Zoeken

Niets is meer taboe

Auteur

Anton Buijs

De Russische agressie in Oekraïne dwingt Europa zijn energie- en klimaatbeleid te intensiveren. Volgens Anton Buijs moeten we niet alleen sneller verduurzamen, maar ook meer investeren in fossiele energie om de afhankelijkheid van Rusland te beëindigen. En laat die kolencentrales en Duitse kerncentrales voorlopig ook maar even open.

De gebeurtenissen in Oekraïne, of liever wat eraan vooraf ging, bewijzen eens te meer hoezeer de liberale democratieën het Russische gevaar hebben onderschat. De reden dat het Westen al die tijd bleef geloven in dialoog en onderhandeling wortelde in een mengeling van naïviteit en, vooral in Europa, verkeerd begrepen eigenbelang. Naïviteit omdat we afgezien van enkele roependen in de woestijn het werkelijke karakter van het Russische regime niet of onvoldoende hebben onderkend. En eigenbelang omdat we te lang geloofden dat we politiek en handel gescheiden konden houden en onszelf mede daardoor steeds sterker afhankelijk hebben gemaakt van Russische olie- en gasleveranties.

Op het moment dat ik dit schrijf, gaan de aardgasleveranties van Rusland, ondanks de uitgebreide beperkingen van het betalingsverkeer, door. We moeten er echter ernstig rekening mee houden dat de gasstroom uit het oosten alsnog hapert of zelfs stopt als de oorlog zich voortsleept, doordat de Russen zelf de kraan (deels) dichtdraaien of omdat het Westen besluit met financiële of andere ingrepen de import van olie en gas uit Rusland aan banden te leggen, dan wel onmogelijk te maken. Dit zal de westerse economieën en energievoorzieningszekerheid weliswaar (zwaar) treffen, maar biedt tegelijkertijd ook kansen. De succesfactoren van de energietransitie zijn immers niet veranderd: energiebesparing, verduurzaming, diversificatie en systeemintegratie. Op al deze terreinen is de afgelopen jaren onvoldoende vooruitgang geboekt. We gooien nog steeds onnodig veel te veel energie weg, de eenzijdige afhankelijkheid van Russisch aardgas is zoals gezegd alleen maar gegroeid, het percentage duurzaam in de energiemix neemt niet snel genoeg toe en de verschillende energiesectoren (stroom, gas, warmtenetten, mobiliteit) opereren nog altijd hoofdzakelijk los van elkaar.

“Het is zeer de vraag of we het ons op dit moment kunnen veroorloven versneld afscheid te nemen van kolencentrales”

Om dit probleem op te lossen, zullen we wel af moeten van enkele geharnaste posities in het klimaat- en energiedebat. De eerste is dat er niet meer in fossiele energie mag worden geïnvesteerd. Recentelijk hebben grote beleggingsfondsen zoals in Nederland het ABP besloten niet langer in aandelen van ’fossiele’ bedrijven zoals Shell te beleggen. Als we niet meer afhankelijk willen zijn van Russisch gas, moeten echter zowel regionaal als wereldwijd nieuwe bronnen worden aangeboord, LNG-terminals gebouwd, de infrastructurele verbindingen tussen vooral het noorden en zuiden van Europa uitgebreid, enzovoort. Dan helpt het niet om de benodigde investeringen in de ban te doen, omdat dit maatschappelijk verantwoord zou zijn. We hebben aardgas nog altijd hard nodig als transitiebrandstof en grondstof.

