van Geuns, strategisch energieadviseur bij The Hague Centre for Strategic Studies en lid van de Mijnraad. “Deze afhankelijkheid maakt ons kwetsbaar voor geopolitieke spanningen, handelsembargo’s of onverwachte technische problemen en sabotage.”

Volgens de Mijnraad is het dan ook tijd om gasleveringszekerheid weer expliciet als publiek belang te erkennen. Waar het oude gasgebouw draaide om gedeelde baten, moet het nieuwe model gericht zijn op gedeelde verantwoordelijkheid. “De gassector was ooit goed georganiseerd”, zegt voorzitter van de Mijnraad Staf Depla. “Maar nu ontstaat er een vacuüm waarin niemand meer echt verantwoordelijk is. Terwijl de noodzaak tot coördinatie juist groter is dan ooit.”

Scenariodenken

Een van de belangrijkste aanbevelingen uit het rapport is het versterken van scenariodenken.

“We moeten leren denken in scenario’s die meerdere risico’s combineren – zoals een strenge winter én het uitvallen van een importstroom”, zegt Correljé. “Dat vraagt niet alleen kennis en informatie, maar ook coördinatie en heldere verantwoordelijkheden.”

De Mijnraad stelt daarom voor om een publiek toegankelijk platform te ontwikkelen waarop relevante informatie over, onder meer, gasstromen, gasverbruik, vullingsgraden en risico’s samenkomt.

Fragmentatie van verantwoordelijkheden, benadrukt het rapport, is op dit moment een reëel probleem. Volgens de Mijnraad wordt het risico op gastekorten nu te veel gezien als een technisch of marktvraagstuk, terwijl het in wezen gaat om institutionele organisatie: wie neemt wanneer welke beslissing? Organisaties als GTS, EBN, Gasunie en marktpartijen handelen vanuit eigen rollen en belangen, maar een integraal beeld ontbreekt. “Die fragmentatie leidt ertoe dat niemand de regie pakt, en kan pakken” aldus Depla. “Dat moeten we echt doorbreken.”

Ruggengraat

Een opvallend gevolg van het sluiten van Groningen is de centrale rol die gasopslagen nu spelen in het balanceren van vraag en aanbod. Vroeger konden Groningen en de gasopslagen op korte termijn bijspringen als de vraag piekte – bijvoorbeeld bij een plotselinge koudegolf. Die functie moet nu volledig worden vervuld door ondergrondse gasopslagvelden zoals Norg en Alkmaar.

“Zonder Groningen zijn deze opslagen het enige middel om snel te kunnen reageren op piekverbruik en uitval”, legt Van Geuns uit. “Maar dat systeem staat onder druk omdat het in private handen is. Ze moeten voldoende gevuld worden en er zijn commerciële prikkels om gas vroegtijdig te verkopen, terwijl het publieke belang vraagt om voorraad aan te houden.”

Het rapport waarschuwt dat zonder garanties over het behoud en gebruik van deze opslagen, Nederland zich in een risicovolle situatie manoeuvreert. Zo is er onzekerheid over de toekomst van Norg, waar eigenaar NAM mogelijk het opgeslagen gas wil produceren. “Als we die infrastructuur verliezen, bouwen we die nooit meer opnieuw”, aldus Depla. “Dan zijn we écht kwetsbaar. Zeker omdat we nog wel een tijd gas zullen blijven gebruiken”

Marktverstoring

Om die kwetsbaarheid te verminderen, stelt de Mijnraad voor om Energie Beheer Nederland (EBN) een centrale rol te geven in het aanhouden van een strategische gasvoorraad. Dat zou betekenen dat EBN – als staatsdeelneming – gas opslaat dat niet bestemd is voor commerciële handel, maar als noodvoorraad dient bij dreigende tekorten.

“Dat kost geld, maar het is een verzekering tegen een potentieel enorme maatschappelijke schade”, zegt Correljé. “Je moet leveringszekerheid benaderen zoals we dat ook doen met dijken: je hoopt ze nooit nodig te hebben, maar je investeert er wel in.”

Belangrijk is daarbij dat die publieke rol van EBN zo min mogelijk tot marktverstoring leidt. Door duidelijke afspraken te maken over wanneer en hoe de noodvoorraad mag worden ingezet, kan het publieke belang worden geborgd zonder dat commerciële partijen worden ontmoedigd om zelf ook gas op te slaan.

Voortouw

Hoewel veel van de aanbevelingen nationaal gericht zijn, onderstreept de Mijnraad dat gas een internationale markt is – en dus om internationale oplossingen vraagt. Zeker als het gaat om strategische reserves en scenario-afstemming, is nauwe samenwerking met buurlanden en Europese instanties zoals ENTSOG en ACER onontbeerlijk.

“De gasmarkt is Europees, dus een nationale strategie kan nooit losstaan van Europese afspraken,” zegt Van Geuns. “We moeten gezamenlijk scenario’s doordenken, buffers afstemmen en data delen.”

Nederland kan hierin ook zelf het voortouw nemen, vindt de Mijnraad, juist omdat ons gasafhankelijke land een relatief goede uitgangspositie heeft in kennis, infrastructuur en governance.

Politieke urgentie

Het rapport komt op een politiek gevoelig moment. Het kabinet is deze week gevallen, en de energiedossiers liggen daarmee tijdelijk stil. Toch roept de Mijnraad op tot directe actie. “Juist nu moet je dit agenderen”, zegt Depla. “Leveringszekerheid is geen onderwerp dat je vooruit kunt schuiven tot na een formatie.”

De raad benadrukt dat veel aanbevelingen ‘kabinet-overstijgend’ zijn: het gaat om structurele maatregelen die ook in een volgend regeerakkoord thuishoren. Het advies is een oproep aan politiek en beleid om gasleveringszekerheid niet langer als vanzelfsprekend te beschouwen, maar als een actief te managen publiek goed.

Nieuwe risico’s

De tijd van het vertrouwde gasgebouw is voorbij, en met het sluiten van Groningen zijn nieuwe risico’s ontstaan. Het advies van de Mijnraad maakt duidelijk dat de overheid, samen met publieke en private partners, verantwoordelijkheid moet nemen voor leveringszekerheid in een veranderde energiewereld.

“We hebben Groningen gesloten voor de veiligheid, maar dat betekent niet dat onze energiezekerheid vanzelf geregeld is”, besluit Depla namens de Mijnraad. “Juist nu hebben we meer regie en verantwoordelijkheid nodig om Nederland duurzaam veilig én zeker te houden.”