Anton Buijs, Manager Communicatie en Public Affairs bij GasTerra: "Hoe snel kun je verduurzamen en hoe kun je dit ‘sustainable' doen?
Nederland doet het volgens de kenners niet goed bij het duurzamer maken van zijn energieproductie. We zijn na jaren van zwalkend overheidsbeleid de hekkensluiters in Europa geworden. Lichtend voorbeeld, zeggen de critici, zijn de Duitsers, die met hun Energiewende hebben laten zien hoe het wel moet: volop inzetten op duurzame bronnen, met name wind en zon. Over de gevolgen van de Energiewende voor de buurlanden, de kosten voor de Duitsers zelf, de vraag of de CO2-uitstoot van Duitsland erdoor vermindert, zal ik het hier nu niet hebben. Daarover is al veel lezenswaardigs te vinden, ook op Energiepodium. Het gaat me nu even om iets heel anders: het begrip duurzaamheid zelf. Wat houdt het eigenlijk in?
Het lijkt een vreemde, overbodige vraag. Iedereen weet toch wat duurzaamheid betekent? Wie de discussies over het energie- en klimaatvraagstuk volgt, beseft echter dat dit niet klopt. Voor sommigen is duurzaamheid synoniem met het inzetten van meer hernieuwbare bronnen. Anderen beschouwen het begrip veel breder en vatten er alles mee samen dat tot een klimaatvriendelijker energievoorziening leidt, inclusief het verhogen van energie-efficiëntie en het vervangen van de relatief meest vervuilende fossiele brandstof, kolen, door de schoonste, aardgas. Wie heeft gelijk? Of liever: wie zou gelijk moeten hebben?
Zoals we weten is klimaatverandering geen lokaal probleem. In dat licht is het daarom interessant over de grenzen te kijken. In onze lingua franca, het Engels, spreken we van sustainability. Dat is semantisch gezien iets anders dan duurzaamheid en blijkt bij nadere beschouwing ook een beter bruikbaar begrip. Het begrip sustainable development hebben we te danken aan het rapport van de Commissie Brundtland (1987). Het onderlinge verband tussen milieu/ecologie en ontwikkeling/economie staat daarin centraal. Sustainable verwijst daarbij naar draagkracht en evenwicht. In deze context hebben we het dan over onze planeet, specifieker over de natuur. Hoeveel kan de aarde nog hebben? Ongebreidelde economische groei zonder oog voor de ecologische consequenties en eindeloos doorgaan met het op grote schaal verstoken van fossiele brandstoffen is duidelijk niet sustainable. Daarmee belasten we de natuur, onszelf en de op ons volgende generaties met risico's die op den duur onbeheersbaar zijn.
Betekent dit ook dat het gebruik van fossiele brandstoffen per definitie unsustainable is?
Hier blijkt dat we om deze vraag te beantwoorden met het Nederlandse begrip duurzaamheid niet goed uit de voeten kunnen. Het motto van het Brundtland-rapport werd destijds vertaald als ‘duurzame ontwikkeling'. Duurzaamheid houdt echter niet verband met draagkracht of evenwicht maar met tijd. Iets is duurzaam als het een oneindige levensduur heeft. Fossiele brandstoffen zijn dus per definitie niet duurzaam, want eindig. Zonne- en windenergie zijn dat wel, want eindeloos.
Fossiele brandstoffen kunnen echter wel degelijk ‘sustainable' zijn. Mits we er in de transitiefase naar een economie gebaseerd op duurzame (= hernieuwbare) energiebronnen slimmer mee omgaan dan we nu doen. Dat betekent dat we kritisch naar onze energie- en klimaatdoelen moeten blijven kijken. Een duurzame energievoorziening is het uiteindelijke doel: klopt. Maar hoe je dat voor elkaar krijgt is de echte kern van het vraagstuk: hoe snel kun je verduurzamen en hoe kun je dit ‘sustainable' doen?
Al met al gaat het dus niet om duurzaamheid maar om een Nederlands begrip dat wèl de lading dekt: verduurzaming, in een tempo en op een manier die recht doet aan de uitgangspunten van het Brundtland-rapport. Want dat heeft meer dan 25 jaar na de publicatie nog niets aan actualiteit ingeboet.
Anton Buijs is Manager Communicatie en Public Affairs bij GasTerra
Volg Energiepodium op Twitter: @energiepodium