Interview Commissaris van de Koning Max van den Berg
De Nederlandse gassector bevindt zich momenteel in een spagaat. De veiligheid van de Groningers die in het winningsgebied wonen, staat op het spel. Tegelijkertijd moet zij ervoor zorgen dat alle klanten van het Gronings gas in binnen- en buitenland het product krijgen dat zij niet kunnen missen. Stoppen met de productie in Groningen is daardoor geen optie, want dan gaat bij velen de kachel uit. Hoe kijkt Max van den Berg tegen dit dilemma aan? Hoe verhoudt het Groninger belang zich tot de energievoorzieningszekerheid, die we met z'n allen ook nodig hebben? En is er in de Noordelijke Energy Valley op termijn nog wel ruimte voor de gassector?
Max van den Berg: "Laat ik voorop stellen dat ik de sociaal-economische betekenis van de gassector voor onze regio absoluut niet onderschat. Veel mensen verdienen er hun brood. Dat beseft iedereen die betrokken is bij het debat rond de gaswinning. Maar de gasbedrijven kunnen hun belangrijke functie alleen maar blijven uitoefenen als ze daarvoor draagvlak in de provincie hebben. Dat betekent primair dat het gas verantwoord uit de grond moet worden gehaald. En met verantwoord bedoel ik binnen de veiligheidsnormen die het Staatstoezicht op de Mijnen adviseert. Elk productiecijfer dat daarboven zit, zal op weerstand en scepsis stuiten."
““De industrie moet beseffen dat het niet alleen om getallen en berekeningen gaat.””
Moet elk productiebesluit uiteindelijk niet het
resultaat zijn van een afweging tussen verschillende soorten belangen?
"Over welke belangen hebben we
het dan? Commerciële belangen? Die zijn voor mij volstrekt ondergeschikt aan de
veiligheid van de Groningers. Leveringszekerheid is een andere kwestie. Ik
begrijp ook dat de kachel overal moet branden, ook in Duitsland en België, maar
toch is dit van een andere orde. We hebben geen keus: we moeten maximaal zoveel
produceren als voor de veiligheid van de Groningers aanvaardbaar is. Dat
betekent niet nul, maar wel aanzienlijk minder dan de hoeveelheden die we de
laatste jaren hebben gezien. Als dat tot problemen leidt, zeg ik: los het maar
op. Waar een wil is, is een weg."
Het is menens.
"Absoluut. De industrie moet beseffen dat het niet alleen om getallen en
berekeningen gaat. Het psychologische effect als resultaat van de aardbevingen,
is enorm. Veel bewoners leven in angst. Om dat te herstellen, moeten bedrijven
het draagvlak dat ze vroeger hadden terug zien te winnen. Dan hebben we het in
de eerste plaats over vertrouwen. Daarom pleit ik voor ruimhartigheid bij het
beoordelen en herstellen van schade. Je wint het vertrouwen niet terug door steeds
weer discussies met getroffenen te voeren over welke schade precies door de
aardbevingen wordt veroorzaakt, wie waarvoor aansprakelijk is en of je wel of
niet net binnen of buiten een contour woont. We moeten af van het juridische
denken. En de techneuten moeten beseffen dat je de problemen niet oplost met technische
studies en risicoanalyses alleen."
Er liggen in de noordelijke energiesector
enorme mogelijkheden voor economische activiteiten en dus werkgelegenheid,
kennisverwerving en innovatie. U heeft
zich hier als voorzitter van Energy Valley altijd sterk voor gemaakt. Zijn de
toekomstperspectieven door de recente problemen veranderd?
"Nee, want ik ben ervan overtuigd dat het Noorden op dit gebied koploper kan
blijven. We moeten een grote inhaalslag maken op het gebied van duurzaamheid. Om
het doel te kunnen bereiken, moeten we alle middelen inzetten die we hebben:
energiebesparing, hernieuwbare bronnen waaronder groen gas, zonnepanelen en
stikstofinstallaties. Het Noorden kan daarbij uitstekend dienen als proeftuin.
Mét de gassector, want die beschikt over de kennis en kunde om de transitie naar
een volledig duurzame energievoorziening vooruit te helpen."
Veel Groningers hebben altijd al het
gevoel gehad dat ze onvoldoende hebben geprofiteerd van de enorme inkomsten uit
het gasveld. Deelt u die opvatting?
"Het staat voor mij vast dat er een verdienmodel voor de Groningers moet
komen. Dan denk ik primair aan de publieke zaak. Er moet een extra bedrag op
tafel komen voor publieke schade. We moeten scholen, buurthuizen, ziekenhuizen
en andere openbare voorzieningen in stand kunnen houden. Dat is niet alleen een
kwestie van schadeherstel, maar ook van aardbevingsbestendig bouwen, investeren
in gemeenschappen. Wie denkt dat dit alleen voor rekening van de
belastingbetaler kan komen, begrijpt het niet. Gemeenten kunnen dit onmogelijk
alleen bekostigen. Als de gassector hier actief wil blijven, zal zij dus een betekenisvolle
bijdrage moeten leveren. Het gaat niet langer om winstmaximalisatie maar om maatschappelijke
optimalisatie. Alleen zo kunnen ze hun license
to operate verdienen."