Ambitieus, concreet en veelomvattend; de plannen van de kersverse Duitse regering bieden voor iedereen wat wils als het gaat om energie- en klimaatbeleid. Het pakket is niet alleen uitgebreid, ook het tempo wordt flink opgevoerd. In 2030 moeten veel maatregelen zijn genomen. Naast lovende woorden is er ook kritiek, vooral op de financiering.
De uitgebreide actielijst van de coalitiepartners SPD, Bündnis 90/Die Grünen en FDP laat zich met moeite in één alinea samenvatten: Tegen 2030 moet zo’n 80% van de elektriciteit afkomstig zijn van hernieuwbare bronnen. Nu ligt dat cijfer rond de 45%. Daarnaast zetten de partijen in op nieuwe gascentrales. De EEG-toeslag op de stroomrekening voor de financiering van duurzame energie komt te vervallen. Kolencentrales behoren ‘idealiter’ in 2030 tot de verleden tijd en wat betreft nucleaire energie blijft de nieuwe regering doorgaan op de ingeslagen weg. Kerncentrales zijn na 2022 niet meer in actieve staat in Duitsland te vinden.
“In feite is dit het meest ambitieuze klimaatbeschermingsprogramma van een industrienatie”
"In feite is dit het meest ambitieuze klimaatbeschermingsprogramma van een industrienatie", roemde FDP-leider Christian Lindner het akkoord bij de presentatie. De nieuwe minister van Klimaat en Energie, Robert Habeck van de Groenen, verkondigde dat de nieuwe regering met haar plannen “rekenkundig op het 1,5-gradenpad van het klimaatakkoord van Parijs zit.” Om dat te borgen, krijgen alle wetsvoorstellen voortaan een ‘klimaatcheck, oftewel een toets’ of ze voldoen aan de klimaatdoelstellingen van de regering.
De regering zet haar pijlen op zon, wind en voorlopig ook nog op aardgas. Zo moeten alle geschikte daken in de toekomst worden gebruikt voor zonne-energie; Het wordt verplicht voor nieuwe commerciële gebouwen en de regel voor nieuwe particuliere gebouwen. Het wegnemen van bureaucratische belemmeringen en het creëren van financiële stimulansen dienen de aanschaf van de panelen te vergemakkelijken. Doel: 200 GW uitbreiding van zonne-energie tegen 2030. 2% Van het landoppervlak gaat de regering aanwijzen voor windenergie. Op zee komt tegen 2030 zo’n 30 GW te staan, gevolgd door 40 GW tegen 2035 en uiteindelijk 70 GW aan windenergiecapaciteit tegen 2045.
Hoewel de SPD, de Groenen en de FDP kolen sneller willen afschaffen (was 2038), houden ze voorlopig nog vast aan aardgas als energiebron. “Gasgestookte elektriciteitscentrales die nodig zijn totdat de continuïteit van de energievoorziening door hernieuwbare energiebronnen is gewaarborgd, moeten ook op bestaande locaties worden gebouwd om de bestaande (net)infrastructuur te gebruiken", aldus het regeerakkoord. Onder één voorwaarde: "De centrales moeten zo worden gebouwd dat ze kunnen worden omgezet voor klimaatneutrale gassen (H2-ready)."
“Duitsland moet een centrum worden voor onderzoek, productie en recycling van batterijcellen”
Een "efficiënte waterstofeconomie" ontbreekt niet op de actielijst van de coalitiepartners, Ze streven naar een elektrolysecapaciteit van ongeveer 10 Gigawatt per jaar tegen 2030. Het blijft niet bij deze ‘Technologie van de toekomst’. "Duitsland moet een centrum worden voor onderzoek, productie en recycling van batterijcellen." Bovendien streven ze naar een Duitsland als "wereldwijde standplaats voor de halfgeleiderindustrie" en een "leidende markt voor elektromobiliteit." Het doel is om tegen 2030 minstens 15 miljoen elektrische auto's op de Duitse wegen te hebben (afgelopen zomer waren dat er een half miljoen). Bovendien zal het oplaadnetwerk voor elektrische voertuigen sterk worden uitgebreid.
