In 2020 beleefde het Verenigd Koninkrijk wat betreft de energieproductie een memorabel moment. Want volgens het Britse onderzoekinstituut op het gebied van duurzaamheid Ember werd in Groot-Brittannië vorig jaar voor het eerst meer elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare bronnen dan uit fossiele bronnen (42 tegen 41%). Hierbij passen enkele kanttekeningen. Ten eerste: tot de hernieuwbare energie wordt ook biomassa gerekend. Britse milieuorganisaties plaatsen echter bij de duurzaamheid hiervan, net als hun zusterorganisaties in Nederland, de nodige vraagtekens. Ten tweede: de overige 17% van de stroomvoorziening komt voor rekening van kernenergie. En dat leidt in het VK, ook al net als bij ons, tot grote discussies tussen voor- en tegenstanders.
“De Britse ambities ten aanzien van de windstroomproductie op zee zijn huizenhoog”
Hoe dan ook: stroom uit hernieuwbare bronnen is bezig met een opmars in het VK. Die opmars komt grotendeels op het conto van windenergie. In 2020 was die goed voor bijna een kwart (24,8%) van de stroomproductie. Om de snelle groei van windenergie te schetsen: In 2015 was het aandeel in de stroomvoorziening nog maar zo’n 12%, in 2019 was dat al 20%. Eind mei 2021 telde het Verenigd Koninkrijk 10.961 windturbines met een totale capaciteit van 24,1 GW. Het gaat hierbij om zowel turbines op land als op zee. Op dit moment is wind op land nog het grootst, maar de Britse ambities ten aanzien van de stroomproductie op zee zijn huizenhoog. Op 24 september vorig jaar maakte premier Boris Johnson bekend dat in 2030 wind op zee goed moet zijn voor 40 GW, nu is dat nog maar zo’n 10 GW. De komende jaren investeert het VK dus fors in wind op zee. Zo verrijst in de Noordzee, ter hoogte van de Doggersbank, het grootste windpark ter wereld. Met een capaciteit van 3,6 GW produceert dit megawindpark genoeg groene stroom voor zes miljoen huishoudens. Niet voor niets sprak Boris Johnson op 24 september de gedenkwaardige woorden: “Het Verenigd Koninkrijk kan het Saoedi-Arabië van de windenergie worden, een plek met een bijna grenzeloze voorraad. Maar in het geval van wind is dat zonder CO2-uitstoot en zonder milieuschade.”
In september zei Johnson overigens ook nog iets anders, wat niet iedereen als muziek in de oren klonk. Want de prime minister is ervan overtuigd dat als zijn land de klimaatdoelen van Parijs wil halen de uitbouw van kernenergie onontbeerlijk is. Maar net als in Nederland zijn de meningen aan de andere kant van de Noordzee hierover verdeeld. Kencentrales spelen overigens al jaren een belangrijke rol in de Britse energieproductie. Het VK beschikt over een hele nucleaire industrie, met niet alleen diverse centrales, maar ook met een opwerkingsfabriek voor nucleair afval in Sellafield aan de Ierse Zee. Op die plek zette het VK in 1952 ook de eerste stappen op het gebied van kernenergie met de productie van plutonium bestemd voor Britse kernwapens. Dat gebeurde in een centrale vernoemd naar het nabijgelegen plaatsje Windscale. Maar na een reeks ongelukken besloten de autoriteiten het nucleaire complex een andere naam te geven: Sellafield, naar een ander dorpje in de omgeving.
“Aardgas is nog steeds de belangrijkste component in de Britse energievoorziening”
Ondanks dat kernenergie al jaren een vaste component is in de Britse energievoorziening, zijn de woorden van Boris Johnson te beschouwen als een trendbreuk. Want sinds 1995 is er geen enkele nieuwe kerncentrale in het VK in bedrijf genomen, ondanks dat er geen gebrek aan plannen was. Zo wees de Britse regering in 2009 tien beoogde locaties aan, alle gesitueerd naast al bestaande nucleaire centrales. Negen van de plekken lagen in Engeland, de tiende in Wales. Opvallende afwezige was Schotland, want het Schotse bestuur had in 2008 de centrale regering in Londen al laten weten niets te voelen voor nieuwe kerncentrales op zijn grondgebied.
Ondanks de vele plannen gebeurde er lange tijd niets. Oorzaak: de hoge kosten voor de bouw van een kerncentrale en de verdeeldheid onder de bevolking. Hierdoor zijn er zeker drie plannen voor de bouw van een kerncentrale geannuleerd. Maar er lijkt een kentering op komst, want sinds 2018 wordt bij twee bestaande kerncentrales aan het Kanaal van Bristol in het zuidwesten van Engeland een derde centrale gebouwd die over twee jaar met een capaciteit van 3,2 GW stroom gaat produceren. En EDF Energy is van plan om dit jaar een bouwvergunning aan te vragen voor een derde centrale naast twee al bestaande in Suffolk aan de Noordzee.
Aardgas is nog steeds de belangrijkste component in de Britse energievoorziening. Het voorziet op dit moment voor een derde (34,5%) in de nationale behoefte. Het grootste deel van het aardgas komt uit velden in de Noordzee. In 1965 werd het eerste aardgasveld ontdekt, twee jaar later begon de exploitatie. Uiteindelijk groeide het VK uit tot een van de grotere aardgasproducenten in Europa.
Desondanks importeert het land al sinds 2004 aardgas uit onder meer Noorwegen en ook ooit uit Nederland om aan de totale binnenlandse vraag te kunnen voldoen. Voor deze import zijn indertijd pijpleidingen aangelegd onder de Noordzee naar Noorwegen, Nederland en België. Ook kwam er import van vloeibaar aardgas (LNG) op gang, onder meer vanuit Qatar.
“Toch is het nog maar zes jaar leden dat de laatste kolenmijn in Noord-Engeland sloot”
Tot slot: ook steenkool draagt voor een heel klein deel nog bij aan de energievoorziening in het Verenigd Koninkrijk. Vorig jaar ging het om een schamele 1,6%. Voorbij is de tijd dat kolenmijnen in Wales en Noord-Engeland de motor van de Britse economie waren en zorgden voor de verwarming van de huizen. Toch is het nog maar zes jaar leden dat de laatste kolenmijn in Noord-Engeland sloot. (Ter vergelijking: in Nederland gebeurde dat op 31 december 1974). Dat het VK zo lang vasthield aan kolen als energievoorziening heeft alles te maken met de enorme voorraad winbare kolen in met name Wales. In Nederland zorgde de ontdekking van het enorme gasveld bij Slochteren in 1959 tot een versneld afscheid van kolen. Het VK maakte een andere ontwikkeling door. Niet alleen werd het eerste gasveld zes jaar later ontdekt, het feit dat dit onder de Noordzee was en niet zoals bij ons onder land maakte de exploitatie duurder, waardoor die later op gang kwam. Hoe dan ook: de woorden van Tom Jones, de zanger uit Wales die onlangs 80 werd, dat zijn zangcarrière ervoor zorgde dat hij niet net als zijn vader mijnwerker was geworden, verwijzen naar een verleden dat definitief niet meer terugkomt.