Zoeken

Met de nieuwe vierde generatie kernreactoren komt de oplossing voor het kernafvalprobleem in zicht. Dat zegt Tim van der Hagen, decaan van de faculteit Technische Natuurwetenschappen van de TU Delft.

Deze centrales zouden ongeveer in 2030 tot 2040 in gebruik kunnen komen. Met deze vierde generatie ‘snelle' kernreactoren kan volgens Van der Hagen eenzelfde hoeveelheid uranium 100 keer beter gebruikt worden. "Beter grondstofgebruik past bij de verduurzaming van kernenergie. Daardoor ontstaat veel minder kernafval. Dit kernafval blijft niet langer 200.000 jaar radioactief, maar 500 jaar. Dan komen ook eindoplossingen voor kernafval in beeld, zoals berging in de ondergrond."

De kracht van de nieuwe kerncentrales is dat ze veel beter gebruik maken van het uranium waaruit de energie wordt gehaald. "Het uranium dat wordt gebruikt voor kernenergie bestaat voor minder dan 1 procent uit het splijtbare uranium-235. Met het nieuwe type reactor wordt ook het niet-splijtbare deel van het uranium gebruikt. Theoretisch gezien zou je dan 150 keer meer van het uranium kunnen gebruiken; we streven naar 100 keer meer. Dat betekent dat het restant van het uranium dat in één jaar gebruikt wordt in Borssele, grondstof oplevert waarmee een reactor van de vierde generatie 100 jaar kan draaien."

Hergebruik

Volgens Van der Hagen moet de nucleaire sector meer gebruik maken van de mogelijkheid om kernafval te hergebruiken. "Lange tijd was het zo dat de nucleaire sector, zeker in de Verenigde Staten, de gebruikte splijtstoffen zag als afval. Dat konden ze doen doordat het uranium heel goedkoop is. Dat vind ik onacceptabel. 96 procent van dat afval is gewoon waardevol materiaal. Dat moet je in het kader van duurzaamheid hergebruiken. Daarmee verminder je de hoeveelheid afval gigantisch: van 100 naar 4 procent. Dat afval is dan ook nog minder lang radioactief."

De samenleving mag meer inspanningen vragen van de nucleaire sector, vindt Van der Hagen. "De nucleaire industrie moet haar afval beter hergebruiken door snelle reactoren te ontwikkelen en in te zetten. Het feit dat dat nog steeds toekomstmuziek is, valt de sector echt te verwijten. De samenleving mag eisen dat de nucleaire sector zich vol inzet op het hergebruiken van gebruikte splijtstof en op het zo klein mogelijk maken van de afvalstroom. Rond het oplossen van het afvalprobleem heeft de sector een verhaal van ‘het kan, we weten hoe het moet'. Maar dat is niet voldoende, het is belangrijk om daadwerkelijk te demonstreren dat de restproducten van kernenergie veilig kunnen worden opgeborgen. De definitieve oplossingen voor het afvalprobleem moeten nu gerealiseerd worden."

Volg ons op Twitter: @energiepodium