De CO2-belasting op benzine, diesel, stookolie en gas is door de vorige federale regering in januari 2021 ingevoerd als onderdeel van haar klimaatbeschermingspakket. De CO2-prijs werkt als een belasting en kost momenteel 25 euro per ton CO2. Deze prijs stijgt van jaar tot jaar tot 55 euro per ton CO2 in 2025. In het regeerakkoord hebben de drie partijen besloten om de CO2-heffing om sociale redenen niet verder te verhogen vanwege de huidige hoge energieprijzen. Klimaatorganisaties hadden herhaaldelijk om een dergelijke verhoging van de CO2-prijs gevraagd, om ervoor te zorgen dat de 1,5°C-doelstelling zou worden gehaald.
“Huiseigenaren die bouwen of renoveren moeten binnenkort aan ambitieuzere energienormen voldoen”
De tweede CO2-prijs - namelijk die van de EU voor de energieproductie en de industrie - moet naar beneden worden vastgelegd. Momenteel bedraagt de prijs bijna 80 euro per ton CO2. Hij zou niet meer onder de 60 euro mogen komen. Vanuit klimaatoogpunt zou een verhoging van de nationale CO2-belasting logisch zijn geweest. Maar de regering moet het bedrijfsleven en zeker ook de burgers mee zien te krijgen. Of dat eenvoudig is, valt te bezien. Ze hebben nogal wat gevolgen in de praktijk.
Zo zullen huiseigenaren die bouwen of renoveren binnenkort aan ambitieuzere energienormen moeten voldoen. Dit betekent meer isolatie, eventueel nieuwe ramen en meer warmteopwekking met zonne-energie en biobrandstoffen. Bovendien mogen vanaf 2025 alleen nog verwarmingssystemen worden geïnstalleerd die 65% hernieuwbare energie gebruiken, zoals warmtepompen. Tegen 2030 moet 50% van de warmte op klimaatneutrale wijze worden opgewekt.
Huurders mogen niet langer alleen opdraaien voor de extra kosten van verwarming als gevolg van de hogere CO2-prijs. Het doel is te komen tot een "eerlijke verdeling" met verhuurders. Daartoe wil de regering tegen medio 2022 een getrapt model ontwikkelen volgens de energieklassen van gebouwen. Als de politici daar niet op tijd in slagen, zal vanaf 1 juni de helft van de kosten worden gedeeld.
“Dieselrijders zullen in de toekomst dieper in de buidel moeten tasten”
De heffing voor duurzame energie (EEG-Umlage) via de elektriciteitsprijs zet de regering met ingang van 1 januari 2023 stop. De financiering ervan wordt dan overgeheveld naar de federale begroting en gerealiseerd via een energie- en klimaatfonds. Het afschaffen van de EEG-Umlage zal een familie met een jaarverbruik van 4.000 kiloWattuur ongeveer 177 euro per jaar aan kosten besparen, zo heeft het vergelijkingsportaal Verivox uitgerekend.
Dieselrijders zullen in de toekomst dieper in de buidel moeten tasten. De coalitie verwijst namelijk naar de op handen zijnde EU-energiebelastingrichtlijn, die voorziet in de fiscale harmonisatie van dieselbrandstof en benzine. Ter compensatie zou de fiscale behandeling van dieselvoertuigen in de motorrijtuigenbelasting kunnen worden herzien. Mogelijk worden de stijgende dieselprijzen althans gedeeltelijk gecompenseerd doordat dieselvoertuigen niet langer zwaarder zullen worden belast dan benzineauto's.
Autokopers kunnen ervan uitgaan dat vanaf het begin van de jaren 2030 alleen enkel CO2-neutrale voertuigen worden toegelaten, nog eerder dan de Europese Commissie wil (2035). “In Duitsland zal dit navenant eerder zijn uitwerkingen hebben", aldus het akkoord. Voor het zover is, moet het oplaadnetwerk voor elektrische auto's groter worden. Overheidssubsidies voor e-auto's en plug-in hybrides zullen worden beperkt: van auto's die voor subsidie in aanmerking komen, wordt verwacht dat ze een bijzondere bijdrage leveren aan de bescherming van het klimaat, bijvoorbeeld door een grote actieradius. Treinreizigers mogen hopen op meer grensoverschrijdende en nachtelijke treindiensten.
Geschreven door: Dorine Vaessen, DPA