Pieter van Geel:"Tien politieke 'instrumenten' om de energiewereld vooruit te helpen"
Draagvlak is hét probleem voor energiebedrijven in Nederland. Of het nu gaat om energiebesparing of hoogspanningslijnen, overal is weerstand. Te vaak hebben Nederlanders een NIVEA-houding: niet in mijn voor- of achtertuin. Sterker: haast alle projecten die nodig zijn voor de lange termijn hebben het moeilijk. Over hervormingen in de zorg maken mensen zich ontzettend boos, terwijl we als we niet oppassen straks niet langer 12, maar 24 procent van ons inkomen kwijt zijn aan de AWBZ. Zelfs het Deltaprogramma heeft het moeilijk: de dijk verliest het van het verzorgingshuis.
In de politiek wordt sinds jaar en dag een aantal ‘instrumenten' gebruikt om beleid en maatschappij voor lange tijd te binden aan een project. Soms gaat dat tegen de stroom in. Ik ben me ervan bewust dat deze ‘instrumenten' soms naar Machiavellisme neigen, maar het is in ieder geval goed om van hun bestaan af te weten. Doe er u voordeel mee.
1. Kies een realistische toon in communicatie. Een te hoog ambitieniveau kan dodelijk zijn. Terugkijkend op de komst van Al Gore naar Nederland, vraag ik me af of die nu schadelijk of positief was voor het debat over klimaat en energie in ons land. Pas ook op met langetermijndoelen. We moeten ophouden met te hoge ambities te stellen voor over dertig jaar. Dat levert alleen maar teleurstellingen op en ondermijnt het draagvlak.
2. Leg een koppeling tussen energieprojecten en hun opbrengsten. Fondsvorming is daar een goed middel toe. Een goed voorbeeld is het Waddenfonds, dat sinds 2006 investeert in de natuur rond het Waddengebied, in ruil voor gaswinning daar. Fondsvorming heeft wel een praktisch probleem: het Ministerie van Financiën is in de regel tegen, omdat ze daarmee grip op de begroting kwijtraakt.
3. Depolitiseer en probeer uit de waan van de dag komen. Leg daarom zo veel mogelijk beleid vast in meerjarenbegrotingen. Daar is veel moeilijker aan te tornen dan aan gewone begrotingen. Het voorkomt dat je ieder jaar moet vechten voor je bestaan.
4. Zorg voor gedeelde verantwoordelijkheid voor het hele beleid. De overheid legt zijn verantwoordelijkheid nog wel eens bij een externe partij neer. Dat werkt niet, want politici roepen dan dat ‘zij er niet over gaan'.
5. Gebruik ook het privaatrecht. Neem kerncentrale Borssele. Toen sluiting van de centrale een paar jaar terug ter sprake kwam, dreigden de beheerders met een schadeclaim van honderden miljoenen. Al snel werd een compromis gevonden. Borssele beloofde flink te investeren in veiligheid en duurzaamheid, en daarmee was de kous af.
6. ‘Verstop' investeringen. Dat gebeurt op grote schaal. Het feed-in tarief in Duitsland werkt bijvoorbeeld zo. De consument betaalt via een omweg de rekening voor de investeringen in groene energie en ziet zo niet hoeveel hij extra kwijt is. Het politieke jargon hiervoor is ‘internaliseren'.
7. Koppel milieu en gezondheid. Twee voorbeelden om aan te tonen dat dit werkt: genetische modificatie mag wel gebruikt worden voor medicijnen, maar niet voor aardappels. En niet voor niets is de uitstoot van fijnstof door auto's strenger gereguleerd dan de CO2-uitstoot.
8. Koppel het debat over grondstoffen aan geopolitiek. Nederland is nog veel te naïef op dit gebied. Ik geloof dat een stevige blik op strategische dilemma's rond grondstoffen het energiedebat vooruit kan helpen.
9. Co-creatie. Zorg dat de omgeving belang heeft bij een energieproject. Ik ken een dorp naast een straaljagerbasis, waar niemand over geluidsoverlast klaagt. Hoe dat komt? Het halve dorp werkt er. Belang is belangrijk.
10. Weet dat meer informatie niet hetzelfde is als meer draagvlak. Kijk naar het debat over CO2-opvang in Barendrecht van een paar jaar geleden. Er was geen enkel reëel gevaar dat door de opslag zou ontstaan. Toch begon men zich te roeren. Een informatiecampagne hielp niet. 95 procent van de bevolking verklaarde zijn standpunt met deze redenering: "Ik weet dat het gevaar meevalt, maar het gaat om de perceptie van het gevaar. Die maakt mijn huis minder waard, en daarom ben ik tegen."
De vraag is nu: hoe komen we uit dit perceptie-dilemma? Ik ben benieuwd naar uw suggesties.
Pieter van Geel is voormalig staatssecretaris van milieu. Tegenwoordig is hij vice-voorzitter van het CDA en heeft hij diverse adviesfuncties in het bedrijfsleven. Ook was hij fractievoorzitter van het CDA.
Volg Energiepodium op Twitter: @energiepodium