Deense Liberale fractie: "Ons land loopt te hard van stapel met windkracht, stroomprijzen al zeer hoog"
Het op de transitie naar hernieuwbare bronnen gerichte Deense energiebeleid krijgt een lovend oordeel van het Internationale Energieagentschap (IEA). Dat blijkt uit het landenrapport van de internationale organisatie van olie-importerende landen, die het land zelfs ‘voorbeeldig' noemt.
Eén van die ‘exemplarische' dingen is de doelstelling om al in 2020 de helft van de nationale electriciteitsproductie te halen uit windkracht. In de periode tot 2030 mikken de Denen op een volledige uitfasering van hun steenkoolgestookte centrales. Het Energieagentschap dringt er echter ook op aan dat voor de consument wel de meest doelmatige oplossingen worden gekozen.
Te hard van stapel
Dat standpunt onderschrijft menig politicus in Kopenhagen. Aan parlementariër Lars Christian Lilleholt, energiewoordvoerder van de in de oppositie verkerende liberale fractie in de volksvertegenwoordiging, zal het in ieder geval niet liggen. Nog midden in de onderhandelingen met de regeringspartijen over een nieuw energieakkoord stelt hij dat gesubsidieerde windturbines niet lukraak uit de grond moeten worden gestampt. Lilleholt: "We moeten hard krijgen dat de uitbouw van de windkracht verloopt in een zodanig tempo dat we deze ook kwijt kunnen op de markt. Er zijn grenzen aan de hoeveelheden windkracht die de markt kan opnemen. Dat neemt niet weg dat de overheid de zaak moet stimuleren. Als de overheid in de afgelopen 20 jaar niets zou hebben gedaan, hadden we nu niet zoveel windkracht als nu."
Denemarken is een koploper op het gebied van windenergie. In 2010 konden de Denen 21 procent van de binnenlandse elektriciteitsvraag met windenergie produceren. Tien jaar eerder was dat nog krap 12 procent. Niettemin werd bijna 44 procent van de electriciteit in Denemarken nog geproduceerd met steenkool.
Lilleholt vindt dat de overwegend linkse coalitie te hard van stapel loopt. Dit niet qua het einddoel in 2020, maar wel op het gebied van investeringen. Deze moeten uiteindelijk door de consument via heffingen op het stroomverbruik worden opgebracht. De Deense regering mikt op een investeringskader van 750 miljoen euro. Onder meer de heffing op de NOx-emissie wordt om die reden verhoogd. Lilleholt: "In Denemarken zijn de stroomprijzen in vergelijking met de rest van de EU al zeer hoog. We moeten daarom voorzichtig zijn met verdere verhoging van de heffingen en met name rekening houden met de concurrentiepositie van het bedrijfsleven. Zo'n NOx-heffing doet geen goed. Toen wij nog in de regering zaten, waren we het in de coalitie met de conservatieven eens over een investeringskader van 480 miljoen euro. Dat was al veel."
Volg ons op Twitter: @energiepodium