Het is ook zeer de vraag of we het ons op dit moment kunnen veroorloven versneld afscheid te nemen van kolencentrales en – in Duitsland – kernenergie. Aan de noodzakelijke voorwaarde, dat deze stroomleveranciers althans tijdelijk kunnen worden vervangen door minder vervuilende gascentrales, wordt immers niet voldaan wanneer onvoldoende gas beschikbaar is. De recente discussie over de EU-taxonomie van duurzame bronnen is daarom nu al deels achterhaald. Of aardgas en kernenergie wel of niet een groen label moeten krijgen, doet in de huidige omstandigheden eigenlijk niet meer ter zake. De benodigde mega-investeringen zijn voor particuliere bedrijven uitermate risicovol, aangezien hoogst onzeker is of ze zullen renderen. De kans dat zij op den duur met stranded assets worden geconfronteerd is niet denkbeeldig. Dat betekent dat overheden het risico moeten verkleinen door subsidies te verlenen, deel te nemen in projecten en/of zich garant te stellen bij tegenvallers. Zaken die al eerder op de agenda stonden, zijn in dit kader onverminderd actueel, zoals het compenseren van energiebedrijven waarvan de elektriciteitscentrales dankzij de groei van het percentage duurzame energie alleen nog als achtervang dienen.

“Wie nog steeds vindt dat we dit hoofdzakelijk kunnen overlaten aan de lidstaten en de vrije markt, miskent de ernst van de situatie”

Landen als Nederland die over eigen voorraden beschikken, zullen hun terughoudendheid voor wat betreft het winnen daarvan moeten herzien. De traagheid waarmee het Nederlandse kabinet in het recente verleden reageerde op de verslechtering van het investeringsklimaat voor olie- en gasproductie is niet langer acceptabel. En zoals klimaatminister Jetten inmiddels heeft verklaard, is zelfs het terug verhogen van de gasproductie in Groningen mogelijk. Het is een uiterste middel, maar geen absoluut taboe meer.

Op Europees niveau is ten slotte meer coördinatie nodig. Sommige EU-lidstaten zijn veel sterker afhankelijk van Russisch gas dan andere. Als inderdaad schaarste ontstaat, doordat Russische leveranties geheel of gedeeltelijk wegvallen, moet de energiekoek eerlijker worden verdeeld. Dat kan alleen maar door de Europese Commissie op dit punt de nodige bevoegdheden te verlenen. De Energie-Unie die de Commissie Juncker al in 2015 presenteerde, biedt hiervoor voldoende handvatten, in het bijzonder de eerste twee kernthema’s (“zuilen”) ervan: voorzieningszekerheid, solidariteit en vertrouwen en een vrije stroom van energie door de Europese Unie zonder technische en wettelijke barrières. Wie nog steeds vindt dat we dit hoofdzakelijk kunnen overlaten aan de lidstaten en de vrije markt, miskent de ernst van de situatie.

“De voorlopig blijvende afhankelijkheid van fossiele brandstoffen doet niets af aan de noodzaak om er zo snel mogelijk vanaf te raken”

Hoewel de noodzaak om in te zetten op aardgas slecht nieuws lijkt voor het klimaatbeleid, hoeft dat niet zo te zijn. Het is een bekende paradox: soms moet je de duivel uitdrijven met Beëlzebub. De voorlopig blijvende afhankelijkheid van fossiele brandstoffen doet niets af aan de noodzaak om er zo snel mogelijk vanaf te raken. De klimaatambities in de Europese Green Deal en het Nederlandse coalitieakkoord zijn dus onverminderd actueel. Sterker, de Russische dreiging dwingt ons meer haast te maken dan ooit.

Tot slot dit: Het zou moreel verwerpelijk en uitermate cynisch zijn om het lijden van het Oekraïense volk een zegen in vermomming te noemen, maar het lijkt er nu toch sterk op dat de dictator in het Kremlin zijn hand heeft overspeeld. De reactie van het Westen is ongemeen krachtig. Geen gratuite veroordeling en halfbakken maatregelen meer, maar een snoeihard sanctiepakket dat Rusland in zijn hart treft. De snelheid van de besluitvorming was adembenemend.

Hopelijk verdwijnt deze eensgezindheid niet als de wapens zwijgen. Er is nog een lange weg te gaan

Anton Buijs

Anton Buijs is voormalig manager communicatie en public affairs van GasTerra en medeoprichter van Energiepodium.